direct naar inhoud van Artikel 3 Maatschappelijk - 1
Plan: Huize Het Oosten
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0310.0007BP00207-OH01

Artikel 3 Maatschappelijk - 1

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. activiteiten gericht op sociale, maatschappelijke, educatieve en openbare dienstverlening;

inclusief bijbehorende:

  • b. zorgwoningen;
  • c. toegangswegen, -paden en verblijfsgebied;
  • d. parkeervoorzieningen;
  • e. groenvoorzieningen.
3.2 Bouwregels

Op of in de in lid 3.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend in de bestemming passende bouwwerken worden gebouwd onder de volgende voorwaarden:

  • a. gebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' mogen de gronden met gebouwen worden bebouwd tot ten hoogste het bebouwingspercentage dat is aangeduid;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' mag de bouwhoogte van gebouwen niet meer bedragen dan is aangeduid;
  • d. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan:
    • 1. 7 meter voor palen en masten;
    • 2. 2 meter voor erfafscheidingen;
    • 3. 3 meter voor overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
3.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan het oppervlak en de locatie van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voor zover dit noodzakelijk is om te kunnen voorzien in voldoende parkeerplaatsen op eigen terrein.

3.4 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.2sub a voor een hoger bebouwingspercentage tot maximaal 15 procentpunt meer dan het bebouwingspercentage dat is aangeduid, mits:

  • a. er een aantoonbare maatschappelijke noodzaak bestaat;
  • b. het op basis van verkeerskundig onderzoek benodigde aantal parkeerplaatsen op eigen terrein gerealiseerd kan worden;
  • c. op basis van verkeerskundig onderzoek is aangetoond dat de ontwikkeling geen onevenredige nadelige gevolgen heeft voor onder meer:
    • 1. de verkeersveiligheid;
    • 2. de doorstroming van het verkeer;
    • 3. de bereikbaarheid van naastgelegen percelen;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken niet in onevenredige mate worden aangetast.