Plan: | Pekingpark - Baarnsch Lyceum |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0308.000011-VA01 |
8. 1. Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Maatschappelijk’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. educatieve voorzieningen;
b. kinderopvang;
c. buitenschoolse opvang;
met daarbijbehorende gebouwen, niet zijnde bedrijfswoningen, andere bouwwerken, erven, terreinen, sport- en spelvoorzieningen, parkeervoorzieningen, water en groenvoorzieningen.
8. 2. Bouwregels
Op de tot ‘Maatschappelijk’ bestemde gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken ten dienste van de bestemming, met dien verstande dat:
8. 2. 1. voor gebouwen en overkappingen de volgende regels gelden:
a. gebouwen en overkappingen mogen binnen en buiten een bouwvlak worden gebouwd;
b. gebouwen en overkappingen buiten het bouwvlak mogen niet worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke bouwaanduiding - bebouwingsvrije zone’;
c. de gezamenlijke oppervlakte van gebouwen en overkappingen buiten het bouwvlak mag niet meer dan 500 m² bedragen;
d. de bouwhoogte van een gebouw of overkapping binnen het bouwvlak mag niet meer bedragen dan de ter plaatse van de aanduiding ‘maximale bouwhoogte (m)’ aangegeven hoogte;
e. de goot- en bouwhoogte van een gebouw of overkapping binnen het bouwvlak mogen niet meer bedragen dan de ter plaatse van de aanduiding ‘maximale goot- en bouwhoogte (m)’ aangegeven hoogte;
f. de goothoogte van een gebouw of overkapping buiten het bouwvlak mag niet meer dan 3 m bedragen;
g. de bouwhoogte van een gebouw of overkapping buiten het bouwvlak mag niet meer dan 5 m bedragen.
8. 2. 2. voor andere bouwwerken de volgende regels gelden:
a. de bouwhoogte van licht- en vlaggenmasten mag niet meer dan 6 m bedragen;
b. de bouwhoogte van overige andere bouwwerken mag niet meer dan 2 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen indien zij vóór de voorgevel of een naar de weg gekeerde zijgevel van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan worden opgericht, niet meer dan 1 m mag bedragen.
8. 3. Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
a. een goede woonsituatie;
b. de verkeersveiligheid;
c. de sociale veiligheid;
d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.