21.1 Algemene afwijkingsregels
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van:
-
a. de bij recht in de regels gegeven maten, afmetingen, percentages tot niet meer dan 10% van die maten, afmetingen en percentages;
-
b. de bestemmingsregels en toestaan dat het beloop of het profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of intensiteit daartoe aanleiding geven;
-
c. de bestemmingsregels en toestaan dat bouwgrenzen worden overschreden, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft, dit tot een maximum van 1 meter;
-
d. de bestemmingsregels ten aanzien van de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en toestaan dat deze hoogte ten behoeve van lichtmasten wordt vergroot tot niet meer dan 10 m;
-
e. de bestemmingsregels ten aanzien van de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en toestaan dat deze hoogte ten behoeve van kunstwerken, geen gebouwen zijnde, en ten behoeve van zend-, ontvang- en/of sirenemasten, wordt vergroot tot niet meer dan 40 m;
-
f. het bepaalde ten aanzien van de maximale hoogte van gebouwen en toestaan dat de hoogte van de gebouwen wordt vergroot ten behoeve van plaatselijke verhogingen zoals luchtkokers, liftkokers en lichtkappen, tot een maximum van 3 meter;
-
g. de bestemmingsregels en toestaan dat de grenzen van het bouwvlak naar de buitenzijde worden overschreden door:
- plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen en schoorstenen;
- gevel- en kroonlijsten en overstekende daken;
- luifels en balkons;
- ingangspartijen;
- mits de overschrijding van bouwvlak- of bestemmingsgrenzen niet meer dan 1,5 m bedraagt:
- het oprichten van antennemasten, die onderdeel uitmaken van een gebouw, mits de voor dat gebouw toegestane hoogte met niet meer dan 6 meter wordt overschreden.
21.1.1 Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken, ten behoeve van het bouwen van bijbehorende bouwwerken en/of overkappingen vóór de voorgevellijn met dien verstande dat:
-
a. alleen wordt afgeweken indien er op drie meter achter de voorgevellijn en binnen het te bebouwen perceel minder dan 5 m² beschikbaar is voor bijbehorende bouwwerken en/of overkappingen;
-
b. de maximale goothoogte 3 m bedraagt, met dien verstande dat wanneer een bijbehorend bouwwerk en/of overkapping aan de woning wordt gebouwd, de maximale goothoogte van het bijbehorend bouwwerk en/of overkapping maximaal de eerste bouwlaag van de woning bedraagt;
-
c. de maximale gezamelijke oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken en/of overkappingen vóór de voorgevellijn maximaal 10 m² bedraagt;
-
d. het bijbehorende bouwwerk en/of overkapping voldoet aan nader te stellen stedenbouwkundige eisen;
-
e. derden niet onevenredig in hun belangen worden aangetast.
21.1.2 Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken, ten behoeve van het overschrijden van bestemmingsgrenzen met dien verstande dat:
-
a. overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover dit van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover dit noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein;
-
b. overschrijding van bestemmingsgrenzen en toestaan dat het beloop van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of intensiteit daartoe aanleiding geeft;
-
c. de overschrijdingen als bedoeld in sub a en b mogen echter niet meer dan 3 m bedragen en het bestemmingsvlak mag met niet meer dan 10% worden vergroot;
-
d. het aanpassen van opgenomen regels in de voorafgaande artikelen, waarbij verwezen wordt naar regels in wettelijke regelingen, indien deze wettelijke regeling na het tijdstip van de tervisielegging van het ontwerpplan worden gewijzigd.