direct naar inhoud van Artikel 5 Tuin - Voortuin
Plan: Bouwlocaties Tull en 't Waal
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0321.0030BPBOUWTULL-VA02

Artikel 5 Tuin - Voortuin

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Tuin - Voortuin" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. voortuinen, erven en verhardingen;
  • b. erkers, balkons of luifels;
  • c. parkeren.

5.2 Bouwregels
5.2.1 Algemeen

Ten behoeve van de in lid 5.1 genoemde doeleinden mogen, met inachtneming van de in lid 5.2.2 genoemde regels, de daarbij behorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde en andere werken worden gerealiseerd.

5.2.2 Bouwwerken

Op of in deze gronden mogen uitsluitend erkers, entrees, balkons of luifels worden gebouwd voorover deze zijn verbonden met het hoofdgebouw op hetzelfde bouwperceel, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. de overschrijding mag niet meer bedragen dan 1,5 meter;
  • b. de afstand tot de openbare weg mag niet minder bedragen dan 2 meter;
  • c. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan de hoogte van de eerste bouwlaag van het bijbehorende hoofdgebouw;
  • d. de breedte van een erker mag niet meer bedragen dan 2/3 van de breedte van de voorgevel van het hoofdgebouw op hetzelfde bouwperceel;
  • e. de oppervlakte van een luifel mag niet meer dan 2 m² bedragen;
  • f. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan 1 meter;
  • g. de omvang en bouwhoogte van een kliko-ombouw mag niet bedragen dan 0,50 meter boven en naast de kliko.

5.3 Specifieke gebruiksregels
  • a. Bij woningen met de aanduiding 'minimaal aantal parkeerplaatsen' respectievelijk met de bestemmingen "Wonen-2-aan-een" en "Wonen-vrijstaand" dienen per perceel minimaal één respectievelijk twee parkeerplaatsen met een afmeting van tenminste 2,5 x 5 meter te worden gerealiseerd en in stand gehouden, tenzij anders is aangegeven.
  • b. Tot een verboden gebruik als bedoeld in artikel 2.1, lid 1, onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt in ieder geval gerekend het gebruik van de sub a bedoelde parkeerplaats(en) voor andere doeleinden, zoals dit onder meer blijkt uit het verwijderen van de verharding, dan wel het ontoegankelijk maken van de parkeerplaats.