Plan: | Leusden-west |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0327.123-0401 |
In deze regels wordt verstaan onder:
het bestemmingsplan Leusden-west van de gemeente Leusden;
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0327.123-0401 met de bijbehorende regels;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
een bouwwerk, geen gebouw zijnde;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
de oppervlakte van gebouwen binnen het bouwvlak of, bij afwezigheid daarvan, het bestemmingsvlak, uitgedrukt in een percentage van de oppervlakte van dat vlak;
een kleinschalige overnachtings- en verblijfsaccommodatie gericht op het bieden van de mogelijkheid tot een toeristisch kortdurend verblijf met het serveren van ontbijt binnen bestaande woning of bijbehorend bouwwerk door de bewoners;
het door de bewoners bedrijfsmatig uitoefenen van bedrijfsactiviteiten:
in de woning en de bijbehorende bouwwerken;
niet voor bewoning bestemd gebouw ten dienste van een bedrijf, instelling of andere voorziening;
een woning in of bij een gebouw of op of bij een terrein, die hoort bij en functioneel gebonden is aan een bedrijf in dat gebouw of op dat terrein;
het door de bewoners beroepsmatig uitoefenen van activiteiten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, educatief, kunstzinnig, maatschappelijk en daarmee gelijk te stellen gebied, zoals kapsalon, schoonheidsspecialist en pedicure, in de woning en de bijbehorende bouwwerken, met behoud van de woonfunctie;
bouwwerk, object, afmeting, percentage, afstand, plaats, situatie, zoals dat of die rechtens bestaat of mag bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
een inrichting als bedoeld in artikel 2, lid 1, van het Besluit externe veiligheid;
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd op de grond staand gebouw, of ander bouwwerk, met een dak;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een standplaats;
de grens van een bouwvlak.
een doorlopend gedeelte van een gebouw, dat door op gelijke of nagenoeg gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, met uitzondering van kelder- en kapverdiepingen;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
de vloeroppervlakte van alle voor mensen toegankelijke ruimten binnen een gebouw;
een overkapping, al dan niet aangebouwd aan een ander bouwwerk, bestaande uit een slechts van boven geheel of gedeeltelijk afgesloten c.q. afgedekte, en van ten hoogste twee aaneengebouwde wanden voorziene ruimte van lichte constructie, kennelijk slechts bestemd om te dienen als overdekte stalling voor een voertuig;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen voor gebruik, verbruik of aanwending overwegend anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
een uitbouw van een woning, meestal voorzien van een borstwering en aan meer zijden voorzien van een raamconstructie;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
een voor verblijf geschikt, al dan niet aan zijn bestemming onttrokken, vaar- of voertuig, ark of caravan, voor zover dat/die niet als een bouwwerk is aan te merken, alsook een tent;
de woning, zoals die is of mag worden gebouwd overeenkomstig de eerste daarvoor verleende bouwvergunning of een ander oudtijds verworven recht, zonder nadien gerealiseerde voor bewoning bestemde uitbreidingen;
een voor mensen toegankelijk bouwwerk, bestaande uit een dak met de nodige ondersteuningen zonder of met ten hoogste één wand;
het in het Besluit externe veiligheid inrichtingen bedoelde risico op een plaats buiten een inrichting, uitgedrukt als de kans per jaar dat een persoon die onafgebroken en onbeschermd op die plaats zou verblijven, overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongewoon voorval binnen die inrichting waarbij een gevaarlijke stof, gevaarlijke afvalstof of bestrijdingsmiddel betrokken is;
een inrichting, bestaande uit een of meer voor publiek toegankelijke, besloten ruimten, waarin bedrijfsmatig of op een daarmee vergelijkbare wijze, seksuele handelingen worden verricht; onder een hiervoor bedoelde inrichting worden in elk geval verstaan: een bordeel;
een kavel, bestemd voor het plaatsen van een woonwagen, waarop voorzieningen aanwezig zijn die op het leidingnet van de openbare nutsbedrijven, andere instellingen of van gemeenten kunnen worden aangesloten;
de vloeroppervlakte van alle voor mensen toegankelijke ruimten binnen een gebouw ten behoeve van detailhandel, onder welke ruimten niet zijn begrepen opslag-, personeels-, sanitaire en andere dienstruimten, garderobes en keukens;
de naar de weg gekeerde of aan de voorzijde van een gebouw gelegen gevel of, indien het een gebouw betreft met meerdere zodanige gevels, één van die gevels;
de lijn die horizontaal loopt door het buitenwerks vlak van de voorgevel, tot aan de perceelsgrenzen;
voor bewoning bestemd gebouw dat is geplaatst op een standplaats en dat in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, verticaal geprojecteerd op het onderliggende horizontale vlak.
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
een en ander met uitzondering van:
Op en in de gronden als bedoeld in lid 3.1, mogen uitsluitend worden gebouwd:
Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in sublid 3.2.1, gelden de volgende bepalingen:
bouwwerken | max. bouwhoogte |
licht- en andere masten | 10 m |
erf- of perceelafscheidingen achter de voorgevelrooilijn | 2 m |
overige erf- of perceelafscheidingen | 1 m |
overkappingen luifels en overige bouwwerken, geen gebouw zijnde | 5 m |
De gezamenlijke brutovloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van een beroep aan huis mag, in voorkomend geval samen met de brutovloeroppervlakte als bedoeld in artikel 27 lid 27.3, niet meer bedragen dan 30% van de totale brutovloeroppervlakte van de betreffende woning en de bijbehorende bouwwerken tot een maximum van 50 m².
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in 3.1 ten behoeve van andere bedrijven, niet zijnde detailhandels- of horecabedrijven, mits deze, gezien de gevolgen daarvan voor de omgeving, redelijkerwijs kunnen worden gelijkgesteld met bedrijven die op de betreffende plaats zijn toegestaan krachtens lid 3.1.
De voor 'Gemengd - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op en in de gronden als bedoeld in lid 4.1, mogen uitsluitend worden gebouwd:
Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in sublid 4.2.1, gelden de volgende bepalingen:
bouwwerken | max. bouwhoogte |
licht- en andere masten | 12 m |
erf- of perceelafscheidingen achter de voorgevelrooilijn | 2 m |
overige erf- of perceelafscheidingen | 1 m |
beeldende kunstwerken en speelobjecten | 5 m |
overige andere bouwwerken | 3 m |
De gezamenlijke brutovloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van een beroep aan huis mag, in voorkomend geval samen met de brutovloeroppervlakte als bedoeld in artikel 27 lid 27.3, niet meer bedragen dan 30% van de totale brutovloeroppervlakte van de betreffende woning en de bijbehorende bouwwerken tot een maximum van 50 m².
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in:
De onder a genoemde omgevingsvergunningen kunnen uitsluitend worden verleend, mits er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
De voor 'Gemengd - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op en in de gronden als bedoeld in lid 5.1, mogen uitsluitend worden gebouwd:
Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in sublid 5.2.1, gelden de volgende bepalingen:
bouwwerken | max. bouwhoogte |
licht- en andere masten | 12 m |
erf- of perceelafscheidingen achter de voorgevelrooilijn | 2 m |
overige erf- of perceelafscheidingen | 1 m |
beeldende kunstwerken en speelobjecten | 5 m |
overige andere bouwwerken | 3 m |
De gezamenlijke brutovloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van een beroep aan huis mag, in voorkomend geval samen met de brutovloeroppervlakte als bedoeld in artikel 27 lid 27.3, niet meer bedragen dan 30% van de totale brutovloeroppervlakte van de betreffende woning en de bijbehorende bouwwerken tot een maximum van 50 m².
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in:
De onder a genoemde omgevingsvergunningen kunnen uitsluitend worden verleend, mits er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op en in de gronden als bedoeld in lid 6.1, mogen uitsluitend worden gebouwd andere bouwwerken, waarvan de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan daarbij hierna is aangegeven:
bouwwerken | max. bouwhoogte |
licht- en andere masten, informatieborden, verkeerstekens | 12 m |
beeldende kunstwerken en speelobjecten | 5 m |
overige andere bouwwerken | 3 m |
De voor 'Kantoor' aangewezen gronden zijn bestemd voor kantoren.
Op en in de gronden als bedoeld in lid 7.1, mogen uitsluitend worden gebouwd:
Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in sublid 7.2.1, gelden de volgende bepalingen:
bouwwerken | max. bouwhoogte |
licht- en andere masten | 12 m |
erf- of perceelafscheidingen achter de voorgevelrooilijn | 2 m |
overige erf- of perceelafscheidingen | 1 m |
beeldende kunstwerken en speelobjecten | 5 m |
overige andere bouwwerken | 3 m |
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in sublid 7.2.2, onder a, ten behoeve van het bouwen van fietsenhokken en bergingen buiten bouwvlakken, tot een bouwhoogte van 3 m en een maximale oppervlakte van 50 m².
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op en in de gronden als bedoeld in lid 8.1, mogen uitsluitend worden gebouwd:
Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in sublid 8.2.1, gelden de volgende bepalingen:
bouwwerken | max. bouwhoogte |
licht- en andere masten | 12 m |
erf- of perceelafscheidingen achter de voorgevelrooilijn | 2 m |
overige erf- of perceelafscheidingen | 1 m |
beeldende kunstwerken en speelobjecten | 5 m |
overige andere bouwwerken | 3 m |
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in sublid 8.2.2, onder a, voor zover het betreft gronden ter plaatse van de aanduiding 'onderwijs', ten behoeve van het bouwen van fietsenhokken en bergingen buiten bouwvlakken, tot een bouwhoogte van 3 m en een maximale oppervlakte van 50 m².
De voor 'Maatschappelijk - Zorgwonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op en in de gronden als bedoeld in lid 9.1, mogen uitsluitend worden gebouwd gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bestemming, waaronder begrepen dienstwoningen.
Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in sublid 9.2.1, gelden de volgende eisen:
bouwwerken | max. bouwhoogte |
licht- en andere masten | 12 m |
erf- of perceelafscheidingen achter de voorgevelrooilijn | 2 m |
overige erf- of perceelafscheidingen | 1 m |
beeldende kunstwerken en speelobjecten | 5 m |
overige andere bouwwerken | 3 m |
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op en in de gronden als bedoeld in lid 10.1, mogen uitsluitend worden gebouwd:
Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in sublid 10.2.1 gelden de volgende bepalingen:
bouwwerken | max. bouwhoogte |
pergola's | 2,7 m |
erf- of perceelafscheidingen achter de voorgevelrooilijn | 2 m |
overige erf- of perceelafscheidingen | 1 m |
open constructies voor de geleiding van planten | 2 m |
vlaggenmasten | 4 m |
overige andere bouwwerken | 2 m |
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in sublid 10.2.2, ten behoeve van het bouwen van bijbehorende bouwwerken aan een woning, zoals erkers en ingangspartijen, indien voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in sublid 10.2.2, ten behoeve van het bouwen van erfafscheidingen voor de voorgevelrooilijn tot een bouwhoogte van 2 m, voor zover het betreft erfafscheidingen met een lengte van ten hoogste 1/3 van de afstand gemeten loodrecht uit de voorgevel van de woning op hetzelfde bouwperceel tot een maximum van 2 m.
De omgevingsvergunning als hiervoor bedoeld wordt alleen verleend indien plaatsing van een erfafscheiding geen onevenredige beperking van het uitzicht oplevert.
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op en in de gronden als bedoeld in lid 11.1, mogen uitsluitend worden gebouwd:
Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in sublid 11.2.1, gelden de volgende bepalingen:
bouwwerken | max. bouwhoogte |
licht- en andere masten, informatieborden, verkeerstekens en -regelinstallaties | 12 m |
bruggen en viaducten | 6 m |
overige andere bouwwerken | 4 m |
De voor 'Verkeer - Fiets- en voetpaden' aangewezen gronden zijn bestemd voor fiets- en voetpaden.
Op en in de gronden als bedoeld in lid 12.1, mogen uitsluitend worden gebouwd andere bouwwerken, zoals lichtmasten en informatieborden.
Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in sublid 12.2.1, gelden de volgende bepalingen:
bouwwerken | max. bouwhoogte |
licht- en andere masten, informatieborden, verkeerstekens en -regelinstallaties | 12 m |
overige andere bouwwerken | 4 m |
De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op en in de gronden als bedoeld in lid 13.1, mogen uitsluitend worden gebouwd:
Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in sublid 13.2.1, gelden de volgende bepalingen:
bouwwerken | max. bouwhoogte |
licht- en andere masten, informatieborden, verkeerstekens en -regelinstallaties | 12 m |
bruggen en viaducten | 6 m |
beeldende kunstwerken | 5 m |
speelobjecten | 5 m |
overige andere bouwwerken | 4 m |
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de gronden als bedoeld in lid 14.1, mogen uitsluitend worden gebouwd andere bouwwerken ten dienste van de bestemming, zoals duikers, bruggen, kademuren, beschoeiingen, waarvan de bouwhoogte niet meer dan 3 m mag bedragen.
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op en in de gronden als bedoeld in lid 15.1, mogen uitsluitend worden gebouwd:
Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in sublid 15.2.1 gelden de volgende bepalingen:
woningen
bouwwijze | ter plaatse van de aanduiding | |
aaneen, niet-gestapeld | 'aaneengebouwd' | |
gestapeld | 'gestapeld' | |
halfvrijstaand | 'twee-aaneen' | |
vrijstaand | 'vrijstaand' |
bijbehorende bouwwerken
andere bouwwerken
bouwwerken | max. bouwhoogte |
pergola's | 2,7 m |
erf- of perceelafscheidingen achter de voorgevelrooilijn en overige andere bouwwerken |
2 m |
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan de plaats en afmeting van bijbehorende bouwwerken, die hetzij in de erfafscheiding hetzij binnen een afstand van 2 m hiervan worden gebouwd, althans voor zover die bijbehorende bouwwerken een bouwhoogte van meer dan 2 m zullen krijgen, indien zulks noodzakelijk wordt geacht met het oog op de invloed van de bijgebouwen en overkappingen op de belendingen, waaronder op de bezonnings- en uitzichtsituatie.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 15.2.2, onder f en onder i, sub 1, ten behoeve van het bouwen van bijbehorende bouwwerken die aan de zijkant van de oorspronkelijke woning worden gebouwd, tot een bouwhoogte van 5 m.
De gezamenlijke brutovloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van een beroep aan huis mag, in voorkomend geval samen met de brutovloeroppervlakte als bedoeld in artikel 27, lid 27.3, niet meer bedragen dan 30% van de totale brutovloeroppervlakte van de betreffende woning en de bijbehorende bouwwerken tot een maximum van 50 m², met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'praktijkruimte' de maximale oppervlakte 90 m² mag bedragen.
Een gebruik in strijd met het bestemmingsplan is in ieder geval het wonen in van de oorspronkelijke woning vrijstaande bijbehorende bouwwerken.
De voor 'Wonen - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op en in de gronden als bedoeld in lid 16.1, mogen uitsluitend worden gebouwd:
Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in sublid 16.2.1 gelden de volgende bepalingen:
woningen
bouwwijze | ter plaatse van de aanduiding | |
aaneen, niet-gestapeld | 'aaneengebouwd' | |
gestapeld | 'gestapeld' | |
halfvrijstaand | 'twee-aaneen' | |
vrijstaand | 'vrijstaand' |
bijbehorende bouwwerken
andere bouwwerken
bouwwerken | max. bouwhoogte |
pergola's | 2,7 m |
erf- of perceelafscheidingen achter de voorgevelrooilijn en overige andere bouwwerken |
2 m |
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan de plaats en afmeting van bijbehorende bouwwerken, die hetzij in de erfafscheiding hetzij binnen een afstand van 2 m hiervan worden gebouwd, althans voor zover die bijbehorende bouwwerken een bouwhoogte van meer dan 2 m zullen krijgen, indien zulks noodzakelijk wordt geacht met het oog op de invloed van de bijgebouwen en overkappingen op de belendingen, waaronder op de bezonnings- en uitzichtsituatie.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 16.2.2, onder f en onder i, sub 1, ten behoeve van het bouwen van bijbehorende bouwwerken die aan de zijkant van de oorspronkelijke woning worden gebouwd, tot een bouwhoogte van 5 m.
De gezamenlijke brutovloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van een beroep aan huis mag, in voorkomend geval samen met de brutovloeroppervlakte als bedoeld in artikel 27, lid 27.3, niet meer bedragen dan 30% van de totale brutovloeroppervlakte van de betreffende woning en de bijbehorende bouwwerken tot een maximum van 50 m².
Een gebruik in strijd met het bestemmingsplan is in ieder geval het wonen in van de oorspronkelijke woning vrijstaande bijbehorende bouwwerken.
De voor 'Wonen - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op en in de gronden als bedoeld in lid 17.1, mogen uitsluitend worden gebouwd:
Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in sublid 17.2.1 gelden de volgende bepalingen:
woningen
bouwwijze | ter plaatse van de aanduiding | |
halfvrijstaand of vrijstaand | 'twee-aaneen' | |
vrijstaand | 'vrijstaand' |
bijbehorende bouwwerken
andere bouwwerken
bouwwerken | max. bouwhoogte |
pergola's | 2,7 m |
erf- of perceelafscheidingen achter de voorgevelrooilijn en overige andere bouwwerken |
2 m |
De gezamenlijke brutovloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van een beroep aan huis mag, in voorkomend geval samen met de brutovloeroppervlakte als bedoeld in artikel 27, lid 27.3, niet meer bedragen dan 30% van de totale brutovloeroppervlakte van de betreffende woning en de bijbehorende bouwwerken tot een maximum van 50 m².
Een gebruik in strijd met het bestemmingsplan is in ieder geval het wonen in van de oorspronkelijke woning vrijstaande bijbehorende bouwwerken.
De voor 'Wonen - Garage' aangewezen gronden zijn bestemd voor garageboxen ten behoeve van het stallen van motorvoertuigen en bergingen.
Op en in de gronden als bedoeld in lid 18.1, mogen uitsluitend worden gebouwd:
Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in sublid 18.2.1, gelden de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan de plaats en afmetingen van bouwwerken in lid 18.2, die hetzij in de erfscheiding hetzij binnen een afstand van 2 m hiervan worden gebouwd, althans voor zover die bouwwerken een bouwhoogte van meer dan 2 m krijgen, indien zulks noodzakelijk wordt geacht met het oog op de invloed van die bouwwerken op de belending(en), waaronder op de bezonnings- en uitzichtssituatie.
De voor 'Gemengd - Uit te werken' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Burgemeester en wethouders moeten het plan, voor zover betreft de gronden, als bedoeld in lid 19.1, in zijn geheel of in gedeelten uitwerken volgens de volgende bepalingen:
toegestane bouwwerken
bouwen
Zolang en voor zover een uitwerking nog geen rechtskracht heeft gekregen, mag in het desbetreffende deel van het plan niet worden gebouwd.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 19.3 indien het betreffende bouwwerk in overeenstemming is met het ontwerp van de uitwerking.
De voor 'Waarde - Archeologie hoge verwachting' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en bescherming van de archeologische waarden.
Op en in de gronden als bedoeld in lid 20.1 mag ten behoeve van de andere voor deze gronden geldende bestemming(en) slechts worden gebouwd overeenkomstig de regels van die bestemming(en) en mits de aanvrager van een omgevingsvergunning een archeologisch onderzoeksrapport heeft overgelegd waarin de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag zullen worden verstoord naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate zijn vastgesteld.
Het bepaalde onder 20.2.1 met betrekking tot het overleggen van een archeologisch onderzoeksrapport is niet van toepassing indien de aanvraag betrekking heeft op:
Burgemeester en wethouders verlenen de onder 20.3.1 bedoelde vergunning indien naar hun oordeel uit het daar genoemde rapport genoegzaam blijkt dat:
De volgende voorwaarden kunnen door burgemeester en wethouders aan de omgevingsvergunning verbonden worden:
De onder 2.2.1. bedoelde vergunning kan worden geweigerd indien door de bodemverstoring het belang van de archeologie onevenredig wordt geschaad.
Het is verboden om zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders, omgevingsvergunning, de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Burgemeester en wethouders verlenen de vergunning indien naar hun oordeel uit het rapport als bedoeld in 20.3.2 genoegzaam blijkt dat:
De volgende voorwaarden kunnen door burgemeester en wethouders aan de vergunning verbonden worden:
De onder 20.3.1 bedoelde vergunning kan worden geweigerd indien door de bodemverstoring het belang van de archeologie onevenredig wordt geschaad.
Het in 20.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die een oppervlakte beslaan van ten hoogste 100m2.
De voor 'Waarde - Archeologie lage verwachting' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en bescherming van de archeologische waarden.
Op en in de gronden als bedoeld in lid 21.1 mag ten behoeve van de andere voor deze gronden geldende bestemming(en) slechts worden gebouwd overeenkomstig de regels van die bestemming(en) en mits de aanvrager van een omgevingsvergunning een archeologisch onderzoeksrapport heeft overgelegd waarin de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag zullen worden verstoord naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate zijn vastgesteld.
Het bepaalde onder 21.2.1 met betrekking tot het overleggen van een archeologisch onderzoeksrapport is niet van toepassing indien de aanvraag betrekking heeft op:
Burgemeester en wethouders verlenen de onder 21.3.1 bedoelde vergunning indien naar hun oordeel uit het daar genoemde rapport genoegzaam blijkt dat:
De volgende voorwaarden kunnen door burgemeester en wethouders aan de omgevingsvergunning verbonden worden:
De onder 21.3.1 bedoelde vergunning kan worden geweigerd indien door de bodemverstoring het belang van de archeologie onevenredig wordt geschaad.
Het is verboden om zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders, omgevingsvergunning, de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Burgemeester en wethouders verlenen de vergunning indien naar hun oordeel uit het rapport als bedoeld in 21.3.2 genoegzaam blijkt dat:
De volgende in 21.3.3 genoemde voorwaarden kunnen door burgemeester en wethouders aan de vergunning verbonden worden zoals:
De onder 21.3.1 bedoelde vergunning kan worden geweigerd indien door de bodemverstoring het belang van de archeologie onevenredig wordt geschaad.
Het in 21.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die een oppervlakte beslaan van ten hoogste10.000m2.
De voor 'Waarde - Archeologie middelhoge verwachting' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en bescherming van de archeologische waarden.
Op en in de gronden als bedoeld in lid 22.1 mag ten behoeve van de andere voor deze gronden geldende bestemming(en) slechts worden gebouwd overeenkomstig de regels van die bestemming(en) en mits de aanvrager van een omgevingsvergunning een archeologisch onderzoeksrapport heeft overgelegd waarin de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag zullen worden verstoord naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate zijn vastgesteld.
Het bepaalde onder 22.2.1 met betrekking tot het overleggen van een archeologisch onderzoeksrapport is niet van toepassing indien de aanvraag betrekking heeft op:
Burgemeester en wethouders verlenen de onder 22.3.1 bedoelde vergunning indien naar hun oordeel uit het daar genoemde rapport genoegzaam blijkt dat:
De volgende voorwaarden kunnen door burgemeester en wethouders aan de omgevingsvergunning verbonden worden:
De onder 22.3.1 bedoelde vergunning kan worden geweigerd indien door de bodemverstoring het belang van de archeologie onevenredig wordt geschaad.
Het is verboden om zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders, omgevingsvergunning, de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Burgemeester en wethouders verlenen de vergunning indien naar hun oordeel uit het rapport als bedoeld in 22.3.2 genoegzaam blijkt dat:
De volgende voorwaarden kunnen door burgemeester en wethouders aan de vergunning verbonden worden zoals:
De onder 22.3.1 bedoelde vergunning kan worden geweigerd indien door de bodemverstoring het belang van de archeologie onevenredig wordt geschaad.
Het in 22.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die een oppervlakte beslaan van ten hoogste 500m2.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
In die gevallen dat de bestaande goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte, inhoud of afstand van bouwwerken, die rechtens tot stand zijn gekomen, minder dan wel meer bedraagt dan in of krachtens het bepaalde in hoofdstuk 2 van deze regels is voorgeschreven respectievelijk toegestaan, geldt die goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte, inhoud of afstand in afwijking daarvan als minimaal voorgeschreven respectievelijk maximaal toegestaan.
Een gebruik in strijd met het bestemmingsplan is in ieder geval het gebruik:
tenzij dit gebruik verband houdt met de verwerkelijking van de bestemming of het op de bestemming gerichte beheer van de gronden.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied' omgevingsvergunning te verlenen in afwijking het bepaalde in artikel 15, ten behoeve van het gebruiken en bebouwen voor:
met de bij een en ander behorende groen-, parkeer- en speelvoorzieningen, met dien verstande dat van elke vestiging ten behoeve van de genoemde activiteiten en voorzieningen de gezamenlijke vloeroppervlakte op de bestemming 'Wonen' niet meer dan 160 m² mag bedragen, en op het betreffende bouwperceel voorzien dient te worden in één parkeerplaats per 40 m² vloeroppervlakte,
mits de andere functies dan wonen:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd omgevingsvergunning in afwijking van het plan:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking het plan, ten behoeve van verblijfsrecreatieve voorzieningen in de vorm van "bed and breakfast"- appartementen, -vakantieappartementen of -pension, in een woning en daaraan aangebouwde bijbehorende bouwwerken, mits:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen ten behoeve van bedrijf aan huis in de bedrijfswoning, de woning en de daarbij behorende bijhorende bouwwerken, mits:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, voorzover daaraan behoefte bestaat en zulks het belang van een goede ruimtelijke ontwikkeling van het in het plan begrepen gebied niet schaadt,
mits voldoende vaststaat, dat als gevold van dat andere gebruik geen onevenredige belasting van de woonomgeving ontstaat. Met het oog hierop dient, voordat de wijzigingsbevoegdheid wordt toegepast, in ieder geval een onderzoek te worden ingesteld naar de geluidsbelasting voor de woonomgeving en de te verwachten parkeerdruk.
Van de in sublid 28.1.1 bedoelde wijzigingsbevoegdheid mag:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de van deze regels deel uitmakende bijlage als volgt te wijzigen:
het toevoegen en schrappen van soorten bedrijven en soorten opslag en installaties en het veranderen van de categorie-indeling van soorten bedrijven, opslagen en installaties, voorzover veranderingen in de bedrijfsvoering en de milieugevolgen van soorten bedrijven, opslagen en installaties hiertoe aanleiding geven.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan Leusden-west.