direct naar inhoud van Artikel 10 Wonen - Twee-aaneen
Plan: Bouwlocaties Tull en 't Waal
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0321.0030BPBOUWTULL-VA02

Artikel 10 Wonen - Twee-aaneen

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Wonen - Twee-aaneen" aangewezen gronden zijn bestemd voor wonen al dan niet in combinatie met een beroep aan huis.

10.2 Bouwregels
10.2.1 Algemeen

Ten behoeve van de in lid 10.1 genoemde doeleinden mogen de daarbij behorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde en andere werken worden gerealiseerd, met inachtneming van:

  • a. de in lid 10.2.2 tot en met 10.2.4 genoemde regels;
  • b. de aangegeven bouwaanduidingen.

10.2.2 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. hoofdgebouwen moeten binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. hoofdgebouwen moeten in de vorm van twee-aaneengebouwde woningen worden gebouwd;
  • c. de voorgevel van het hoofdgebouw moet worden gesitueerd in de voorgevelrooilijn;
  • d. de goothoogte bedraagt maximaal de hoogte die is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'goothoogte';
  • e. de bouwhoogte bedraagt maximaal de hoogte die is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'bouwhoogte'.

10.2.3 Erfbebouwing - Bijbehorende bouwwerken

Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels

  • a. bijbehorende bouwwerken mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen uitgesloten' geen bijbehorende bouwwerken zijn toegestaan;
  • b. de oppervlakte van bijbehorende bouwwerken bedraagt maximaal 50% van de oppervlakte van het bouwperceel buiten het bouwvlak, met een maximum van 50 m²;
  • c. de goot- en de bouwhoogte van bijbehorende bouwwerken bedragen maximaal 3,2 respectievelijk 6 meter;
  • d. voor zover een aanbouw en bijgebouw wordt afgedekt met een kap is de dakhelling identiek aan de dakhelling van het hoofdgebouw op het bouwperceel.

10.2.4 Erfbebouwing - Overige bouwwerken, geen gebouw zijnde

De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouw zijnde bedraagt maximaal 3 meter, met uitzondering van erfafscheidingen van welke de bouwhoogte maximaal 2 meter bedraagt.

10.3 Specifieke gebruiksregels
10.3.1 Parkeren
  • a. Per bouwperceel dienen minimaal twee parkeerplaatsen met een afmeting van tenminste 2,5 x 5 meter te worden gerealiseerd en in stand gehouden, tenzij anders is aangegeven.
  • b. Tot een verboden gebruik als bedoeld in artikel 2.1, lid 1, onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt in ieder geval gerekend het gebruik van de sub a bedoelde parkeerplaatsen voor andere doeleinden, zoals dit onder meer blijkt uit het verwijderen van de verharding, dan wel het ontoegankelijk maken van de parkeerplaats.

10.3.2 Beroep aan huis

Voor de uitoefening van beroepen en bedrijven aan huis zoals genoemd in lid 10.1, gelden de volgende bepalingen:

  • a. de woonfunctie zal in overwegende mate behouden moeten blijven, met dien verstande dat uitsluitend minder dan 1/3 van het woonoppervlak, met een maximum van 100 m², met inbegrip van de maximaal te realiseren aangebouwde bijbehorende bouwwerken, gebruikt mag worden;
  • b. het gebruik mag niet plaatsvinden in een vrijstaand bijbehorend bouwwerk, met uitzondering van kleinschalige kinderopvang;
  • c. detailhandel is niet toegestaan met uitzondering van behandelinggerelateerde producten gelijktijdig bij een behandeling;
  • d. het gebruik mag geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en mag geen onevenredige toename van de parkeerbehoefte veroorzaken;
  • e. de activiteit dient milieuhygiënisch inpasbaar te zijn in de woonomgeving;
  • f. de activiteit dient uitgeoefend te worden door één bewoner zelf en maximaal één ondersteunend personeelslid.
  • g. er zijn maximaal twee beroepen en/of bedrijven aan huis toegestaan per woning;
  • h. de overeenkomstig de in lid 10.3.1 aangelegde of gebouwde parkeervoorzieningen mogen uitsluitend voor parkeerdoeleinden worden gebruikt.