direct naar inhoud van 3.1 Rijksbeleid
Plan: Eemdijk
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0313.Eemdijk0400-0301

3.1 Rijksbeleid

3.1.1 Nota Ruimte (2006)

In de Nota Ruimte staan de uitgangspunten voor de ruimtelijke ontwikkeling van Nederland. Het kabinet gaat in de nota uit van een dynamisch, op ontwikkeling gericht ruimtelijk beleid en een heldere verdeling van verantwoordelijkheden tussen Rijk en decentrale overheden. De nota bevat de ruimtelijke bijdrage aan een sterke economie, een veilige en leefbare samenleving en een aantrekkelijk land. Het gaat om de inrichtingsvraagstukken die spelen tussen nu en 2020, met een doorkijk naar 2030. Voor het plangebied zijn de volgende aspecten van belang:

  • Borging van bijzondere landschappelijke waarden: Nationale landschappen zijn gebieden met internationaal zeldzame en nationaal kenmerkende kwaliteiten op landschappelijk, cultuurhistorisch en natuurlijk gebied. Uitgangspunt voor de Nationale landschappen is 'behoud door ontwikkeling'.
    Eemdijk ligt in het Nationaal Landschap Arkemheen-Eemland. De kernkwaliteiten van dit nationaal landschap zijn extreme openheid, slagenverkaveling en veenweidekarakter. Het extreem open veenontginningslandschap kenmerkt zich door het ontbreken van vrijwel elke bebouwing en opgaande begroeiing, historische binnendijken en een klassieke slagenverkaveling. Binnen de nationale landschappen is het uitgangspunt voor het ruimtelijk beleid 'behoud door ontwikkeling'. De landschappelijk kwaliteiten zijn medesturend voor de wijze waarop gebiedsontwikkeling plaatsvindt.
    De toeristisch-recreatieve betekenis van nationale landschappen is groot en het is belangrijk dat deze in de toekomst toeneemt. Provincies zijn verantwoordelijk voor de uitwerking van het beleid voor nationale landschappen.
  • Ecologische Hoofdstructuur (EHS): De buitendijkse gronden in het plangebied zijn onderdeel van een ecologische verbindingszone langs de Eem. Ecologische verbindingszones zijn onderdelen van de EHS. De EHS is een samenhangend netwerk van kwalitatief hoogwaardige natuurgebieden. Nieuwe projecten of handelingen, die binnen of in de nabijheid van de EHS plaatsvinden en significante gevolgen kunnen hebben voor de te behouden waarden, zijn niet toegestaan, tenzij er geen reële alternatieven zijn en er sprake is van redenen van groot openbaar belang. In principe geldt voor natuurgebieden een 'nee, tenzij' afweging voor nieuwe plannen of activiteiten.

Het voorliggende bestemmingsplan staat geen ontwikkelingen toe die botsen met de uitgangspunten aangaande de EHS en ligging in het Nationaal Landschap Arkemheen-Eemland. Daarnaast zijn de uitgangspunten en doelen van de Nota Ruimte in de afgelopen jaren veelal door vertaald in provinciale, regionale en gemeentelijke beleidsstukken.

3.1.2 Ontwerp Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (2011)

Op 1 januari 2012 is het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro) van kracht geworden. Het Barro heeft als doel om vanuit een concreet nationaal belang een goede ruimtelijke ordening te bevorderen en vervangt de AmvB Ruimte.
Onderdeel van het besluit is de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) die de kaders van het nieuwe rijksbeleid vormt. Er zijn 13 nationale belangen gedefinieerd, waaronder het versterken van de mainportfuncties en het verbeteren van de rijksinfrastructuur, het behoud van erfgoederen van uitzonderlijke universele waarde en ruimte voor een nationaal netwerk van natuur voor het overleven en ontwikkelen van flora en fauna.

Het Rijk formuleert drie hoofddoelen om Nederland concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig te houden voor de middellange termijn (2028):

  • het vergroten van de concurrentiekracht van Nederland door het versterken van de ruimtelijk-economische structuur van Nederland;
  • het verbeteren, instandhouden en ruimtelijk zekerstellen van de bereikbaarheid waarbij de gebruiker voorop staat;
  • het waarborgen van een leefbare en veilige omgeving waarin unieke natuurlijke en cultuurhistorische waarden behouden zijn.

Voor dit bestemmingsplan is vooral het doel 'leefbare en veilige' omgeving relevant. Een gezonde en veilige leefomgeving is een basisvoorwaarde voor burgers en ondernemers. Een leefbare en veilige samenleving vraagt om een goede milieukwaliteit, waterveiligheid en zoetwatervoorziening, bescherming van cultureel erfgoed en unieke natuurlijke waarden.

3.1.3 Nationaal Waterplan (2009)

Het Nationaal Waterplan is op 12 december 2009 vastgesteld en is het formele rijksplan voor het nationale waterbeleid. In de Waterwet is vastgelegd dat het rijk dit plan eens in de zes jaar opstelt. Het huidige plan geldt voor de periode 2009-2015. Het is de opvolger van de Vierde Nota waterhuishouding uit 1998 en vervangt alle voorgaande nota's waterhuishouding. Het plan bevat tevens de stroomgebied-beheerplannen die op grond van de Kaderrichtlijn Water zijn opgesteld. Op basis van de Wet ruimtelijke ordening is het Nationaal Waterplan voor de ruimtelijke aspecten tevens aan te merken als structuurvisie.
Het Nationaal Waterplan heeft betrekking op het gehele watersysteem van Nederland, zowel oppervlaktewater, grondwater, als de bijbehorende waterkeringen, oevers en dergelijke.

Het kabinet kiest voor een strategie die bestaat uit 'meebewegen, weerstand bieden, kansen pakken', een adaptieve aanpak en samenwerking binnen en buiten het waterbeheer.

  • Meebewegen, weerstand bieden, kansen pakken
    Voor een duurzaam en integraal waterbeleid is het belangrijk om waar nodig en mogelijk water de ruimte te geven. Dit kan onder andere door mee te bewegen met en gebruik te maken van natuurlijke processen, zoals dit bijvoorbeeld wordt toegepast bij Ruimte voor de Rivier. Met een gebiedsgerichte aanpak is het vaak mogelijk om het waterbeheer te verbeteren en tegelijk te werken aan versterking van de economie en de leefomgeving, tegen zo laag mogelijke maatschappelijke kosten.
  • Adaptieve aanpak
    Het kabinet anticipeert met een passende aanpak op toekomstige ontwikkelingen (klimaatverandering, effectiviteit van maatregelen, etc.). Daarmee kunnen adequate maatregelen genomen worden, maar kunnen deze ook aangepast worden aan nieuwe inzichten of veranderende ontwikkelingen.
  • Samenwerking binnen en buiten het waterbeheer
    Waterbeheer is een gezamenlijk proces van rijk, provincies, gemeenten en waterschappen. Betrokkenheid van alle relevante partijen, zowel publiek als privaat, bij zowel het definiëren van de opgaven als het vinden van oplossingen vindt het kabinet van groot belang. De samenwerking binnen stroomgebieden staat centraal bij de werkwijze van de onderlinge overheden.

De uitgangspunten uit het Nationaal Waterplan zijn veelal doorvertaald in beleidsstukken van de provincie en de waterbeheerders. De provincie Utrecht heeft in dit verband een waterhuishoudingsplan opgesteld. Daarnaast heeft het Waterschap Vallei & Eem de uitgangspunten van het Rijk vertaald in concrete doelen en maatregelen in hun waterbeheerplan.