direct naar inhoud van Artikel 3 Water
Plan: Herziening Valleipark 2013
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0327.128-0401

Artikel 3 Water

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Water" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. watergangen, waterpartijen en oeverstroken,
  • b. waterhuishouding,
  • c. instandhouding van ter plaatse voorkomende danwel daaraan eigen landschaps- en natuurwaarden,
  • d. extensieve openluchtrecreatie, en
  • e. bij een en ander behorende voorzieningen, zoals nutsvoorzieningen.
3.2 Bouwregels

Op de gronden als bedoeld in lid 3.1, mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken, geen gebouw zijnde, zoals bruggen, steigers, duikers en beschoeiingen, waarvan de bouwhoogte niet meer dan 4 m mag bedragen.

3.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
3.3.1 Vergunningplicht

Behoudens het bepaalde in lid 3.3.2, is het verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (vergunning) op en in lid 3.1 aangegeven gronden de hierna aangegeven werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:

  • a. aanleggen en verharden van wegen en paden en het aanleggen of aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
  • b. aanleggen en dempen van watergangen, sloten en andere waterpartijen;
  • c. werken en werkzaamheden, zoals uitdiepen, draineren en slaan van putten, die wijziging van de waterhuishouding of waterstand beogen of ten gevolge hebben.
3.3.2 Uitzonderingen vergunningplicht

Het in lid 3.3.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van de volgende werken en werkzaamheden:

  • a. werken en werkzaamheden in het kader van het normale beheer en onderhoud;
  • b. werken en werkzaamheden, waarmee rechtens is of mag worden begonnen ten tijde van het onherroepelijk worden van de goedkeuring van het plan;
  • c. het aanleggen van kavelpaden en verhardingen ten behoeve van in- of uitritten;
  • d. verlagen van de bodem en afgraven van gronden, voor zover daarvoor een vergunning is vereist krachtens de Ontgrondingenwet.
3.3.3 Toelaatbaarheid werken en werkzaamheden

Werken en werkzaamheden als bedoeld in lid 3.3.1, zijn slechts toelaatbaar, indien door die werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, één of meer waarden of functies van de in die artikelen bedoelde gronden, welke het plan beoogt te beschermen,

  • a. niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel
  • b. de mogelijkheden voor het herstel van die waarden of functies niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind.
3.3.4 In te winnen adviezen

Alvorens een omgevingsvergunning te verlenen als bedoeld in lid 3.3.1, winnen burgemeester en wethouders advies in van een door hen aan te wijzen ter zake deskundige, ingeval ze advies nodig achten.