direct naar inhoud van Artikel 16 Tuin
Plan: Dorp Bunnik 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0312.bpBNKdorpbunnik-va01

Artikel 16 Tuin

16.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Tuin aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. tuinen behorende bij de op de aangrenzende gronden gelegen gebouwen;
  • b. perceelsontsluitingen.
16.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

Op de voor Tuin aangewezen gronden zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde toegestaan, met een bouwhoogte van maximaal 1 meter, met dien verstande dat:

  • a. een overkapping boven de voordeur is toegestaan, mits:
    • 1. de breedte maximaal 120% bedraagt van de breedte van de entreepartij;
    • 2. de horizontale diepte niet meer dan 1,50 meter bedraagt, gemeten uit de voorgevel van het gebouw waaraan wordt aangebouwd;
    • 3. het om een open constructie zonder zijwanden gaat;
    • 4. de bouwhoogte niet meer dan 3 meter bedraagt.
  • b. een erker aan de voorgevel of zijgevel van een hoofdgebouw is toegestaan, mits:
    • 1. de diepte, gemeten uit de betreffende gevel(s) van het gebouw, niet meer dan 1,5 m bedraagt;
    • 2. de gezamenlijke oppervlakte van de erker(s) bij elke woning niet meer dan 6 m² bedraagt;
    • 3. een erker niet meer dan 1 bouwlaag heeft;
    • 4. de bouwhoogte niet meer bedraagt dan de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw waaraan de erker wordt aangebouwd;
  • c. per woning maximaal 1 vlaggenmast is toegestaan met een bouwhoogte van maximaal 8 meter.
16.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een

omgevingsvergunning afwijken van de bouwregels:

16.3.1 Wro-zone afwijkingsgebied 2

ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone afwijkingsgebied 2' (patiowoningen) voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken bij de aangrenzende woningen, mits:

  • a. de bouwhoogte maximaal 4 meter bedraagt;
  • b. de stedenbouwkundige structuur niet onevenredig wordt aangetast.
16.3.2 Erf- en terreinafscheidingen

ten behoeve van het bouwen van erf- en terreinafscheidingen op een afstand van tenminste 1 meter achter (het verlengde van) de voorgevellijn van het hoofdgebouw tot een hoogte van 2 meter, mits:

  • a. de erf- of terreinafscheiding een open constructie is voor klimbeplanting;
  • b. de erf- of terreinafscheiding met gesloten constructie naast één of meer zijgevels wordt geplaatst met een maximum lengte van 20 meter, en de erf- of terreinafscheiding kwalitatief hoogwaardig is. Dit is ter beoordeling aan de welstandscommissie;
  • c. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het straat- en bebouwingsbeeld;
  • d. de verkeersveiligheid op de aangrenzende wegen niet in het geding komt.