Wilhelminapark

Artikel 26: Algemene wijzigingsregels

26.1. Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat:

• a. de bestemmingen 'Tuin' en 'Wonen' worden gewijzigd in de bestemming 'Gemengd - Kantoor / dienstverlening' en de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - bebouwingsvrije zone' wordt aangebracht, mits:
  • 1. deze wijzigingsbevoegdheid uitsluitend wordt toegepast ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied 1';
  • 2. de betreffende functie noodzakelijk is in verband met de instandhouding van het beeldbepalende pand;
  • 3. na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid de regels van artikel 6 van overeenkomstige toepassing zijn;
• b. de bestemmingen 'Tuin' en 'Wonen' onderling worden gewijzigd en een bouwvlak wordt verplaatst en/of wordt vergroot, mits:
  • 1. deze wijzigingsbevoegdheid uitsluitend wordt toegepast ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied 2'
  • 2. de bestemming 'Tuin' wordt gelegd op de gronden voor en naast het bouwvlak, met dien verstande dat de bestemming 'Tuin' doorloopt tot aan de achterste bouwgrens van het bouwvlak;
  • 3. de diepte van het bouwvlak niet meer dan 12 m bedraagt;
  • 4. de afstand tot de zijdelingse perceelgrens aan de noordzijde van het perceel niet minder dan 2 m bedraagt;
  • 5. de afstand tot de zijdelingse perceelgrens aan de zuidzijde van het perceel niet minder dan 3 m bedraagt;
  • 6. de rooilijn van het woonhuis aansluit op de overige bebouwing aan de Wittelaan.

26.2. Toetsingscriteria

De in 26.1 genoemde wijziging kan slechts toegepast, indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

• a. de te beschermen waarden van het beschermd dorpsgezicht;
• b. de woonsituatie;
• c. de verkeersveiligheid;
• d. de sociale veiligheid;
• e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.