direct naar inhoud van 4.6 Externe veiligheid
Plan: Bestemmingsplan Loerik VI-Albers Pistoriusweg
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0321.0280BPLOERIKVI-VAST

4.6 Externe veiligheid

Beleidskader

Externe veiligheid gaat over het beheersen van de risico's voor de omgeving bij gebruik, opslag en vervoer van gevaarlijke stoffen als vuurwerk, lpg en munitie over weg, water en spoor en door buisleidingen. Ook de risico's van het gebruik van luchthavens vallen onder externe veiligheid. Het ministerie van Infrastructuur en Milieu coördineert het overheidsbeleid voor externe veiligheid.

Van de ramptypes die verband houden met externe veiligheid zijn met name ongevallen met brandbare/explosieve of giftige stoffen van belang. Deze ongevallen kunnen nader worden onderscheiden in ongevallen met betrekking tot:

  • 1. inrichtingen;
  • 2. vervoer gevaarlijke stoffen door buisleidingen;
  • 3. vervoer gevaarlijke stoffen over weg, water of spoor.

Het Besluit externe veiligheid voor inrichtingen (Bevi) is in oktober 2004 in werking getreden. Het besluit heeft tot doel zowel individuele als groepen burgers een minimum (aanvaard) beschermingsniveau te bieden. Indien, op grond van een Wro-besluit, de bouw of vestiging van een kwetsbaar- of beperkt kwetsbaar object mogelijk wordt gemaakt, is het Bevi van toepassing.

Op 1 januari 2011 is het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb) en de daarbij behorende regeling externe veiligheid buisleidingen (Revb) in werking getreden. Het Bevb regelt onder andere welke veiligheidsafstanden moeten worden aangehouden rond buisleidingen met gevaarlijke stoffen, daaronder begrepen aardgastransportleidingen. De normstelling is in lijn met het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi). Met het Bevb/Revb is de circulaire "zonering langs hoge druk aardgasleidingen" uit 1984 vervangen.

In augustus 2004 is voor het vervoer van gevaarlijke stoffen de circulaire risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen gepubliceerd. In de circulaire RNVGS (2004) is het rijksbeleid over de afweging van veiligheidsbelangen die een rol spelen bij het vervoer van gevaarlijke stoffen in relatie tot de omgeving, verduidelijkt en geoperationaliseerd. In de circulaire is zoveel mogelijk aangesloten bij het Bevi.

Voor zowel de behandelingen met gevaarlijke stoffen bij bedrijven als het transport van gevaarlijke stoffen zijn twee aspecten van belang, namelijk het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR).

Het plaatsgebonden risico (10-6 /jaar) geeft inzicht in de kans op overlijden van een individu op een bepaalde afstand van een risicovolle activiteit. Het groepsrisico wordt bepaald door de aanwezige mensen in de nabijheid van een eventueel ongeval bij een risicovolle activiteit en geeft het aantal mogelijke (dodelijke) slachtoffers weer. Ten aanzien van het PR geldt dat er bij besluitvorming op een ruimtelijk plan een grenswaarde in acht dient te worden genomen (kwetsbaar object) dan wel met een richtwaarde rekening dient te worden gehouden (beperkt kwetsbaar object). Voor het GR geldt een oriëntatie waarde (BEVI) of een oriëntatiewaarde (circulaire Rvgs).

Situatie

Over het spoor worden gevaarlijke stoffen vervoerd. De risicokaart geeft aan dat in het plangebied verder geen elementen aanwezig zijn die een risico vormen vanuit het oogpunt van externe veiligheid.

Voor de uit te werken bestemming wordt aangesloten bij de bestaande bestemming, waarbij aanvullend ook maatschappelijke functies, sport en cultuur en ontspanning worden toegestaan. Een onderzoek naar externe veiligheid is nodig vanwege het spoor. Het rapport van AVIV dat is bijgevoegd bij het bestemmingsplan Loerik VI - Het Spoor past niet op onderhavig bestemmingsplan. Er is uitgegaan van de aanwezigheid van 600 personen (deelgebied 12) in de dagperiode. Aangezien het bestemmingsplan wonen toestaat (50% aanwezigheid dag en 100% in de nacht), 30.000 m2 in totaal aan kantoordoeleinden, maatschappelijke activiteiten, gebouwde sportvoorzieningen en cultuur en ontspanning en daarnaast ook bedrijven dient er mogelijk is een externe veiligheidsonderzoek uitgevoerd.

Onderzoek

In opdracht van de gemeente Houten heeft adviesbureau AVIV ten behoeve van de bestemmingsplannen Loerik en Pistoriusweg een rapportage opgesteld over de externe veiligheidsaspecten van de spoorlijn die Houten doorsnijdt. Dit rapport is als bijlage 2 bijgevoegd. Na voltooiing van dit rapport is de bestemming van bouwvlak 12 (volgens het AVIV-rapport) gewijzigd (dit bouwvlak komt overeen met de bestemming Gemengd- Uit te werken in het bestemmingsplan). In dit bouwvlak is nu ook een woonbestemming berekend. De Omgevingsdienst regio Utrecht heeft beoordeeld of voor deze wijziging al dan niet een nieuwe risicoberekening vereist is. Het resultaat van deze beoordeling is gepresenteerd in een adviesnota d.d. 28 september 2012 en is als bijlage 3 bijgevoegd. Uit dit aanvullende advies volgt het volgende. In het AVIV-rapport is berekend dat het groepsrisico op basis van de uitgangspunten van het Basisnet Spoor 0,63 maal de oriëntatiewaarde bedraagt. In vlak 12 neemt de personendichtheid door de wijziging af van 600 tot 130. Dit zal in principe een gunstig effect voor het groepsrisico betekenen, ondanks dat in de nieuwe situatie ook in de nachtperiode personen aanwezig zullen zijn. Het nieuwe groepsrisico zal dan ook naar verwachting kleiner zijn dan de eerder berekende waarde. Omdat de wijziging van bouwvlak 12 ten opzichte van de totale in de AVIV-berekeningen betrokken personendichtheden slechts ondergeschikt is, zal het nieuwe groepsrisico slechts marginaal kleiner zijn. De wijziging vormt daarom geen aanleiding voor een herberekening van het groepsrisico. De wijziging heeft op grond van bovenstaande beoordeling geen gevolgen voor de ruimtelijke onderbouwing van het bestemmingsplan.