direct naar inhoud van Artikel 3 Bedrijf
Plan: Zuidwenk 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0313.Zuidwenk1401-0301

Artikel 3 Bedrijf

3.1 Bestemmingsomschrijving
3.1.1 Bestemming

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. ambachtelijke, industriële, groothandels-, transport- en distributiebedrijven;
  • b. bedrijfswoningen;
  • c. vishandel;
  • d. kantoorruimte;
  • e. (volumineuze) detailhandel;
  • f. horecavoorziening;
  • g. verkeersdoeleinden (rijwegen, voetpaden en parkeren);
  • h. (gebouwde) parkeervoorzieningen;
  • i. collectieve parkeervoorzieningen;
  • j. rioolgemaal;
  • k. nutsvoorzieningen;
  • l. tuinen en erven
  • m. groen en water;
  • n. vlonders;

met bijbehorende bebouwing.

3.1.2 Nadere detaillering
  • a. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijven tot en met de categorie 3.1' zijn uitsluitend bedrijven in de categorie 1, 2 en 3.1, zoals vermeld in de bij deze regels behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten, toegestaan, met dien verstande dat de bestaande bedrijven met een hogere categorie, de bedrijfsactiviteiten zoals toegestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan, mogen continueren;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijven tot en met de categorie 3.2' zijn uitsluitend bedrijven in de categorie 1, 2, 3.1 en 3.2, zoals vermeld in de bij deze regels behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten, toegestaan, met dien verstande dat de bestaande bedrijven met een hogere categorie, de bedrijfsactiviteiten zoals toegestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan, mogen continueren;
  • c. in afwijking van het bepaalde uit sub a en b is het opslaan, bewerken of verwerken van vismeel, visafval of traan, waaronder ook begrepen het meel en de afval van week- en schaaldieren, niet toegestaan, met uitzondering van de ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - invriezen vis toegestaan' aan gegeven gronden, waar een visafval-invriezerij is toegestaan;
  • d. in afwijking van het bepaalde uit sub a en b zijn geen visverwerkende bedrijven toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf uitgesloten - visverwerkende bedrijven ';
  • e. kantoorruimte is uitsluitend toegestaan voor zover deze onderdeel uitmaakt van een bedrijf, met dien verstande dat het kantooroppervlak niet meer dan 50% van de totale bedrijfsvloeroppervlak mag bedragen, met een maximum van 2.000 m2;
  • f. zelfstandige kantoren zijn niet toegestaan;
  • g. detailhandel is uitsluitend toegestaan als viswinkel of als ondergeschikte activiteit in ter plaatse vervaardigde of bewerkte producten, waarvoor maximaal 40 m2 bedrijfsvloeroppervlak mag worden aangewend;
  • h. horecavoorziening is uitsluitend toegestaan voor zover deze onderdeel uitmaakt van een bedrijf (bedrijfskantine);
  • i. bedrijven dienen binnen eigen terrein in de parkeerbehoefte te voorzien. Hierbij dienen ten minste de volgende parkeernormen in acht te worden genomen:
    Grondgebruik (functie)   Aantal parkeerplaatsen per 100 m2 b.v.o., inclusief parkeren werknemers  
    Kantoor met baliefunctie   2.25  
    Kantoor zonder baliefunctie   1.75  
    Garage, servicestation   3.2  
    Showroom (auto's)   1.0  
    Bedrijfsverzamelgebouw   1,4  
    Industrie, ambacht, bouw, groothandel, transport   1,6  
    Opslag   0,7  
  • j. ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel volumineus' is tevens volumineuze detailhandel toegestaan;
  • k. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - windmolen' is tevens een windmolen toegestaan;
  • l. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - tandheelkundigcentrum' is tevens een tandheelkundig centrum toegestaan;
  • m. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - kringloopwinkel' is tevens een kringloopwinkel toegestaan;
  • n. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - kraamzorg en tandtechnisch centrum' is uitsluitend kraamverzorging en een tandtechnisch centrum toegestaan;
  • o. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - transformatorvoorziening' is tevens een trafovoorziening toegestaan;
  • p. een gemaal is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - gemaal';
  • q. nutsvoorzieningen zijn toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening'.
3.2 Bouwregels
3.2.1 Algemeen

Met inachtneming van het bepaalde in artikel 16, gelden de navolgende bouwregels.

3.2.2 Bedrijfsgebouwen
  • a. de bedrijfsgebouwen dienen te worden gebouwd binnen de op de verbeelding aangegeven bouwvlakken, met uitzondering van in- en uitritten van gebouwde parkeervoorzieningen;
  • b. het bebouwingspercentage van een bedrijfsterrein mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' is aangegeven, met dien verstande dat wanneer het bebouwingspercentage, zoals toegestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan, hoger is dan is aangegeven, dit percentage als maximaal aangehouden wordt;
  • c. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' is aangegeven, met dien verstande dat wanneer de maximale bouwhoogte, zoals toegestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan, hoger is dan aangegeven, deze bouwhoogte als maximaal aangehouden wordt;
  • d. de goot- en bouwhoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' is aangegeven, met dien verstande dat wanneer de maximale goot- en bouwhoogte, zoals toegestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan, hoger is dan aangegeven, deze goot- en bouwhoogte als maximaal aangehouden wordt;
  • e. de afstand tot de zijdelingse en/of achterste perceelgrens en/of waterloop dient minimaal 2,5 m te bedragen.
3.2.3 Bedrijfswoningen
  • a. per bedrijf, met een minimum bedrijfsterreinoppervlak van 500 m², is ten hoogste 1 bedrijfswoning toegestaan;
  • b. per bedrijf of tandheelkundig centrum, met een minimum bedrijfsterreinoppervlak van 1000 m², zijn ten hoogste 2 bedrijfswoningen toegestaan met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - tandheelkundigcentrum' 2 bedrijfswoningen zijn toegestaan;
  • c. de inhoud van de bedrijfswoning mag niet meer bedragen dan 650 m³;
  • d. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 7,5 m;
  • e. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 11 m;
  • f. de gezamenlijke oppervlakte van bijgebouwen bij een bedrijfswoning mag niet meer bedragen dan 85 m²;
  • g. de goothoogte van bijgebouwen mag niet meer bedragen dan 3 m;
  • h. de bouwhoogte van bijgebouwen mag niet meer bedragen dan 5 m.
3.2.4 Trafovoorziening
  • a. een trafovoorziening buiten het bouwvlak is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding ''specifieke vorm van bedrijf - transformatorvoorziening';
  • b. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 2 m;
  • c. de oppervlakte van de trafovoorziening mag niet meer bedragen dan 6,25 m².

3.2.5 Nutsvoorzieningen en gemalen
  • a. nutsvoorzieningen en gemalen zijn toegestaan met een maximale bouwhoogte van 4,5 meter en een maximale oppervlakte van 40 m².

3.2.6 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. de bouwhoogte van erfafscheidingen, grenzend aan het openbare gebied, mag niet meer bedragen dan 1,5 m;
  • b. voor de overige erfafscheidingen geldt een maximale bouwhoogte van 2,5 m;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 10 m, met uitzondering hetgeen onder sub d en e is bepaald;
  • d. de bouwhoogte van silo’s e.d. mag niet meer bedragen dan 20 m;
  • e. de bouwhoogte van de windmolen mag niet meer bedragen dan 17 m, de ashoogte van de windmolen mag niet meer bedragen dan 13 m;
  • f. per bouwperceel, met een oppervlakte van tenminste 2.500 m2, is maximaal één vrijstaand reclameteken toegestaan, met dien verstande dat:
    • 1. de oppervlakte van de reclame-uiting meer mag bedragen dan 6 m², (langs het horizontaal en verticaal gemeten vlak);
    • 2. de maximale breedte niet meer mag bedragen dan 1 m;
    • 3. de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 10 m.

3.3 Afwijken van de bouwregels
3.3.1 Bebouwingspercentage

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in 3.2.2 onder b, teneinde een bebouwingspercentage van maximaal 80% toe te staan, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • a. er vindt geen onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van nabijgelegen gronden plaats;
  • b. er wordt geen onevenredige afbreuk gedaan aan het bedrijfs- en leefmilieu in de omgeving;
  • c. er wordt voorzien in de parkeerbehoefte, waarbij gestreefd wordt naar een intensieve parkeeroplossing, waarbij parkeerlagen gestapeld zijn of parkeren en bebouwing gestapeld zijn.

3.3.2 Bouwhoogte

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in 3.2.2 onder sub d, teneinde de maximale bebouwingshoogte te verhogen met maximaal 2 m, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • a. er vindt geen onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van nabijgelegen gronden plaats;
  • b. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van het terrein- en bebouwingsbeeld.

3.3.3 Afstand tot perceelsgrens

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in 3.2.2 onder sub e, en van het bepaalde in 3.2.3 onder sub g, van de voorgeschreven minimale afstand tot de perceelsgrenzen, mits hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de brandveiligheid ter plaatse, hiertoe dient de brandweer te worden gehoord.

3.3.4 Silo's

Burgemeester en wethouders zijn bij een omgevingsvergunning bevoegd af te wijken van het bepaalde in 3.2.6 onder sub d, teneinde de hoogte van silo’s e.d. te verhogen tot maximaal 30 m, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • a. de gebruiksmogelijkheden van nabijgelegen gronden worden niet onevenredig aangetast;
  • b. er wordt geen onevenredige afbreuk gedaan aan het bedrijfs- en leefmilieu in de omgeving;
  • c. het bouwplan wordt op een aanvaardbare wijze in de landschappelijke omgeving ingepast.

3.3.5 Reclameteken

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd af te wijken bij een omgevingsvergunning van het bepaalde in 3.2.6 onder sub f, teneinde per bouwperceel, met een oppervlakte van tenminste 1.500 m2, maximaal één vrijstaande reclameteken toe te staan, mits (langs het horizontaal en verticaal gemeten vlak) de oppervlakte van de reclame-uiting niet meer bedraagt dan 6 m², de maximale breedte niet meer bedraagt dan 1 meter, de maximale hoogte niet meer bedraagt dan 10 meter.

3.3.6 Maximale inhoud bedrijfswoning

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in 3.2.3 onder sub c, teneinde de maximale inhoud van de bedrijfswoning te vergroten tot 850 m³, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • a. het bouwplan voldoet aan de eisen van een goede stedenbouwkundige inpassing;
  • b. nabij gelegen bedrijven niet in hun bedrijfsvoering worden beperkt.

3.4 Specifieke gebruiksregels

Onder gebruik in strijd met de bestemming wordt in ieder geval begrepen:

  • a. het gebruik van gronden voor opslag buiten bouwwerken, voor zover die gronden zijn gelegen binnen een afstand van 5 m uit de zijdelingse perceelsgrenzen;
  • b. het gebruik van gronden voor opslag buiten de op de verbeelding aangegeven bouwgrenzen;
  • c. het gebruik van gronden voor opslag buiten bouwwerken, tot een hoogte van meer dan 5 m;
  • d. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen, behorende bij een bedrijfswoning, voor bewoning;
  • e. het gebruik van bijgebouwen behorende bij een bedrijfswoning voor bedrijfsdoeleinden;
  • f. het oprichten van nieuwe Bevi inrichtingen;
  • g. de opslag van gevaarlijke stoffen zoals beschreven in het Bevi;
  • h. het oprichten van PGS 15 bedrijven ten behoeve van de opslag van verpakte gevaarlijke stoffen.

3.5 Afwijken van de gebruiksregels
3.5.1 Staat van bedrijfsactiviteiten

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 3.1.2, onder sub a, teneinde bedrijven toe te staan die niet zijn opgenomen in de Staat van Bedrijfsactiviteiten, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • a. de bedrijven zijn qua aard en milieubelasting vergelijkbaar met de op de verbeelding aangegeven maximale milieucategorie toegelaten bedrijven;
  • b. er vindt geen onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van nabijgelegen gronden plaats;
  • c. er wordt geen onevenredige afbreuk gedaan aan het bedrijfs- en leefmilieu in de omgeving.

3.5.2 Kantooroppervlak

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 3.1.2 onder sub e, teneinde het maximaal toegestane kantooroppervlak met maximaal 10% te vergroten, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • a. de vergroting is met het oog op het bedrijfsbelang geboden;
  • b. er wordt voorzien in voldoende parkeervoorzieningen.

3.5.3 Zelfstandig kantoor

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd af te wijken bij een omgevingsvergunning van het bepaalde in lid 3.1.2 onder sub f, voor het gebruik van een bedrijfsgebouw ten behoeve van een zelfstandig kantoor, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • a. vestiging is alleen mogelijk binnen een bestaand bedrijfspand waarbij maximaal 50 % van de bebouwing met een maximum van 1.000 m2 voor deze gebruiksvorm mag worden benut;
  • b. er wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid;
  • c. de gebruiksmogelijkheden van nabijgelegen gronden mogen niet onevenredig worden aangetast.

3.5.4 Oppervlak detailhandel

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 3.1.2 onder sub g, teneinde het maximaal toegestane oppervlakte voor detailhandel te vergroten tot maximaal 80 m2, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • a. de vergroting is met het oog op het bedrijfsbelang geboden;
  • b. er wordt voorzien in voldoende parkeervoorzieningen;
  • c. de gebruiksmogelijkheden van nabijgelegen gronden mogen niet onevenredig worden aangetast.

3.5.5 Detailhandel in volumineuze goederen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 3.1.2, teneinde vormen van detailhandel in volumineuze goederen toe te staan die naar omvang niet inpasbaar zijn binnen het centrum of de woonbebouwing, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • a. de vestiging brengt geen structurele verstoring van het bestaande voorzieningenpatroon met zich mee;
  • b. de distributieve haalbaarheid behoort door middel van onderzoek te zijn aangetoond;
  • c. er wordt voorzien in voldoende parkeervoorzieningen.

3.5.6 Sport

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 3.1.2, teneinde vormen van sportvoorzieningen in de vorm van sportscholen toe te staan, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • a. de vestiging brengt geen structurele verstoring van het bestaande voorzieningenpatroon met zich mee;
  • b. de gebruiksmogelijkheden van nabijgelegen gronden mogen niet onevenredig worden aangetast;
  • c. er wordt voorzien in voldoende parkeervoorzieningen.

3.5.7 Maatschappelijke voorzieningen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 3.1.2, teneinde maatschappelijke voorzieningen toe te staan, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • a. de vestiging brengt geen structurele verstoring van het bestaande voorzieningenpatroon met zich mee;
  • b. de gebruiksmogelijkheden van nabijgelegen gronden mogen niet onevenredig worden aangetast;
  • c. er wordt voorzien in voldoende parkeervoorzieningen.

3.6 Wijzigingsbevoegdheid
3.6.1 Bedrijfswoning

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Bedrijf' ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' als bedoeld in 3.1.2 sub a te wijzigen in de bestemmingen 'Tuin' en 'Wonen', mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • a. er vindt geen onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van nabijgelegen gronden plaats;
  • b. er wordt geen onevenredige afbreuk gedaan aan het bedrijfs- en leefmilieu in de omgeving;
  • c. de wijziging is milieuhygiënisch aanvaardbaar.