direct naar inhoud van 4.2 Beheervisie
Plan: Randmeer
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0313.randmeer0800-0402

4.2 Beheervisie

Ten aanzien van grote delen van het plangebied kan worden gesteld dat deze min of meer vragen om het vastleggen van de huidige situatie. Daarbij wordt zoveel mogelijk aangesloten op de geldende bestemmingen uit het voorgaande bestemmingsplan.

4.2.1 Randmeer

De verbondenheid van Bunschoten-Spakenburg met het water is om diverse redenen (cultuurhistorisch, sociaal-economisch en landschappelijk) erg groot. Het bestemmingsplan is er dan ook op gericht om deze waarden zoveel mogelijk in stand te houden en waar mogelijk te versterken. Het zal duidelijk zijn dat in het Randmeer onderscheid dient te worden gemaakt tussen het water waar (mede)gebruik door de scheepvaart en watersport wordt toegelaten en water waar de 'natuur' dient te worden beschermd.

Water
Het grootste deel van het Randmeer behoudt de bestemming 'Water'. Binnen deze bestemming staat de waterhuishoudkundige functie van het water voorop evenals de scheepvaart en watersport. De binnen het water voorkomende dan wel daaraan eigen landschaps- en natuurwaarden worden al op grond van het geldende bestemmingsplan veiliggesteld. In het nieuwe bestemmingsplan wordt dit gecontinueerd.

Natuur
Voor het gedeelte van het plangebied binnen het Staatsnatuurmonument dient voldoende planologische ruimte te worden geboden voor natuurontwikkeling langs de oevers. Door verlandingsprocessen kunnen ter plaatse plas-drassituaties ontstaan met een gevarieerde vegetatiestructuur en fauna. Op deze wijze wordt er tegelijk voor gezorgd dat de oevers ontoegankelijker worden. Deze oeverzone zal wederom bestemd worden tot “Natuur”.
Voor de gronden bestemd tot “Natuur” behoort zeer extensief recreatief gebruik tot de gebruiksmogelijkheden. De gebruiksmogelijkheden vanwege het gebruik van de gronden als rust- fourageer- en tevens broedgebied, dienen naar vorm en periode van recreatief gebruik te worden gelimiteerd.

Recreatief medegebruik van natuurgebieden is voor het Staatsnatuurmonument en de aangrenzende gronden strikt gereglementeerd en beperkt op grond van de Natuurbeschermingswet. Op basis van de Natuurbeschermingswet met daarbij de ministeriële aanwijzing van een Staatsnatuurmonument is de beheerder van het Staatsnatuurmonument verplicht om een beheersregeling vast te leggen. Deze regeling betreft gebruiksbepalingen omtrent de periode en mate van toegankelijkheid (bijvoorbeeld mogelijke afsluiting in verband met paartijd of broedseizoen) en het zeer extensief recreatief medegebruik van deze gronden (voorwaarden waaronder voetgangers en fietsers het Staatsnatuurmonument mogen bezoeken). Op grond van de Natuurbeschermingswet wordt gebruik van de gronden welke zijn aangewezen tot Staatsnatuurmonument ondergeschikt geacht aan de hoofdfunctie natuurgebied. Met andere woorden: enige vorm van gebruik, i.c. recreatie, die schade aanbrengt aan de natuurwaarde (natuurwetenschappelijke betekenis en/of natuurschoon) van het natuurgebied is strafbaar.

Om doublures in regelgeving te voorkomen wordt hetgeen reeds is bepaald in de Natuurbeschermingswet, de ministeriële aanwijzing tot Staatsnatuurmonument en de hieruit voortvloeiende beheersregeling niet ten tweede male in een bestemmingsplan bepaald. Zo zijn bijvoorbeeld openings- en sluitingstijden van een natuurgebied niet 'ruimtelijk relevant' en dienen bij voorkeur niet in de voorschriften van een bestemmingsplan te worden vastgelegd.

4.2.2 Sportpark Westmaat

Voor het sportpark Westmaat wordt in eerste instantie uitgegaan van de huidige situatie. Daarbij wordt rekening gehouden met de nieuwbouw die recentelijk heeft plaatsgevonden. Beide voetbalverenigingen (v.v. IJsselmeervogels en s.v. Spakenburg) hebben de oude hoofdtribunes vernieuwd. De nieuwbouw heeft plaatsgevonden op nagenoeg dezelfde locaties.

Binnen de tribune wordt geen ruimte geboden voor extra voorzieningen die geen relatie hebben met het sportpark. In de gerealiseerde multifunctionele ruimten onder de tribunes zijn uitsluitend sportgerelateerde functies mogelijk.

4.2.3 Het kleine Zeetje

Voor de wandelboulevard en het strandje ter plaatse van het Kleine Zeetje worden vooralsnog geen grootschalige veranderingen verwacht. Daarom wordt de huidige situatie in het bestemmingsplan vastgelegd.
Wel wordt ruimte geboden voor de bouw van een bescheiden horecavoorziening (kiosk van 80 tot 100 m2) in de groenstrook tussen het strandje en de wandelboulevard.

4.2.4 Bungalowpark Eemmeer

Op het Bungalowpark Eemmeer is al geruime tijd sprake van permanente bewoning van een aantal van de 65 vakantiebungalows en 2 stacaravans. Op basis van het raadsbesluit van 6 juli 2006 komen diegene die zich voor 31 oktober 2003 hadden ingeschreven in aanmerking voor een gedoogregeling.
Het geven van een woonbestemming aan de vakantiebungalows in het bungalowpark is niet meer aan de orde. De ligging van het bungalowpark in Nationaal Landschap Arkemheen-Eemland staat dit niet toe. Het verstrekken van een persoonlijke gedoogbeschikking wordt niet uitgesloten. Daarnaast heeft de provincie Utrecht in 2004 beleid vastgesteld met betrekking tot de permanente bewoning van vakantiebungalows, waaruit blijkt dat het geven van een woonbestemming aan individuele bungalows niet aan de orde is.

Wat betreft Bungalowpark Eemmeer wordt in het kader van dit bestemmingsplan wederom uitgegaan van een verblijfsrecreatieve bestemming, waarbij permanente bewoning specifiek wordt uitgesloten. In de bestemming wordt geregeld dat voor die personen die beschikken over een persoons- en objectgerichte gedoogbeschikking de permanente bewoning als onder het overgangsrecht mag worden voortgezet, zolang wordt voldaan aan de daartoe verleende gedoogbeschikking.
Zodra niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden van die gedoogbeschikking, wordt die permanente bewoning alsnog strijdig gebruik, en daarmee een verboden gebruik, waartegen handhavend wordt opgetreden (ofwel, de permanente bewoning kan worden beëindigd).

Overzicht van de gedoogbeschikkingen Bungalowpark Eemmeer, Westdijk 40:

nr.   Bungalow- nummer   Datum afgifte beschikking  
1   1   31 januari 2007  
2   5   1 november 2007  
3   6   15 juli 2008  
4   7   12 juli 2007  
5   8   21 november 2006  
6   10   30 januari 2007  
7   11   30 januari 2007  
8   14   1 november 2007  
9   17   24 oktober 2006  
10   19   21 november 2006  
11   22   24 april 2007  
12   23   24 oktober 2006  
13   24   13 februari 2007  
14   29   24 april 2007  
15   31   24 oktober 2006  
16   32   13 februari 2007  
17   33   13 februari 2007  
18   35   30 januari 2007  
19   37   30 januari 2007  
20   38   24 april 2007  
21   39   24 oktober 2006  
22   42   12 juli 2007  
23   44/45   24 augustus 2006  
24   50   19 december 2006  
25   51/52   24 augustus 2006  
26   54/55   24 augustus 2006  
27   56   13 februari 2007  
28   58   30 januari 2007  
29   65   1 november 2006  

Om permanente bewoning van vakantiewoningen tegen te gaan wordt een maximale maatvoering van het bouwvolume aangehouden. In de afgekeurde bestemming 'Verblijfsrecreatie' van het huidige bestemmingsplan Randmeer was destijds 225 m3 opgenomen. Inmiddels gaat de provincie Utrecht in de handleiding bestemmingsplannen al uit van maximaal 250 m3 per vakantiewoning. Op het terrein is nog ruimte voor de bouw van drie extra vakantiewoningen. Daarmee komt het maximum aantal op 70 recreatiewoonverblijven.

4.2.5 Jachthaven Nieuwboer

Voor Jachthaven Nieuwboer worden geen veranderingen verwacht die op voorhand een specifieke regeling in het bestemmingsplan noodzakelijk maken. Met de bestemmingsregeling wordt dan ook grotendeels aangesloten op de bestemmingen uit het geldende bestemmingsplan:

  • voor wat betreft de jachthaven wordt het water in eerste instantie als water bestemd. Binnen de waterbestemming worden door middel van een nadere aanduiding 'jachthaven' de aanlegsteigers geregeld. De aanwezigheid van drijvende woongelegenheden is uitgesloten;
  • de gronden bij de jachthaven worden als zodanig bestemd. Binnen de bestemming 'Recreatie- Jachthaven' wordt de botenopslag en -onderhoud geregeld, evenals de watersport- en botenverkoopwinkels als onderdeel van de botenloods. Tot slot wordt ook de parkeerplaats binnen deze bestemming vastgelegd;
  • op het terrein wordt aansluitend aan de bestaande botenloods een restaurant gevestigd, waarbij de omvang van het restaurant binnen de contouren van de bestaande bebouwing blijft. In het kader van dit bestemmingsplan wordt rekening gehouden met de aanvullende activiteiten in de vorm van een zalencentrum annex partycentrum;
  • de 35 vakantiebungalows op het terrein krijgen een verblijfsrecreatieve bestemming. Omdat in geen van de bungalows permanente bewoning plaatsvindt, heeft de specifieke regeling (zie 4.2.4) met betrekking tot permanente bewoning (als verboden gebruik) geen gevolgen voor de betreffende gronden;
  • Om permanente bewoning van vakantiewoningen tegen te gaan wordt een maximale maatvoering van de bouwvolume van maximaal 250 m3 per vakantiewoning aangehouden.

Met betrekking tot het partycentrum wordt nog het volgende opgemerkt. In het geldende bestemmingsplan Randmeer was al de mogelijkheid van een horecavoorziening vastgelegd. Het betreft in eerste instantie dan ook het bestendigen van een bestaande situatie. Op In het kader van het nieuwe bestemmingsplan worden de mogelijkheden enigszins verruimd. Het partycentrum vormt een ondergeschikt onderdeel van de Jachthaven Nieuwboer, waarvan een groot deel van de activiteiten zich in de open lucht afspelen. De meeste activiteiten spelen zich af in de geplande bebouwing. In de horecavergunning zullen nadere eisen worden gesteld om de hinder voor de omgeving te beperken. Met betrekking tot het stiltegebied wordt opgemerkt dat de jachthaven, en de beoogde bebouwing in het bijzonder, zich op de grens van het stiltegebied bevinden.

4.2.6 Woningbouw Weikamp

Op het terrein van Weikamp 94 wordt de bouw van drie nieuwe woningen mogelijk gemaakt. De bouwmogelijkheid aan de zijde van de Weikamp betreft de continuering van een bestaande bouwmogelijkheid uit het geldende bestemmingsplan. Aan de zijde van de Garnalenweg zijn twee nieuwe vrijstaande woningen mogelijk gemaakt. Op deze wijze was de verplaatsing van een visverwerkingsbedrijf op het betreffende perceel mogelijk.

4.2.7 Bedrijvigheid

De bestaande bedrijven in het gebied rondom de Weikamp en Oostmaat zijn in het bestemmingsplan geregeld. Het reparatiebedrijf voor scheepsmotoren aan de Oostmaat krijgt een bedrijfsbestemming. Op het terrein is het betreffende reparatiebedrijf toegestaan plus andere bedrijven uit de milieucategorie 1 en 2.
De visverwerkingsbedrijven aan de Garnalenweg en de Weikamp zijn beide bestemd tot bedrijf (milieucategorie 1 en 2 plus visverwerkingsbedrijf). De bijbehorende bedrijfswoning is op de verbeelding aangeduid. Het pand van de geluidsstudio heeft een gemengde bestemming gekregen, met de nadere aanduiding 'atelier'.

4.2.8 Cultuurhistorie

Waardevolle bebouwing
Binnen de grenzen van dit plangebied bevinden zich géén als waardevol aangemerkte historische panden die, blijkens de Nota Erfgoedbeleid, in aanmerking komen om te worden aangewezen als gemeentelijke monument.

Beschermd dorpsgezicht
Een deel van het gebied rond de Oude en Nieuwe Haven wordt op termijn aangewezen als beschermd dorpsgezicht. De historisch ruimtelijke structuur van de havens van Spakenburg geldt als een karakteristiek voorbeeld van een voormalig vissersdorp aan de voormalige Zuiderzee. De begrenzing van het beschermd dorpsgezicht Havengebied Spakenburg volgt min of meer de achterzijde van de bebouwing aan de Oude Schans, de Havenstraat, de westelijke pier tot aan het einde in het Nijkerkernauw, de oostelijke Pier, de bebouwing achter de Kerkemaat, de Hoekstraat, de Turfwal en de Kop van het Spuiplein (zie afbeelding “Beschermd Dorpsgezicht Havengebied Spakenburg”).

afbeelding "i_NL.IMRO.0313.randmeer0800-0402_0020.jpg"

Afbeelding - beschermd Dorpsgezicht Havengebied Spakenburg (met voorgestelde begrenzing RDMZ)

Ter effectuering van de aanwijzing van een beschermd dorpsgezicht moet ingevolge artikel 36 van de Monumentenwet 1988 een bestemmingsplan worden opgesteld. Dit ter bescherming van de in het beschermd dorpsgezicht aanwezige karakteristieke, met de historische ontwikkeling samenhangende structuur en ruimtelijke kwaliteit. Dit is gebeurd in het recent vastgestelde bestemmingsplan Spakenburg - Centrum (vastgesteld 13 maart 2008).
Enkel de pier, de havenmonding en de bebouwing langs de Kerkemaat worden in het kader van dit bestemmingsplan voorzien van een passende dubbelbestemming.

In aansluiting hierop dient te worden vermeld dat pas wanneer daadwerkelijk sprake is van een door de minister aangewezen beschermd dorpsgezicht, de bouwbepalingen in het bestemmingsplan en de criteria in het de welstandsnota van toepassing zijn op alle bouwwerken. In een dergelijk dorpsgezicht zijn immers alle bouwwerken vergunningplichtig (artikel 43, lid 2, onder b Woningwet).

Archeologie
In het 'Beleidsplan voor de Gemeentelijke Archeologische monumentenzorg op basis van Stra-Arch' (Vestigia, nr. V33, 17 november 2004) is inzichtelijk gemaakt waar en op welke wijze bij de planvorming rekening dient te worden gehouden met archeologisch onderzoek. Het beleidsplan bestaat uit een archeologische basiskaart (een analyse van de verwachte of aanwezige archeologische waarden), een archeologische maatregelenkaart (beleidskaart) en een toelichtende tekst.

afbeelding "i_NL.IMRO.0313.randmeer0800-0402_0021.jpg"

Afbeelding - uitsnede archeologische maatregelenkaart

Uit de gegevens van de gemeentelijke Archeologische Basiskaart blijkt dat voor grote delen van het plangebied hoge maritiem archeologische verwachtingswaarden gelden. Voor het resterende deel van het plangebied zijn op basis van historische bronnen geen archeologische verwachtingswaarden bekend. Concrete actie ter behoud en zorgvuldig beheer van verwachte en bekende archeologische waarden is in de Archeologische maatregelenkaart uitgewerkt.

Overeenkomstig het gemeentelijk archeologisch beleidsplan is er voor gekozen om de (verwachte) archeologische waarde te beschermen met behulp van een dubbelbestemming en een stelsel van aanlegvergunningen in het bestemmingsplan.