direct naar inhoud van Artikel 15 Wonen
Plan: Buitengebied De Bilt Noord-Oost
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0310.0006BP00103-OH01

Artikel 15 Wonen

15.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen;
  • b. congresfaciliteiten in de bestaande bebouwing op het adres Utrechtseweg 18 in De Bilt;
  • c. tuinen en erven.
  • d. behoud en bescherming van landschappelijke en natuurwetenschappelijke waarden;
  • e. wegen, paden en verhardingen;
  • f. nutsvoorzieningen;
  • g. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

Het doel 'wonen' is beperkt tot 1 woning per bestemmingsvlak dan wel niet meer dan het ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' aangegeven aantal woningen. Ter plaatse van de aanduiding 'aaneengebouwd' zijn twee aaneengebouwde woningen toegestaan.

Onder het doel 'wonen' is mede begrepen de uitoefening van met het wonen verenigbare functies, met dien verstande dat niet meer dan 225 m³ aan gebouwen per bouwperceel voor de met het wonen verenigbare functie mag worden benut, dan wel de bestaande inhoud indien het gebruik meer bedraagt.

Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - bestaande bebouwing' is de opslag van goederen ten behoeve van met het wonen verenigbare functies toegestaan, met dien verstande dat de opslag binnen de bijgebouwen plaatsvindt en wel tot ten hoogste 450 m³.

Onder het doel 'behoud en bescherming van landschappelijke en natuurwetenschappelijke waarden', worden de volgende ruimtelijke kenmerken begrepen:

  • het behoud van erf-, laan-, kavelgrens- en wegbeplanting;
  • het openhouden van sloten;
  • de aansluiting op ecologische verbindingen;
  • de instandhouding van het boslandschap dat zich kenmerkt door een afwisseling van kleine open ruimten in een overigens gesloten bosgebied.
15.2 Bouwregels

Voor de bebouwing gelden de volgende regels:

  • a. indien een bouwvlak is aangegeven dient een woning in het bouwvlak te worden gebouwd, met dien verstande dat een woning in de voorste bouwgrens wordt gebouwd;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - bestaande bebouwing' gelden voorts de volgende regels:
    • 1. bij vervangende nieuwbouw mag de woning uitsluitend worden gebouwd op de plaats van de te vervangen woning en is uitsluitend de bestaande maatvoering toegestaan;
    • 2. de afstand tussen gebouwen mag niet meer bedragen dan 20 m;
  • c. het oprichten van gebouwen vóór de voorgevel of vóór het verlengde daarvan is niet toegestaan, met uitzondering van toegangsportalen, erkers en naar de aard daarmee gelijk te stellen ondergeschikte uitbreidingen, waarbij de voorgevel alsmede het verlengde daar met ten hoogste 1 m mag worden overschreden en de bouwhoogte van deze ondergeschikte uitbreiding niet meer mag bedragen dan 3 m;
  • d. de woningen worden met kap gebouwd, waarvan de dakhelling niet meer dan 50° mag bedragen;
  • e. de afstand van een vrijstaande woning tot de bouwperceelgrens bedraagt ten minste 3 m;
  • f. aan- en uitbouwen, overkappingen en bijgebouwen worden gebouwd op een afstand van ten minste 1 m achter (het verlengde van) de voorgevel van de woning;
  • g. paardenbak, uitsluitend op het adres Koudelaan 3-5;
  • h. uitsluitend bestaande hooibergen zijn toegestaan, met dien verstande dat:
    • 1. hooibergen uitsluitend op de bestaande locatie mogen worden gebouwd;
    • 2. uitsluitend de bestaande maatvoering is toegestaan;
  • i. de maatvoering van de bebouwing mag niet meer bedragen dan hierna is aangegeven:

Bouwwerken   Goothoogte   Bouwhoogte   Oppervlakte  
Woningen met daarbij behorende aan- en uitbouwen   3,5 m, met dien verstande dat, indien aangegeven, de goothoogte niet meer mag bedragen dan aangegeven   -   100 m² per bouwperceel dan wel de bestaande oppervlakte ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - bestaande bebouwing'.  
Bijgebouwen   3 m   6 m   40% van de oppervlakte van het onbebouwde erf per bouwperceel, tot een maximum van
70 m² gezamenlijk, met dien verstande dat ter plaatse van de Koudelaan 3 – 5 400 m2 is toegestaan.  
Erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevel   -   1 m   -  
Erf- en terreinafscheidingen achter de voorgevel   -   2 m   -  
Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde   -   3 m   -  
15.3 Afwijken van de bouwregels
  • a. Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde onder lid 15.2 sub h, voor een grotere oppervlakte aan bijgebouwen tot een maximale gezamenlijke oppervlakte van 100 m² uitsluitend ten behoeve van een agrarisch getinte hobby en uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - bestaande bebouwing'.

  • b. Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde onder lid 15.2 sub g voor het bouwen van nieuwe paardenbakken, met dien verstande dat:
    • 1. de oppervlakte van de paardenbak niet meer bedraagt dan 800 m²;
    • 2. de paardenbak is gesitueerd op tenminste 50 m vanaf een al dan niet agrarisch bouwvlak of bestemmingsvlak van derden;
    • 3. lichtmasten bij de paardenbak niet zijn toegestaan;
    • 4. er sprake is van een landschappelijke inpassing door middel van een landschappelijk inpassingsplan;
    • 5. de omgevingsvergunning slechts wordt verleend indien is aangetoond dat de activiteit waarvoor een omgevingsvergunning wordt verleend, geen nadelige gevolgen heeft voor de ruimtelijke kenmerken, die van belang worden geacht ten behoeve van het doel 'behoud en bescherming van landschappelijke en natuurwetenschappelijke waarden' (zie lid 15.1).