Plan: | Randmeer |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0313.randmeer0800-0002 |
De gemeente Bunschoten heeft het ingenieursbureau Tauw BV gevraagd een geuronderzoek uit te voeren. In het onderzoek 'Geuronderzoek woningbouwlocatie Oostmaat te Bunschoten' (nr. R001-4574177XMA-pws-V02-NL, d.d. 6 oktober 2008) is nagegaan of woningbouw in het gebied Zuyderzee mogelijk is.
In het onderzoek wordt allereerst aangegeven dat de gehanteerde grenswaarden uit de Nederlandse Emissierichtlijn Lucht (NeR) niet direct toe te passen zijn voor een beoordeling van geur in het kader van een bestemmingsplan. Bij milieuvergunningverlening vindt geurbeoordeling plaats voor individuele inrichtingen, daarbij vindt geen beoordeling plaats ten gevolge van cumulatie van meerdere bedrijven en cumulatie van verschillende typen geur.
In het kader van een bestemmingsplan wordt een totaal oordeel gegeven over de geurbelasting van een gebied. Dit heeft tot gevolg dat voor bestemmingsplannen in principe hogere geurgrenswaarden worden gehanteerd, omdat de geurbelasting van meerdere bedrijven gezamenlijk wordt beoordeeld.
Op basis van de berekeningen wordt geconcludeerd dat de maximale gecumuleerde berekende geurbelasting in het plangebied op een vergelijkbaar niveau (maximaal 2,0 ge/m3 aan de rand) ligt als de (minimale) grenswaarde voor de aaneengesloten woonbebouwing van 1,9 ge/m3 als 98 percentiel voor de verwerking van vleeswaren (waaronder het roken van visproducten). Hierbij wordt opgemerkt dat deze grenswaarde wordt gehanteerd bij vergunningverlening van individuele bedrijven. De beoordeling van de gecumuleerde geurbelasting aan de hand van deze grenswaarde is derhalve ‘worst case’. In de cumulatieve berekening zijn ook banketbakkers meegenomen. Hiervoor geldt een hogere toegestane waarde van 10 ge/m3, wederom voor individuele bedrijven.
Tot slot wordt opgemerkt dat een zekere vislucht inherent gekoppeld is aan de gemeente Bunschoten. Daarbij zijn er geen geurrelevante klachten bekend in de nabijheid van de reeds bestaande woonbebouwing, die tussen het plangebied en het industrieterrein in ligt.
Op basis van de berekende gecumuleerde blootstellingsniveaus wordt geconcludeerd dat het aannemelijk is dat bij de woningen in het plangebied een acceptabele geur zal ontstaan. Op grond van geur is het plan inpasbaar.