direct naar inhoud van 5.7 Luchtkwaliteit
Plan: Eemdijk
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0313.Eemdijk0400-0301

5.7 Luchtkwaliteit

In de Wet luchtkwaliteit (Wet milieubeheer (hoofdstuk 5, titel 5.2 Wm)) zijn grenswaarden opgenomen die bij nieuwe ruimtelijke plannen in acht dienen te worden genomen. In de wet wordt aangegeven dat bij uitoefening van bestuurlijke bevoegdheden die gevolgen kunnen hebben voor de luchtkwaliteit ten aanzien van een bepaalde luchtverontreinigende stof de betreffende grenswaarden in acht moeten worden genomen.

Een bestemmingsplan met nieuwe ontwikkelingen kan worden vastgesteld, indien in ieder geval aan één van de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • a. de nieuwe ontwikkelingen leiden niet tot het overschrijden van de opgenomen grenswaarden;
  • b. de nieuwe ontwikkelingen leiden tot een verbetering per saldo van de concentratie in de buitenlucht van de desbetreffende stof dan wel, bij een beperkte toename van de concentratie van de desbetreffende stof, de luchtkwaliteit per saldo verbetert door een samenhangende maatregel of een optredend effect;
  • c. de nieuwe ontwikkelingen 'niet in betekenende mate' (NIBM) bijdragen aan de concentratie in de buitenlucht van een stof waarvoor een grenswaarde is opgenomen;
  • d. de nieuwe ontwikkelingen genoemd of beschreven zijn, of passen binnen het programma van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (inwerking getreden op 1 augustus 2009 tot 1 augustus 2014).

Regeling niet in betekenende mate (NIBM)
Regeling NIBM geeft voor een aantal categorieën van projecten een (getalsmatige) invulling aan de NIBM-grens. Een van die categorieën zijn woningbouwlocaties. Indien een dergelijke locatie, in geval van één ontsluitingsweg, netto niet meer dan 1.500 nieuwe woningen omvat, dan wel in geval van twee ontsluitingswegen met een gelijkmatige verkeersverdeling, netto niet meer bedraagt dan 3.000 woningen dan is er sprake van een NIBM project.
Indien een voorgenomen ontwikkeling binnen de begrenzing van de Regeling NIBM valt is verdere toetsing aan de grenswaarden niet nodig mits de voorgenomen ontwikkeling niet valt onder het Besluit gevoelige bestemmingen.

Besluit gevoelige bestemmingen
Op 16 januari 2009 is het Besluit gevoelige bestemmingen in werking getreden. Met deze AMvB wordt de vestiging van zogeheten 'gevoelige bestemmingen', zoals scholen, kinderdagverblijven, verzorgings-, verpleeg- en bejaardenhuizen, in de nabijheid van provinciale en rijkswegen beperkt.
Het besluit is gericht op bescherming van mensen met een verhoogde gevoeligheid voor fijn stof (PM10) en stikstofdioxide (NO2), met name kinderen, ouderen en zieken. Daartoe voorziet het besluit.

In het bestemmingsplan worden geen nieuwe grootschalige ontwikkelingen mogelijk gemaakt die beoordeeld dienen te worden ingevolge de wetgeving met betrekking tot luchtkwaliteit. Het bestemmingsplan leidt niet tot een verslechtering van de luchtkwaliteit.