Plan: | Randmeer |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0313.randmeer0800-0002 |
Ontwikkelingsvisie Kuststrook
De gemeente heeft in 2005 een ontwikkelingsvisie voor de kuststrook vastgesteld. De ontwikkelingsvisie heeft tot doel het accommoderen van de recreatieve druk die zich op de middellange termijn aandient. Het gaat daarbij niet om grootschalige recreatieve ontwikkeling met sterke aanzuigende werking. In de ontwikkelingsvisie worden mogelijkheden geschetst voor verblijfsrecreatie (hotel, camping), relevante horeca en betere voorzieningen voor wandelen, fietsen en waterrecreatie (jachthaven). De ontwikkelingsvisie beslaat de kuststrook tussen Westmaat en Laakmaat, veel ruimer dan het plangebied van dit bestemmingsplan, en heeft een planhorizon van 10 jaar.
Op 13 december 2007 en 25 september 2008 heeft de raad ingestemd met verdere voorbereiding die leidt tot de realisatie van de ontwikkelingsvisie Kuststrook-Oost.
Als gevolg van het tussentijds coalitie-akkoord van 30 juni 2009 is er een opdracht gegeven voor de wijziging van de plannen voor de Kuststrook-Oost en Oostmaat (Zuyderzee). De gemeenteraad heeft op 15 februari 2010 ingestemd met de gewijzigde plannen.
De ontwikkelingsvisie betreft in het geval van dit bestemmingsplan de uitbreiding van het aantal havenligplaatsen in combinatie met de ontwikkeling van woningbouwlocatie Zuyderzee en het versterken van de oostelijke oevers van het Randmeer.
Momenteel worden twee projecten voorbereid die een sterke onderlinge samenhang hebben, te weten het woningbouwproject Zuyderzee en de Kuststrook-Oost. Het project Zuyderzee betreft de ontwikkeling van een nieuw woongebied in het braakliggende gebied tussen de Kerkemaat en de Oostmaat. Het project Kuststrook-Oost omvat het waterfront van Bunschoten-Spakenburg tussen de havenmonding en de monding van de Laak. Het westelijk deel omvat de realisatie van een nieuwe buitendijks gelegen jachthaven met parkeerplaats en botenopslag. De kuststrook wordt ook ontwikkeld tot een recreatief verblijfsgebied met wandel- en fietspaden.
De combinatie van het woningbouwproject met de jachthaven geeft een grote meerwaarde voor het gebied en ook voor de gemeente als geheel.
De kern van de opgave bestaat uit het creëren van een kwalitatief hoogwaardige stedenbouwkundige invulling die nauw aansluit op de karakteristiek historische omgeving. De bebouwing aan de Weikamp / Oostmaat wordt als karakteristiek en waardevol beschouwd. Eventuele ingrepen in deze bestemming dienen minimaal een verbetering te zijn voor het aanzicht van dit historische gebied. Dit betekent terughoudende architectuur en een bouwhoogte en massa welke aansluit bij de bestaande bebouwing.
Vanuit het tussentijds coalitie-akkoord van 30 juni 2009 is hierbij aangetekend dat de gemiddelde bouwhoogte boven het peil van de parkeergarage 12 m mag zijn, met een maximale hoogte van 15 m.
Locatie
De locatie Zuyderzee ligt aan de noordelijke kant van het vissersdorp Spakenburg. De locatie Zuyderzee is gelegen op een unieke locatie. Het terrein wordt aan drie zijden begrensd door kleinschalige woonbebouwing van één of twee lagen met kap. De zuidwestzijde wordt door slechts één rij woningen gescheiden van de Nieuwe Haven, die in gebruik is als jachthaven. Aan de noordzijde van het terrein ligt de Oostdijk, die vroeger aan het IJsselmeer grensde. Momenteel ligt buiten deze dijk een groen oeverland dat geleidelijk overgaat in het randmeer.
De gemeente Bunschoten heeft in de Ontwikkelingsvisie Kuststrook het voornemen vastgelegd om buitendijks een nieuwe jachthaven aan te leggen. Daartoe wordt de dijk, naast de verhoging die om veiligheidsredenen noodzakelijk is, verplaatst en wordt de huidige botenopslag en het bijbehorende parkeerterrein verplaatst en vergroot. Aan de noordzijde van de nieuwe jachthaven wordt de mogelijk geboden voor een beperkt aantal drijvende woningen/villa's. Bestaande en nieuw aan te leggen fiets- en wandelroutes worden middels een boulevard verbonden met de bestaande jachthaven en de oude kern van Spakenburg.
Doordat de locatie Zuyderzee door deze ingreep aan twee zijden wordt begrensd door een haven ontstaat een buurt met een maritiem karakter, die een aantrekkelijke voortzetting vormt van de huidige bebouwing rond de havens van Spakenburg.
Stedenbouwkundige opzet
Pouw en Dillen Architecten uit Utrecht en Kokon Architectuur en Stedenbouw uit Rotterdam hebben het stedenbouwkundig plan opgesteld voor het gebied. Het uitgangspunt bij het ontwikkelen van dit stedenbouwkundige plan is op een zorgvuldige wijze aansluiting vinden op de bestaande dorpse structuur en bebouwing en deze versterken. Het plan sluit in schaal en korrelgrootte aan op de bestaande pittoreske vissershuisjes, pakhuizen en visrokerijen. Het karakter van de nieuwe buurt wordt net als de oude kern bepaald door een hoge bebouwingsdichtheid, mede ingegeven door programmatische eisen ten aanzien van het aantal te realiseren woningen.
In de stedenbouwkundige opzet is er voor gekozen om deze hoge dichtheid daar te concentreren waar dat ruimtelijk goed kan, namelijk aan de noordrand van het woongebied langs de boulevard. Op een beperkt oppervlak is het mogelijk om hier een groot deel van de woningen in de vorm van appartementen te realiseren. Hierdoor wordt de rest van de locatie louter voor laagbouw bestemd.
Afbeelding - verkavelingsvoorstel Oostmaat
Het bestaande historische stratenpatroon van de Oostmaat en de Weikamp met de karakteristieke geknikte straten wordt in het plan overgenomen. Er wordt een spannende openbare ruimte gecreëerd, die kwalitatief hoogwaardig wordt ingericht en wordt gekenmerkt door het gebruik van stegen, poorten en smalle geknikte woonstraten. Dit nodigt de bezoeker uit verder de buurt in te lopen en deze te verkennen. Auto's van de woningen aan de boulevard parkeren centraal in een grote parkeergarage die half verdiept onder deze woningen wordt aangelegd en die buiten de bestaande straten om (via de Garnalenweg) te bereiken is. Voor de grondgebonden woningen wordt op maaiveldniveau per woning één parkeerplaats in de openbare ruimte opgenomen.
In het plan zijn twee geknikte woonstraten opgenomen die samen de verbinding vormen van de bestaande jachthaven met de nieuwe jachthaven. Deze woonstraten komen uit op een brede boulevard die loopt langs de nieuwe jachthaven. De boulevard is autovrij en vormt een recreatief aantrekkelijk verblijfsgebied met ruimte voor fietsers en voetgangers. De boulevard komt uit op de landtong tussen de twee havens waarop een gezichtsbepalend gebouw wordt gerealiseerd.
Om optimaal aan te sluiten op de bestaande bebouwing is het plan aan de randen en in het middengebied laag gehouden. Hier is ruimte voor ongeveer 55 grondgebonden woningen van gemiddeld twee bouwlagen met kap. Op de hoeken van de boulevard vormen zogenaamde kadewoningen van 2 bouwlagen met kap de overgang naar de appartementengebouwen.
Afbeelding - mogelijke aanzichten kadewoningen
De ruimte die ontstaat door het verleggen van de dijk, de ligging aan de jachthaven en de oriëntatie en het vrije uitzicht over het randmeer biedt de mogelijkheid om op deze plek ongeveer 70 appartementen verdeeld over meerdere appartementenblokken te realiseren. Door de ligging aan de noordzijde van de locatie is er geen hinderlijke schaduwwerking ten opzichte van de aangrenzende laagbouw.
De bebouwing langs de boulevard wordt onderbroken door twee zijstraten, waarvan één als een poort overbouwd. De gebouwen langs de boulevard lopen geleidelijk op in hoogte van 2 bouwlagen met kap aan de zijkant tot 4 bouwlagen met een kap in het midden. Afwijkend hiervan kent het bouwblok tussen de beide zijstraten op twee plekken een hoogteverspringing naar een maximale hoogte van 4 bouwlagen (zonder kap).
Afbeelding - voorbeelden drijvende watervilla's
Aan de noordzijde van de nieuwe jachthaven wordt de mogelijkheid geboden voor maximaal 15 drijvende watervilla's. De watervilla's hebben een beperkte hoogte en liggen met een deel van het volume onder de waterlijn. De villa's stijgen of dalen mee met het peil van het water. Tussen de villa's dient voldoende onderlinge afstand te worden gehouden. Hierdoor blijven de zichtlijnen vanaf de boulevard op de rietlanden en het Randmeer gewaarborgd.
De woningen hebben vrij uitzicht op de nieuwe jachthaven. De 15 waterwoningen sluiten met hun eigen unieke eigenschappen perfect aan op de natuurlijke omgeving. Vanwege de lichtuitstraling naar het natuurgebied kunnen beperkt ramen aan de noordzijde van de woningen worden aangebracht.
Architectuur
Voor de woningbouw-ontwikkeling is een beeldkwaliteitsplan opgesteld, waarin een en ander nader wordt vastgelegd. Het Beeldkwaliteitsplan wordt gelijktijdig met het bestemmingsplan door de Raad vastgesteld. Het geeft richting aan de architectonische ontwikkeling van de nieuwe bebouwing in Spakenburg-Oostmaat. Het vormt, samen met de welstandsnota, het architectonisch toetsingskader voor de concrete bouw- en inrichtingsplannen zoals die voor het gebied bij de gemeente worden ingediend.
Het karakter van het historische Spakenburg vormt in het beeldkwaliteitsplan het uitgangspunt voor de architectuur van de nieuwe Spakenburg-Oostmaat. Dat geldt voor de hoofdvorm (verschijningsvorm), materiaalgebruik en detaillering van de nieuwe bebouwing.
In het Beeldkwaliteitplan wordt voor de grondgebonden woningen in het binnengebied uitgegaan van een reeks van kleinschalige panden met een grote diversiteit in architectuur. De verschillende panden staan in een voorgevelrooilijn of verspringen (max 45 cm). Ten behoeve van bijgebouwen, zoals schuurtjes en klompenhokken, die ook in het bestaande Spakenburgse straatbeeld veelvuldig voorkomen, is in het bestemmingsplan een extra reservering opgenomen voor de gevellijn.
De eerder genoemde diversiteit in architectuur wordt niet alleen bij de laagbouw toegepast, maar ook bij de appartementengebouwen langs de boulevard/havenfront. Het gevelontwerp wordt in schaal (detail, materiaal) zowel afgestemd op beleving vanaf de boulevard dichtbij als op afleesbaarheid vanaf het water op grote afstand (kleurverschil, plastiek, vormverschil per pand). Grootschalige panden worden visueel afgewisseld met kleinere panden.
De voorgevels van de panden aan het havenfront kunnen in de rooilijn onderling verspringen: de verspringing kan fors zijn rekening houdend met de Spakenburgse karakteristiek en het gewenste plastische beeld van afstand over het water.
Voor het deelgebied watervilla’s betreft het bebouwing die aangemerkt kan worden als woonark; woonboten gebouwd op een feitelijk schip of vaartuig niet zijn toegestaan.
De watervilla’s bestaan maximaal uit drie lagen, waarvan de onderste laag minimaal voor 1/2 onder water is gelegen. De derde bouwlaag heeft beslaat een beperkt deel van de onderliggende bouwlaag. Het materiaalgebruik sluit aan bij het natuurgebied.
Een belangrijk aspect is de verhouding tussen ‘open en gesloten’, oftewel de open ruimte (‘lucht’) tussen de watervilla’s onderling. In het kader van dit bestemmingsplan wordt uitgegaan van een minimale afstand van 5 m.
Programma
Het stedenbouwkundig ontwerp omvat in totaal circa 150 woningen (ruim 20.000 m2 bvo), waarvan circa 55 grondgebonden, ongeveer 70 appartementen in verschillende groottes en prijsklassen en 15 watervilla's. In deze maat van 20.000 m2 bvo is de oppervlakte van de parkeergarage niet meegenomen.
De boulevard moet een levendige en gezellige plek worden. Commerciële functies in de plint van de bebouwing kan, door het aantrekken en onderhouden van de bezoekers en passanten op de boulevard,daaraan bijdragen. In een deel van de plint van de bebouwing langs de boulevard wordt dan ook de mogelijkheid geboden voor een invulling met commerciële functies (maximaal 800 m2 bvo):
Parkeren
In het woongebied Zuyderzee wordt een half-ondergrondse parkeergarage met circa 115 parkeerplaatsen gepland en individuele bergruimten ten behoeve van de bewoners van de appartementen. De parkeergarage wordt ontsloten aan de oostzijde.
Deze parkeerplaatsen zijn bestemd voor de bewoners van de boulevardwoningen Tevens kunnen extra parkeerplaatsen in de garage verkocht worden aan bewoners of omwonenden die een extra plaats willen hebben en zijn er enkele plaatsen beschikbaar voor de gebruikers (medewerkers) van de commerciële bestemmingen in de plint van de bebouwing aan de boulevard. Voor de grondgebonden woningen in het middengebied worden in het openbare gebied parkeerplaatsen gerealiseerd. De overige parkeerplaatsen voor de woningen evenals de watervilla's komen op het buitendijkse parkeerterrein te liggen.
De bezoekers van het woongebied dienen gebruik te maken van het buitendijkse parkeerterrein. Dit houdt in dat de boulevard nagenoeg autovrij kan blijven, met uitzondering van hulpdiensten. Voor een verantwoording van de berekening wordt verwezen naar paragraaf 5.2.3 'Parkeerbalans'.
De halfondergrondse parkeergarage wordt aan de noordzijde tegen de nieuwe dijk aangeschoven. De parkeergarage maakt echter geen deel uit van de waterkering. Doordat een (vrijstaande) waterkerende constructie wordt gerealiseerd, kan de waterkering op zichzelf functioneren. De bovenkant van de parkeergarage (2,85 m +NAP) ligt iets boven de hoogte van het nieuwe dijklichaam.
Verkeersontsluiting
Het woongebied wordt aan de oost- en zuidwestzijde ontsloten voor het autoverkeer. De oostelijke ontsluiting verzorgt de aansluiting van de parkeergarage op de Garnalenweg. De oostelijke ontsluiting wordt geheel losgekoppeld van het verkeer op de Oostmaat en de Weikamp. Via de ontsluiting wordt ook het buitendijkse parkeerterrein naast de jachthaven ontsloten. De toegang tot de parkeerplaatsen in het binnengebied vindt plaats vanaf het kruispunt Oostsingel-Oostmaat-Kerkemaat.
Op deze wijze wordt het woongebied eenvoudig vanaf de Oostsingel ontsloten en wordt het centrum niet overmatig belast met autoverkeer van en naar dit plangebied. Het langzaam verkeer zal via de Kerkemaat, de Weikamp of de Oostmaat naar het woongebied kunnen rijden. De Kerkemaat blijft wel bereikbaar voor bestemmingsverkeer.
Door de splitsing van de verkeersstromen enerzijds voor de grondgebonden woningen en anderzijds het verkeer naar de parkeergarage en het buitendijks parkeerterrein is er geen sprake van een overmatige belasting door het autoverkeer van de woningen aan het eind van de Weikamp en de Oostmaat.
Door het woongebied lopen twee smalle woonstraten die de Nieuwe Haven met de nieuwe jachthaven verbinden. De boulevard tussen de appartementen en de nieuwe jachthaven wordt, met een breedte van circa 8 m, ingericht als een promenade voor fietsers en wandelaars. De boulevard is vanuit het binnengebied voor het auto niet bereikbaar, met uitzondering van hulpdiensten.
De landelijke Zuiderzeeroute (fietsroute) langs het Randmeer hoeft niet meer via de Weikamp te voeren maar kan over de nieuwe boulevard en de Kerkemaat worden geleid.
Openbare ruimte
Bij de kwalitatief hoogwaardige inrichting van de openbare ruimte wordt met de bestrating en het straatmeubilair aangesloten op het oude havengebied van het historische centrum van Spakenburg. In het beeldkwaliteitsplan wordt hier nadere aandacht aan geschonken.
In overeenstemming met de nota 'ruimte voor de jeugd in Bunschoten' wordt in het gebied een speelvoorziening gerealiseerd.
Visrokerij
Op de ontwikkelingslocatie Zuyderzee is nog een voormalige visrokerij (J. Muys) aanwezig met een cultuurhistorische waarde (categorie 3; zie ook paragraaf 2.4.1). De visrokerij kan echter om economische en bouwtechnische motieven niet worden behouden.
Bebouwing op de landtong
Op de landtong wordt één markant gebouw gerealiseerd. Aan de beeldkwaliteit worden in het beeldkwaliteitsplan specifieke eisen gesteld. De precieze invulling van het betreffende gebouw is nog niet bekend. Gedacht kan worden aan een havenkantoor, het nieuwe onderkomen van de watersportvereniging of wellicht een speciale functie.
Conclusies
Voor het gebied Zuyderzee zijn de plannen zo ver gevorderd dat de beoogde situatie direct kan
worden bestemd. Voor de bebouwing op de betreffende gronden wordt op de verbeelding een
globale woonbestemming gelegd met ruime bouwmogelijkheden. Het gebied waarbinnen de
watervilla's mogen worden gerealiseerd wordt binnen de waterbestemming aangegeven.
Voor het nieuwe gebouw op de landtong wordt uitgegaan van een gemengde bestemming.
Nieuwe jachthaven en omgeving
De huidige havens in het centrum van Spakenburg omvatten circa 300 ligplaatsen. Deze ligplaatsen zijn verspreid over de Oude Haven, de Nieuwe Haven en langs de pier. In de Oude Haven (museumhaven) liggen voornamelijk de historische botters die deel uitmaken van de Bruine vloot, maar ook enkele moderne plezierjachten. In de Nieuwe Haven liggen uitsluitend plezierjachten (166 ligplaatsen). Tijdens het hoogseizoen wordt langs de pier aan beide zijden ruimte geboden voor passanten.
De verwachting is dat de waterrecreatieve vraag op de randmeren verder zal groeien. Voor de bestaande jachthavens wordt een groeiend capaciteitstekort verwacht voor zowel de historische schepen als voor de plezierjacht.
In de nieuwe jachthaven gaat ruimte geboden worden voor 90 ligplaatsen. Hiervan zijn 20 ligplaatsen bedoeld voor plezierjachten die nu in of nabij de Oude Haven liggen, waarmee uitbreidingsruimte ontstaat voor historische botters. Hierdoor kan de Oude Haven nog beter dienst doen als museumhaven.
Het aantal ligplaatsen voor plezierjachten neemt netto met 70 plaatsen toe. De nieuwe jachthaven is geschikt voor grotere plezierjachten. Op dit moment is de huidige jachthaven juist minder goed geoutilleerd voor grotere plezierjachten, zodat een aanvullend aanbod ontstaat.
De toekomstige eigenaren van de te realiseren woningen en watervilla's op de locatie Zuyderzee worden in de gelegenheid gesteld tot het huren van ligplaatsen in de nieuwe jachthaven. De gemeente en ontwikkelaar zijn overeengekomen dat wordt uitgegaan van dertig ligplaatsen.
Afbeelding – beoogde ontwikkeling in de kuststrook
In de afbeelding met de beoogde ontwikkeling in de kuststrook worden onder meer de plannen voor de nieuwe jachthaven weergegeven. De positie en toegang van de nieuwe jachthaven is zo gekozen dat er één logische centrale entree ontstaat voor de drie havens (Oude Haven, Nieuwe Haven en nieuwe jachthaven).
Afbeelding – dwarsdoorsnede nieuwe jachthaven
Doordat op het verdeelpunt een ruim binnenwater ontstaat wordt het wellicht mogelijk een aantal kleinere passagiersboten of de fietsboot, die nu nog op het einde van de westelijke pier aanleggen, een nieuwe aanlegsteiger aan de Havenstraat te geven. Het binnenwater heeft naar verwachting voldoende ruimte om te draaien.
In het bestemmingsplan wordt rekening gehouden met de mogelijkheid om de havengeul, met uitzondering van de havenmonding zelf, te verbreden. Hierdoor ontstaat de mogelijkheid voor grotere passagiersschepen om dichter bij het centrum aan te leggen.
Aan het eind van de nieuwe jachthaven, op de hoek van het parkeerterrein, wordt een toiletvoorziening gerealiseerd in combinatie met een overdekte fietsenstalling. De toiletten zijn bedoeld voor de passanten van de oostelijke pier. Door de fietsenstalling zal het aantal los gestalde fietsen verminderen en de kwaliteit van het gebied verbeteren.
Achter het parkeerterrein van de jachthaven wordt een nieuw onderkomen gerealiseerd voor de scouting. Een kleine relatief ondiepe geul biedt de kleinere zeilbootjes een veilige, directe verbinding met het Randmeer.
Botenopslag en parkeren
De botenopslag en het parkeerterrein van de (bestaande) Nieuwe Haven en de nieuwe jachthaven worden buitendijks gecombineerd aan de oostzijde van de nieuwe jachthaven. Aan het einde van de jachthaven komt een voorziening waar boten in en uit het water kunnen worden gehaald. Nabij het onderkomen van de scouting wordt op het terrein een permanente botenloods gerealiseerd.
Het buitendijks parkeren en de botenopslag maken van hetzelfde terrein gebruik. Het parkeerterrein biedt ruimte aan circa 250 parkeerplaatsen. In de wintermaanden is minder ruimte voor de stalling van auto's beschikbaar, omdat een groot deel van het terrein dan in gebruik is voor de winterstalling van boten. Voor een verantwoording van de berekening van het gebruik van dit parkeerterrein wordt verwezen naar paragraaf 5.2.3 'Parkeerbalans'.
Verkeersontsluiting
De ontsluiting van de nieuwe jachthaven, de halfondergrondse parkeergarage en het bijbehorende parkeerterrein wordt gecombineerd met de oostelijke ontsluiting van het woongebied Zuyderzee. De Garnalenweg wordt doorgetrokken naar de geplande ingang van de halfondergrondse parkeergarage van het woongebied Zuyderzee. Verkeer voor het parkeerterrein van de jachthaven takt al eerder (onderaan de dijk) van deze toegangsweg af.
Oeverzone
Een groot deel van de kuststrook ten noorden van het gebied Zuyderzee wordt buitendijks nu al gedomineerd door riet. De rietzones aan de Oostdijk vertegenwoordigen de enige natuurwaarden in dit deel van de randmeren.
In het kader van 'de natte as' werkt Rijkswaterstaat aan een robuuste ecologische verbinding door de randmeren. Uitgangspunt voor de herontwikkeling van de kuststrook is dat er per saldo geen riet mag verdwijnen. Een groot deel van het oorspronkelijke rietland ten noorden en oosten van de nieuwe jachthaven blijft in tact.
Door de aanleg van de nieuwe jachthaven en parkeerplaats/botenopslag zal rietland verdwijnen. Dit wordt door de aanleg van nieuw rietland langs de oever in de richting van de Rengerswetering vervangen, bij voorkeur in de vorm van riet- en biezenvelden. Door deze nieuwe natuur strategisch te positioneren op de plek waar havenonderdelen de huidige rietgordel onderbreken (botenopslag), wordt tevens een bufferzone gecreëerd waarmee verstorende effecten naar de waterzijde worden beperkt. Beoogd wordt om de haven af te schermen van het open water en zo uitstralende verstoringseffecten op (groepen) watervogels te verminderen.
Los van de invulling van de robuuste ecologische verbinding wordt het fietspad op de dijk, dat onderdeel is van een landelijke fietsroute Zuiderzeeroute, verbreed. Bij de Rengerswetering wordt de mogelijkheid geboden om met de kano over de dijk naar het Randmeer te brengen (kluunplaats).
Conclusies
Voor de kuststrook zijn de plannen zo ver gevorderd dat de beoogde situatie direct kan worden
bestemd. Het parkeerterrein annex botenopslag en de scouting krijgen de bestemming 'Recreatie
- Jachthaven'. Het water van de jachthaven wordt in eerste instantie bestemd als 'Water', met de
nadere aanduiding 'jachthaven'. De nieuwe jachthaven heeft, evenals Jachthaven Nieuwboer,
hoofdzakelijk een recreatieve functie. Met uitzondering van de drijvende watervilla's is de haven
niet bedoeld om in te wonen; met andere woorden woonboten dienen hier te worden geweerd.
Het terrein van de scouting wordt nader aangeduid.
Het bestaande rietland en het nieuwe rietland krijgen een natuurbestemming. Binnen deze
bestemming is extensieve openluchtrecreatie mogelijk.
Onderdeel van woningbouw op de locatie Zuyderzee en de herontwikkeling van de Kuststrook-Oost is het versterken en het verleggen van de Oostdijk over een lengte van 320 m.
De Oostdijk is een primaire waterkering. De Oostdijk maakt deel uit van de buitenwaterkering. Uit onderzoek is gebleken dat dijkverbetering noodzakelijk is. De verlegging en stabiliteitsverbetering wordt hier gezamenlijk opgepakt.
Om de bestaande waterkering 30 m naar het noorden te verleggen over een lengte van 320 m, dient een nieuwe waterkering te worden aangelegd parallel aan de huidige dijk. Na het aanbrengen van de grond vindt mogelijk verdichting van de grond plaats. Vervolgens wordt bestorting aangebracht en de dijkkruin bestraat. Een klein deel van de nieuwe waterkering wordt als een reguliere dijk uitgevoerd, waarbij op dit gedeelte aan de binnendijkse kant gras wordt aangebracht.
Ter hoogte van het nieuwe woongebied wordt, in overleg met het Waterschap, de nieuwe waterkering als een kade aangelegd op 2,51 m + NAP. Aansluitend wordt een deel van de Oostdijk ook op dit niveau aangelegd. In het voorliggende geval is sprake van een van verharding voorzien verdedigd voorland. Hiertoe wordt een waterkerende constructie aangebracht. Langs het water komt de kade lager te liggen, op ongeveer 1 m boven NAP. Zo ontstaat geen hoge abrupte kade en is de beleving van het water vanaf het land optimaal, terwijl de woningen aan de kade over de boten heen kijken. Bovendien sluit de lage kade naadloos aan op de bestaande kade van de Kerkemaat. De hoge kade sluit hier via een talud aan op de lagere Kerkemaat.
Het gebruik van een waterkerende constructie maakt het mogelijk om de nieuwe appartementen direct aan de boulevard te realiseren zonder dat de veiligheid/stabiliteit van de waterkering in gevaar komt. De nieuwe parkeergarage onder de boulevardwoningen maakt geen deel uit van de waterkerende constructie.
Conclusies
De bestaande en nieuwe waterkering (kernzone en beschermingszone) worden in het
bestemmingsplan bestemd door middel van een dubbelbestemming. De onderliggende
bestemming is in overeenstemming met het bestaande en/of nieuwe gebruik.