direct naar inhoud van Artikel 8 Maatschappelijk
Plan: Wakkerendijk-Meentweg 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0317.E17BPWakkerendijk-1242

Artikel 8 Maatschappelijk

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. maatschappelijke voorzieningen, waaronder begrepen een begraafplaats;
  • b. kerk, ter plaatse van de aanduiding 'religie';
  • c. kantoor, ter plaatse van de aanduiding 'kantoor';
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - rijksmonument', bescherming, instandhouding en herstel van waardevolle cultuurhistorische waarden;
  • e. een dienstwoning, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
  • f. erven, terreinen en parkeervoorzieningen;
  • g. (ontsluitings)wegen en paden;
  • h. groenvoorzieningen;
  • i. watergangen;
  • j. nutsvoorzieningen,

met de daarbij behorende:

  • k. bouwwerken.

8.2 Bouwregels

Ten aanzien van de bebouwing gelden de volgende regels:

  • a. gebouwen en overkappingen mogen uitsluitend worden gebouwd binnen het bouwvlak;
  • b. het bebouwingspercentage mag niet meer bedragen dan het op de verbeelding aangegeven percentage ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)';
  • c. gebouwen mogen een maximale goot- en bouwhoogte hebben van respectievelijk 3 m en 4 m;
  • d. de inhoud van een dienstwoning mag niet meer bedragen dan 500 m3;
  • e. in afwijking van het bepaalde in sub d mag de bruto vloeroppervlakte van een dienstwoning ter plaatse van de aanduiding 'maximum vloeroppervlakte (m2)' niet meer bedragen dan de op de verbeelding aangegeven oppervlakte;
  • f. de goothoogte van een dienstwoning mag niet meer bedragen dan de goothoogte van het bijbehorende maatschappelijke hoofdgebouw;
  • g. per dienstwoning mogen binnen het bouwvlak bijgebouwen worden gebouwd met een totale oppervlakte van 16 m2. Een garagebox mag worden gebouwd wanneer deze voor motorvoertuigen bereikbaar is; de gezamenlijke oppervlakte van de bijgebouwen mag dan ten hoogste 24 m2 bedragen;
  • h. de goothoogte van een vrijstaand bijgebouw bij een dienstwoning mag niet meer bedragen dan 2,5 m en die van een aangebouwd bijgebouw niet meer dan 3 m.
  • i. de afstand tussen gebouwen mag niet meer bedragen dan 20 m;
  • j. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2 m bedragen;
  • k. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde en van overkappingen mag niet meer bedragen dan 3 m.