Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Dorp Odijk 2012
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0312.bpODKdorpodijk-va02

Artikel 14 Tuin

14.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Tuin aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. tuinen behorende bij de op de aangrenzende gronden gelegen gebouwen;
  2. perceelsontsluitingen.
14.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
 
Op de voor Tuin aangewezen gronden zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde toegestaan, met een bouwhoogte van maximaal 1 meter, met dien verstande dat:
  1. een overkapping boven de voordeur is toegestaan, mits:
    1. de breedte maximaal 120% bedraagt van de breedte van de entreepartij;
    2. de horizontale diepte niet meer dan 1,50 meter bedraagt, gemeten uit de voorgevel van het gebouw waaraan wordt aangebouwd;
    3. het om een open constructie zonder zijwanden gaat;
    4. de bouwhoogte niet meer dan 3 meter bedraagt.
  2. een erker aan de voorgevel of zijgevel van een hoofdgebouw is toegestaan, mits:
    1. de diepte, gemeten uit de betreffende gevel(s) van het gebouw, niet meer dan 1,5 m bedraagt;
    2. de gezamenlijke oppervlakte van de erker(s) bij elke woning niet meer dan 6 m² bedraagt;
    3. een erker niet meer dan 1 bouwlaag heeft;
    4. de bouwhoogte niet meer bedraagt dan de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw waaraan de erker wordt aangebouwd;
  3. per woning maximaal 1 vlaggenmast is toegestaan met een bouwhoogte van maximaal 8 meter.
14.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 14 lid 2, ten behoeve van het bouwen van erf- en terreinafscheidingen op een afstand van tenminste 1 meter achter (het verlengde van) de voorgevellijn van het hoofdgebouw tot een hoogte van 2 meter, mits:
  1. de erf- of terreinafscheiding een open constructie is voor klimbeplanting;
  2. de erf- of terreinafscheiding met gesloten constructie naast één of meer zijgevels wordt geplaatst met een maximum lengte van 20 meter, en de erf- of terreinafscheiding kwalitatief hoogwaardig is. Dit is ter beoordeling aan de welstandscommissie;
  3. Er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het straat- en bebouwingsbeeld;
  4. De verkeersveiligheid op de aangrenzende wegen niet in het geding komt.