direct naar inhoud van 4.3 Uitgangspunten
Plan: Eemdijk
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0313.Eemdijk0400-0401

4.3 Uitgangspunten

Op basis van de bestaande situatie is een aantal ruimtelijke kwaliteiten en aandachtspunten aan te wijzen. Uitgangspunt voor het bestemmingsplan is het behouden en waar mogelijk versterken van de kwaliteiten van het dorp. De kwaliteiten houden verband met de ruimtelijke structuur, water- en groenstructuur en de functionele structuur.

4.3.1 Ruimtelijke structuur

De ruimtelijke hoofdstructuur van Eemdijk wordt gevormd door de herkenbare historische bebouwingslinten langs de Eemdijk en de Vaartweg. Daarnaast vormen de Bikkersvaart en de Eem met bijbehorende dijk belangrijke beeldbepalende elementen.
Om deze bestaande ruimtelijke structuur te behouden worden in dit bestemmingsplan de volgende regelingen opgenomen:

  • 1. de woningen langs de Eemdijk en Bikkersvaart worden positief bestemd. Daarbij wordt uitgegaan van de bestaande goothoogte en bouwhoogte. De woningen krijgen voldoende uitbreidingsmogelijkheden. De uitbreidingsmogelijkheden mogen echter niet de karakteristieke bebouwingsstructuur aantasten. Van belang is dus om de ligging ten opzichte van de weg en de huidige hoogte van de woningen in acht te nemen;
  • 2. De Eemdijk (voorheen Veen- en Veldendijk) is vanuit de ontstaansgeschiedenis van het dorp, naast een waterkerend element, ook een belangrijk landschappelijk en cultuurhistorisch element. Deze dijk werd in de middeleeuwen aangelegd om het land ten oosten van de Eem te beschermen tegen wateroverlast vanuit de rivier. De dijken van Amersfoort tot aan Spakenburg maken eveneens deel uit van de Grebbelinie;
  • 3. de gronden achter de woningen die op de dijk staan, krijgen een tuinbestemming zodat de functie van dijk goed ingevuld kan worden;
  • 4. de onbebouwde voortuinen van de woningen langs de Eemdijk en Vaartweg worden door middel van een tuinbestemming vrijgehouden van bouwwerken;
  • 5. de Bikkersvaart en de Eem krijgen een passende bestemming, waarmee de uitstraling behouden blijft.

De bovenstaande maatregelen dienen niet alleen de bestaande structuur te behouden maar hebben ook als doel deze ruimtelijke opzet te versterken. In voorliggend bestemmingsplan worden daarnaast mogelijkheden geboden voor uit- en aanbouwen. Met de uitbreidingsruimte is aansluiting gezocht bij de bestaande uitbreidingsruimte uit de geldende plannen.

4.3.2 Functionele structuur

Wonen
Het grootste deel van Eemdijk heeft de functie wonen. Het is dan ook gewenst de huidige woonfunctie in het gebied te handhaven. Dit betekent dat bij het ontstaan van vrije ruimten in eerste plaats wordt gedacht aan opvulling met woonfunctie of functies die de woonfunctie ondersteunen. Hierbij is het wel van belang om te zorgen dat de nieuwe woonfunctie niet leidt tot een toename van de parkeerdruk in het openbaar gebied. De extra parkeerbehoefte zal dan ook op het eigen terrein gerealiseerd moeten worden.

Aanpassingen aan de woning
Over het algemeen kan worden gesteld dat bij het ouder worden van de woning, de wens tot verandering in en aan de woning zal toenemen. Deze hebben over het algemeen betrekking op het uitbreiden van de woonruimte, het luxer maken van de woning of een grotere of nieuwe berging/garage in de achter-, zij- of voortuin. Deze nieuwe wensen hangen voor een groot deel samen met de verandering van levensfase (kinderen uit huis, pensionering e.d.).

Het nieuwe bestemmingsplan dient mogelijkheden te bieden voor veranderde verbouw- en gebruikswensen. Dit betekent echter niet dat de uitbreiding van de woningen ongelimiteerd kan zijn. De ruimte is doorgaans beperkt en tevens bevinden zich enkele woningen op de dijk. Uitbreidingen aan de woning kunnen hinderlijk zijn voor de buren, omdat de ruimte tussen woningen in veel situaties te krap is of wordt. Een verbouwing mag de waterkerende functie nooit aantasten. Ook wordt de ruimte voor bebouwing beperkt door de ruimte die nodig is voor een toekomstige dijkverbetering.
Tot slot laten de stedenbouwkundige opzet en de architectuur niet elke willekeurige verbouwing of gebruiksverandering toe.

Voor zover voor de aanpassingen een omgevingsvergunning voor het bouwen nodig is, worden deze niet alleen getoetst aan het bestemmingsplan maar ook aan de gemeentelijke welstandsnota.

Het gebruik van een woning
Sinds 1 juli 2007 zijn de Europese grenzen opengesteld, waardoor het voor inwoners van de Europese Unie vrijstaat om overal binnen de Europese Unie te verblijven en te werken. Dit heeft als gevolg dat er diverse groepen Europeanen naar Nederland komen om hier tijdelijk te werken en wonen. Deze arbeidsmigranten worden vaak als groepen afzonderlijke personen in vrijkomende woningen onderbracht.

Omdat dit kan leiden tot strijdigheid met wet- en regelgeving, door bijvoorbeeld een gebrek aan brandveiligheid, en overlast door overbewoning worden de planregels omtrent wonen aangescherpt en verduidelijkt. De nieuwe regeling voorziet er in dat binnen de woonbestemming naast een (regulier) huishouden ook andere woonvormen (meerdere éénpersoonshuishoudens) worden toegestaan.
In woningen groter dan 80 m2 bvo mogen als recht maximaal vier afzonderlijke personen gehuisvest worden. Bij woningen groter dan 150 m2 bvo kan, voor de huisvesting buiten het verband van een huishouden met meer dan vier personen, van de gebruiksregels uit het bestemmingsplan worden afgeweken, onder voorwaarde dat het parkeren niet tot problemen leidt en dat de economische uitvoerbaarheid gewaarborgd is.

Tuinen
De tuinen behorende bij de woningen in Eemdijk dragen in hoge mate bij aan de structuur van het dorp. Hierom zijn de gronden gelegen tussen de bebouwing en de openbare weg, zoveel mogelijk als tuin bestemd. Op deze wijze wordt de uitstraling van het historische lint behouden en komt het werkelijke profiel van het openbare gebied tussen de bebouwing beter in beeld.

Het gebruik van de tuinbestemming aan de waterkeringszijde (westelijk van bebouwing) is beperkt voor diep wortelende begroeiing of tuininrichting die nadelig kan zijn voor de erosiebestendigheid en onderhoudbaarheid van de dijk.

Functiemenging
De vraag kan worden gesteld in hoeverre de leefbaarheid van Eemdijk wordt verhoogd door het toelaten van bedrijfsmatige activiteiten aan huis. Steeds vaker wordt een sterkere verwevenheid van wonen en werken bepleit; functiemenging binnen een woonomgeving.

Met functiemenging kan enerzijds een bijdrage worden geleverd aan het plaatselijke voorzieningenniveau. Anderzijds kan het werken-aan-huis een stimulans geven aan de economische ontwikkelingen. Veel startende ondernemers zijn op deze manier begonnen. Bij de uitbreiding van de activiteiten dient vanzelfsprekend uitgezien te worden naar meer passende huisvesting.

In principe staat de gemeente positief tegenover deze ontwikkeling, echter zonder de mogelijke nadelen uit het oog te verliezen. De ruimtelijk-functionele opzet van Eemdijk is zodanig dat bij veel woningen voldoende mogelijkheden zijn voor functies aan huis. Bij het toestaan van nieuwe functies bij de woonfunctie dient voorkomen te worden dat er overlast voor de omgeving ontstaat, omdat bijvoorbeeld het verkeerssysteem, parkeervoorzieningen en de verkaveling niet inspelen op andere functies en de gevolgen van die andere functies. In het bestemmingsplan zijn derhalve voorwaarden opgenomen waarmee voorkomen wordt dat bedrijfsmatige activiteiten aan huis hinder veroorzaken voor de omgeving.

Maatschappelijke voorzieningen
Zoals uit de beschrijving van de bestaande situatie blijkt, bevinden zich in Eemdijk enkele maatschappelijke voorzieningen (basisschool, kerken en gemeenschapshuis). Met betrekking tot deze maatschappelijke voorzieningen worden de komende 10 jaar geen ingrijpende veranderingen verwacht. In het bestemmingsplan wordt derhalve volstaan met het positief bestemmen van de aanwezige maatschappelijke voorzieningen.

Enige flexibiliteit in het bestemmingsplan is wenselijk. Mocht binnen de komende 10 jaar blijken, dat een aanwezige maatschappelijke voorziening moet worden uitgebreid (bijvoorbeeld een brede school), dan dient het zonder herziening van het bestemmingsplan mogelijk te zijn om ter plaatse een andere passende maatschappelijke functie toe te staan.

Om op het terrein van het gemeenschapshuis Amalia evenementen mogelijk te maken wordt dit op de verbeelding specifiek aangeduid.

Detailhandel en horeca
Het restaurant en de antiekhandel zijn in het bestemmingsplan passend vastgelegd. Het restaurant is bestemd als horeca. De antiekhandel is binnen de woonbestemming van een specifieke functieaanduiding voorzien. In beide gevallen is het daardoor mogelijk om de huidige activiteiten voort te zetten.

Detailhandel draagt in positieve zin bij aan de woon- en leefomgeving en vormt een aanvulling op de toeristisch-recreatieve waarde van het dorp. Trends als schaalvergroting in de detailhandel en toenemende concentratie van winkelvoorzieningen hebben met name gevolgen voor de winkelgebieden van het laagste niveau: de buurt- en dorpsvoorzieningen. De problematiek van kruideniers en supermarkten in de kleinere kernen bestaat al een tijdje. Dit proces van sluiting van winkels voor de dagelijkse behoeften is reeds enige tijd aan de gang en lijkt voor kernen met de schaal van Eemdijk, met de nabijheid van grotere winkelcentra in Bunschoten, Spakenburg en Amersfoort, onomkeerbaar.
Tot dusver blijkt dat alleen een bundeling van voorzieningen een reële kans maakt op het herwinnen van draagvlak voor commerciële voorzieningen binnen de kleinere landelijke kernen. Het gemeentebestuur hecht er waarde aan om zowel ten behoeve van de leefbaarheid en de levendigheid als vanwege de (bescheiden) betekenis voor de werkgelegenheid, ook in een kleine kernen als Eemdijk enige ruimte te blijven bieden voor nieuwvestiging van detailhandel. Middels een wijzigingsbevoegdheid wordt in het centrum van Eemdijk (omgeving Vaartweg/Ringweg/Eemdijk) beperkte ruimte geboden voor nieuwvestiging van detailhandel. Deze wijzigingsbevoegdheid wordt uit het geldende plan overgenomen.

Bedrijvigheid
Binnen het plangebied komen geen bedrijven meer voor die een specifieke regeling in het bestemmingsplan nodig hebben. De nog aanwezige kleinschalige bedrijvigheid (en vrije beroepen) zijn toegestaan binnen de woonbestemming (zie onder functiemenging).
Nieuwvestiging van bedrijven, behoudens vrije beroepen en kleinschalige bedrijvigheid aan huis, wordt in principe niet toegestaan binnen de woonomgeving.

4.3.3 Openbare ruimte

De openbare (open) ruimten, te weten wegen -en soortgelijke verkeers- en verblijfsruimten-, water en groen zijn zoveel mogelijk als zodanig bestemd. Binnen de diverse bestemmingen zijn verscheidene mogelijkheden opgenomen voor het uitvoeren van ondergeschikte aanpassingen in de bestaande inrichting (bijvoorbeeld verkeersremmende maatregelen, nutsvoorzieningen e.d.):

  • het onderscheid tussen rijbaan, parkeervak en voetgangersgebied, is vaak niet meer dan slechts een kleurmarkering in het klinkerprofiel. Het wegprofiel wordt ten behoeve van de flexibiliteit en de inrichting dan ook in de volle breedte ondergebracht binnen een globale verkeersbestemming;
  • de 'openbare' parkeergelegenheden worden meegenomen in de verkeersbestemming;
  • parkeren dient in principe zoveel mogelijk plaats te vinden op eigen terrein. Daarbij wordt uitgegaan van de parkeerkencijfers van het kenniscentrum CROW. Voor nieuwe situaties daarbij gekeken naar de parkeerkencijfers uit de CROW-publicatie ASVV 2004; voor bestaande situaties wordt uitgegaan van ASVV 1996.
    Binnen de diverse bestemmingen wordt parkeren op eigen erf mogelijk gemaakt;
  • de grotere aaneengesloten openbare groengebieden, inclusief de speelplaats en het trapveld, zullen specifiek tot 'Groen' bestemd worden;
  • de overige kleine openbare groenstroken worden meegenomen in de globale verkeersbestemming;
  • de diverse watergangen worden overeenkomstig deze functie, inclusief de taluds, bestemd als 'Water.
4.3.4 Natuur en landschap

De rivier de Eem is in de provinciale structuurvisie aangeduid als een ecologische verbindingszone. De Eem is een natte as die een verbindende schakel vormt tussen verschillende gebieden met belangrijke (actuele en verder te ontwikkelen) natuurwaarden. In het zuiden is de relatie met de Gelderse Vallei van belang, bij de monding in het noorden sluit de Eem aan op het Gooi- en Eemmeer. Ter hoogte van Eemdijk bestaan de belangrijkste aanknopingspunten binnen deze verbindingszone uit de rivier de Eem met (natuurvriendelijke) oevers en kaden. Het gaat bij de verbindingszone om een combinatie van het ecologisch beheren van de aanwezige elementen en de eventuele realisatie van nieuwe elementen. Voorkomen dient te worden dat er barrières worden gerealiseerd.

In het bestemmingsplan krijgt de oever van de Eem voor het grootste deel een tuinbestemming. Om er voor te zorgen dat rekening wordt gehouden met de ontwikkeling van natuurwaarden langs de Eem dient hiervoor een passende regeling opgenomen te worden. Om aan te sluiten bij het provinciale beleid krijgt een strook van 5 meter van de directe oeverzone van de Eem de nadere functieaanduiding 'ecologische verbindingszone'. Met het opnemen van deze regeling wordt gewaarborgd dat de specifieke waarden van de ecologische verbindingszone worden behouden en versterkt.

Inrichtingsbeeld voor de Eem
In opdracht van de provincie is voor de Eem het ecologische wensbeeld voor de oevers, uiterwaarden en dijken langs de Eem vastgelegd in het 'Inrichtingsbeeld voor de Eem' (DHV, nr. MD-Wr20090062, d.d. december 2009). Uit het inrichtingsbeeld blijkt dat voor de invulling van de ecologische verbindingszone, ter hoogte van het dorp Eemdijk, uitgegaan wordt van een doorlopende natuurvriendelijke rietruigte.