Plan: | Veegplan B 2017 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0307.BP00138-0301 |
het bestemmingsplan 'Veegplan B 2017' met indentificatienummer NL.IMRO.0307.BP00138-0301 van de gemeente Amersfoort;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
(oorspronkelijke) gevel aan de achterzijde van een gebouw;
een bijbehorend bouwwerk waarin mantelzorg wordt verleend;
een bouwwerk, geen gebouw en geen bijbehorende bouwwerk zijnde;
een installatie bestaande uit een antenne, een antennedrager, de bedrading en de al dan niet in een techniekkast opgenomen apparatuur, met de daarbij behorende bevestigingsconstructie;
een antennemast of andere constructie bedoeld voor de vestiging van een antenne;
één of meer bouwwerken;
een in de regels aangegeven percentage, dat de grootte van het bebouwingsoppervlak geeft;
een niet voor bewoning bestemd gebouw, dat dient voor de uitoefening van één of meer bedrijfsactiviteiten;
de totale vloeroppervlakte van een kantoor, winkel of bedrijf met inbegrip van de daartoe behorende magazijnen en overige dienstruimten;
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon wiens huisvesting daar noodzakelijk is, gelet op de bestemming van het gebouw of terrein;
het verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebied, of het uitoefenen van een kleinschalig bedrijf aan huis die:
in de van de regels deel uitmakende bijlage Bijlage 2 Staat van Bedrijfsactiviteiten tbv regeling beroep en bedrijf aan huis zijn aangeduid als categorie A, dan wel daarmee gelijk kunnen worden gesteld voor wat betreft de gevolgen voor de omgeving;
groepen van onroerende zaken en terreinen, hieronder begrepen bomen, straten, pleinen, bruggen en water, die van algemeen belang zijn wegens hun schoonheid, hun onderlinge ruimtelijke of structurele samenhang dan wel hun wetenschappelijke of cultuurhistorische waarde en in welke groepen zich één of meerdere monumenten bevinden en die ingevolge artikel 35 van de Monumentenwet 1988 als zodanig zijn aangewezen;
een bouwwerk, dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een bouwvergunning, danwel omgevingsvergunning;
gebruik van grond en bouwwerken dat aanwezig is op het moment van inwerkingtreding van het plan;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
Bedrijven zoals bedoeld in artikel 2, lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen;
bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ten aanzien van een al verleende omgevingsvergunning;
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op het perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak;
vorm van wonen die voorziet in de aangepaste woonbehoefte van personen of groepen van personen, voor wie reguliere woonvoorzieningen niet passend of toereikend zijn;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
de grens van een bouwvlak;
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitzondering van kelder en ruimten in de kap;
detailhandel met een verkoopvloeroppervlak, waarop het volledige assortiment van bouw- en doe-het-zelf producten uit voorraad wordt aangeboden, zowel aan vakman als particulier;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
de grens van een bouwperceel;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van voor consumptie ter plaatse bereide kleine etenswaren, met als nevenactiviteit het verstrekken van zwakalcoholische en niet-alcoholische dranken.
een horecabedrijf, niet zijnde een discotheek of bar/dancing, uitsluitend of overwegend gericht op het verstrekken van dranken voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van kleine etenswaren, al dan niet ter plaatse bereid;
een alcoholvrij horecabedrijf ten aanzien waarvan de burgemeester in beginsel de handel in hasjiesj en hennep (ook stekjes) zoals omschreven in lijst II behorend bij de Opiumwet, ook wel aangeduid als hasj, marihuana, weed, wiet of stuff, heeft toegestaan;
de waarde, gevormd door de duidelijke herkenbaarheid van de historische ontwikkeling van bebouwing, nederzetting en/of landschap, in de structuur, de ruimte en de ruimtevormende elementen daarvan;
detailhandel in materialen voor de ruwbouw van gebouwen en dergelijke zoals stenen, zand, beton, bestratingsmateriaal en hout;
detailhandel met een al dan niet geheel overdekt verkoopvloeroppervlak waarop artikelen voor de inrichting en het onderhoud van particuliere tuinen en de daarmee rechtstreeks samenhangende artikelen worden aangeboden;
detailhandel die vanwege de omvang van de gevoerde artikelen een groot oppervlak nodig heeft voor de uitstalling, in de vorm van de verkoop van auto's, motoren, boten, caravans, tuininrichtingsartikelen, woninginrichting grove bouwmaterialen, keukens en sanitair en naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijven;
branches van detailhandel die zich buiten de aangewezen detailhandelslocaties mogen vestigen vanwege de aard of omvang van de artikelen (zoals auto's, bouwmarkt, keukens, woninginrichting);
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen voor gebruik, verbruik of aanwending overwegend anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
dienstverlening door een bedrijf of instelling dat in hoofdzaak baliewerkzaamheden verricht of andere diensten verleent gericht op het publiek, zoals stomerijen, wasserettes, kappers, pedicures, makelaars, reis- en uitzendbureaus en dergelijke;
het beroepsmatig verlenen van diensten, met uitzondering van prostitutie, waarbij een onderscheid kan worden gemaakt in:
een horecabedrijf dat tot doel heeft het doen beluisteren van overwegend mechanische muziek en het gelegenheid geven tot dansen, feesten en andere daarmee vergelijkbare evenementen in combinatie met het verstrekken van dranken voor consumptie ter plaatse;
een onderzoek dat uitsluitsel kan geven over de uitbreidings- en groeimogelijkheden voor de detailhandel in een bepaald winkelgebied, waarbij het distributieplanologisch verzorgingsniveau voor de consument centraal staat. Afzetgebied en omgevingsfactoren als parkeren, bereikbaarheid en uitstraling worden daarbij betrokken;
al dan niet bebouwde perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een gebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw;
een horecabedrijf dat tot doel heeft het daarbinnen doen plaatsvinden van voorstellingen en/of vertoningen van porno-erotische aard, waaronder begrepen een seksbioscoop, een seksclub en een seksautomatenhal en tevens het bedrijfsmatig ten behoeve van verbruik ter plaatse verstrekken van alcoholische en niet-alcoholische dranken;
grootschalige, periodieke en/of meerdaagse manifestaties, zoals sportmanifestaties, concerten, bijeenkomsten, voorstellingen, shows, tentoonstellingen en thematische markten;
recreatief medegebruik van gronden, zoals fietsen, paardrijden, varen, vissen, wandelen en zwemmen;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
de geluidsbelasting in Lden (zoals bedoeld in de Wet geluidhinder en bepaald conform de Wet geluidhinder) op een bepaalde plaats, veroorzaakt door het gezamenlijke wegverkeer op een bepaald weggedeelte of een combinatie van weggedeelten;
gebouw dat dient ter bewoning of een ander geluidsgevoelig gebruik als bedoeld in de Wet geluidhinder, c.q. het Besluit geluidhinder;
geluidsgevoelig gebouw, geluidsgevoelige ruimte, of geluidsgevoelig terrein als bedoeld in de Wet geluidhinder;
geluidsgevoelige ruimte als bedoeld in de Wet geluidhinder;
fysieke en niet-fysieke maatregelen gericht op het reduceren van de geluidsbelasting vanwege industrie-, bedrijfs- of wegverkeerslawaai op geluidsgevoelige objecten, of maatregelen die daar niet specifiek op gericht zijn doch wel tevens een geluidsreducerende uitwerking hebben, zoals bijvoorbeeld verkeersmaatregelen, het aanbrengen van geluidsarm asfalt, geluidswallen of -schermen of de aanleg van nieuwe wegen elders die tot gevolg hebben dat de verkeers- en de geluidsbelasting afneemt;
een inrichting, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging een geluidzone moet worden vastgesteld;
groepen van onroerende zaken en terreinen, hieronder begrepen bomen, straten, pleinen, bruggen en water, die een samenhangend beeld vormen dat van belang is wegens de schoonheid, het karakter of de cultuurhistorische waarde van het geheel, die zijn vermeld op de gemeentelijke lijst van stadsgezichten;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan wederverkopers, dan wel aan instellingen of personen ter aanwending in een andere bedrijfsactiviteit;
detailhandel in meubelen en artikelen ten behoeve van de inrichting van een woning en daarmee rechtstreeks samenhangende artikelen met een verkoopvloeroppervlakte van meer dan 1.000 m²;
een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;
dienstverlening door middel van de exploitatie van cafés, dancings, bowling-centra en andere daarmee gelijk te stellen bedrijven waar het gebruik van etenswaren ondergeschikt is aan het gebruik van alcoholhoudende drank;
dienstverlening door middel van de exploitatie van restaurants, snackbars, ijssalons en andere daarmee gelijk te stellen bedrijven waar het gebruik van (alcoholhoudende) drank ondergeschikt is aan het nuttigen van etenswaren;
dienstverlening door middel van de exploitatie van cafés, dancings, bowling-centra en andere daarmee gelijk te stellen bedrijven waar het gebruik van etenswaren ondergeschikt is aan het gebruik van alcoholhoudende drank;
dienstverlening door middel van de exploitatie van sportkantines, buurthuizen etc, welke exploitatie niet meer dan 30% van de vloeroppervlakte van het hoofdgebouw bedraagt en ten dienste staat van de hoofdfunctie, welke op het perceel dan wel in het gebouw wordt uitgeoefend;
een bedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van logies (per nacht) met als nevenactiviteit het verstrekken van maaltijden en/of het verstrekken van alcoholische of niet-alcoholische dranken voor consumptie ter plaatse;
dienstverlening door middel van de exploitatie van restaurants, snackbars, ijssalons en andere daarmee gelijk te stellen bedrijven waar het gebruik van (alcoholhoudende) drank ondergeschikt is aan het nuttigen van etenswaren;
dienstverlening door middel van de exploitatie van sportkantines, buurthuizen etc, welke exploitatie niet meer dan 30% van de vloeroppervlakte van het hoofdgebouw bedraagt en ten dienste staat van de hoofdfunctie, welke op het perceel dan wel in het gebouw wordt uitgeoefend;
een bedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van logies (per nacht) met als nevenactiviteit het verstrekken van maaltijden en/of het verstrekken van alcoholische of niet-alcoholische dranken voor consumptie ter plaatse;
een vorm van wonen, zowel in de traditionele vorm van gezin als in de minder traditionele vorm, mits sprake is van nagenoeg zelfstandige bewoning met een zekere mate van onderlinge verbondenheid tussen de bewoners en continuïteit in de samenstelling;
een specifieke vorm van detailhandel, waarbij de transactie via internet tot stand komt, ter plaatse alleen de bijbehorende opslag en distributie plaatsvindt en afhalen, tonen en afrekenen van goederen niet ter plaatse gebeurt;
tent, tentwagen, kampeerauto of caravan dan wel enig ander onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde, een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf;
voorzieningen gericht op het verlenen van diensten op administratief, financieel, architectonisch, juridisch of een daarmee gelijk te stellen gebied, waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen;
constructie ter afdekking van een gebouw waarop de dakbedekking rust, niet zijnde een muur, met tenminste 1 hellend of gebogen vlak;
een gedeelte van een gebouw dat aan de bovenzijde wordt afgedekt door de begane grondvloer van datzelfde gebouw, danwel van een bijbehorend bouwwerk of door het afgewerkte maaiveld, en dat geheel is gelegen onder het afgewerkte maaiveld.
een met keerwanden uitgevoerd bouwwerk ter hoogte van het snijpunt van de gevel en het maaiveld dat voorziet in de licht- en luchttoetreding van de onderbouw en geen toegang tot het gebouw mag zijn;
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, ten behoeve van wegen en waterlopen, zoals een brug, duiker of viaduct, alsmede beeldende kunst;
een functionele eenheid, bestaande uit bos of natuur al dan niet in combinatie met agrarische gronden met een productiedoelstelling; vormen van bos- en landbouw kunnen deel uitmaken van de bedrijfsvoering; het geheel is openbaar toegankelijk; op het landgoed staat één of meer wooncomplexen met tuinen van allure en uitstraling; kenmerkend voor de inrichting van het landgoed is een raamwerk van wegen, waterlopen, lanen en singels, waarbinnen de verschillende ruimtegebruiksvormen zijn gerangschikt; het geheel vormt een ecologische, economische en esthetische eenheid waarvan de invulling is geïnspireerd door het omringende landschap, de cultuurhistorie en de bodemgesteldheid;
educatieve, medische, sociale, culturele, levensbeschouwelijke, religieuze voorzieningen en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening en opvangvoorzieningen;
activiteiten met een publieksgericht karakter, die zijn gericht op het bieden van gelegenheid tot het stallen van paarden en/of pony's en het berijden en verzorgen van paarden en pony's, waaronder het lesgeven, de verhuur of het organiseren van wedstrijden en/of andere hippische evenementen;
het bieden van hulp die aanvullend, niet beroepshalve, aan bejaarden, zieken en andere hulpbehoevenden verleend wordt in of bij een woning, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en met een ruimtelijke uitwerking of uitstraling die met de woonfunctie in overeenstemming is;
een activiteit die maximaal 40% van de oppervlakte van het hoofdgebouw beslaat;
een assortiment dat qua omvang ondergeschikt is aan het assortiment van de hoofdactiviteit en daar vanwege de aard niet mee in overeenstemming is en maximaal 10% van de oppervlakte van het hoofdgebouw beslaat;
voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling, telefooncellen en apparatuur voor telecommunicatie;
vergunning voor activiteiten als genoemd in artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
een (gedeelte) van een bouwwerk, waarvan de bovenkant van de vloer is gelegen op ten minste 1,75 meter beneden peil;
een voor verblijf geschikt, al dan niet aan zijn bestemming onttrokken, vaar- of voertuig, ark of caravan, voor zover dat/die niet als een bouwwerk is aan te merken, alsook een tent;
opvang, vooral van kinderen, in speciaal daarvoor ingestelde verblijven;
een deel van een gebouw, gelegen boven het peil, vrij van het aansluitende afgewerkte terrein, dat ter weerszijden wordt ondersteund door hetzelfde gebouw;
een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
een overdekte bebouwde voorziening, die maximaal 2 eigen wanden heeft en waarvan de begrenzing wordt gevormd door gebouwen en/of ondersteuningen van het dak;
de kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is;
het aantal parkeerplaatsen dat op basis van de in Amersfoort geldende parkeernormen nodig is voor een ruimtelijke ontwikkeling;
detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie;
het aanbieden van seksuele diensten tegen een materiële vergoeding;
een bedrijf waar prostitutie het hoofdbestanddeel van de activiteiten vormt, een erotische massagesalon mede begrepen;
beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten aan huis bestaande uit hoofdzakelijk baliewerkzaamheden of andere diensten die publiek aantrekken, zoals stomerijen, wasserettes, kappers, pedicures, makelaars, reis- en uitzendbureaus, kinderopvang, ateliers en dergelijke; in tegenstelling tot niet-publieksgerichte beroep- en bedrijfsactiviteit aan huis;
overdekte en onoverdekte recreatieve accommodaties;
een gebouw dat naar de aard en inrichting is bedoeld voor recreatieve, niet-permanente bewoning;
een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht; onder een seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een parenclub of prostitutiebedrijf, al dan niet in combinatie met elkaar;
geheel of gedeeltelijk afbreken;
het doorlopende gedeelte van een gebouw, dat door op gelijke of vrijwel gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen wordt begrensd en dat maximaal 1,2 meter boven het (straat)peil is gelegen;
ander bouwwerk ten behoeve van het spelen, zoals wipkippen en schommels;
overdekte en onoverdekte sportaccommodaties;
een caravan of soortgelijk onderkomen al dan niet op wielen, dat mede gelet op de afmetingen, niet bestemd is om regelmatig en op normale wijze op de verkeerswegen over grote afstanden als aanhangsel van een auto te worden voortbewogen, bestemd om uitsluitend door een huishouden of daarmee gelijk te stellen groep van personen dat het hoofdverblijf elders heeft, gedurende een gedeelte van het jaar bewoond te worden, uitsluitend voor recreatieve doeleinden;
een constructie die uitsluitend of mede bedoeld is voor het bevestigen en dragen van telecommunicatieapparatuur;
Voor zover de gronden zijn gelegen in bestemmingsplan 'Binnenstad', vastgesteld op 13 oktober 2015, wordt de begripsbepaling voor terras:
1.94 terras:
een al dan niet overdekte buitenruimte bij een horecabedrijf;
de geometrisch bepaalde planobjecten (voorheen plankaart genoemd);
de voor het publiek zichtbare en toegankelijke (besloten) winkelruimte ten behoeve van de detailhandel;
de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel die op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan kennelijk als zodanig aangemerkt diende te worden;
denkbeeldige dan wel op de plankaart aangegeven grens van het bouwvlak die gericht is naar de weg en waarop de bebouwing is georiënteerd, die loopt tot aan de perceelsgrenzen;
Wet van 6 november 2008 (Stb. 496), houdende regels inzake een vergunningstelsel met betrekking tot activiteiten die van invloed zijn op de fysieke leefomgeving (Wet algemene bepalingen omgevingsrecht), zoals deze luidt op het moment van de ter inzage legging van het ontwerp van dit plan;
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijke huishouding;
een in of op het water geplaatst voorwerp met een rechthoekige hoofdvorm die niet op varen duidt, dat gelegen is op een vaste ligplaats en bedoeld is voor permanente bewoning, niet zijnde een waterwoning, welke in het kader van het plan niet wordt aangemerkt als een bouwwerk in de zin van de Woningwet;
een woonark of een woonschip;
een varend schip met een als zodanig herkenbaar uiterlijk dat geschikt is voor permanente bewoning, welke in het kader van het plan niet wordt aangemerkt als een bouwwerk in de zin van de Woningwet;
een voor bewoning bestemd gebouw dat is geplaatst op een standplaats en dat in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst;
instelling waar zorg wordt verleend, zoals een verzorgingshuis, een verpleeghuis of een hospice.
Bij de toepassing van deze voorschriften wordt als volgt gemeten:
de kortste afstand van enig punt van een bouwwerk tot een bepaalde grens van het erf;
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
vanaf het peil tot aan de (wieken)as van de windturbine.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
tussen de lijnen, getrokken door de buitenzijde van de gevelvlakken en/of het hart van de scheidsmuren;
bij de berekening van de gezamenlijke oppervlakte van bijbehorende bouwwerken worden niet meegerekend (gedeelten van) bijbehorende bouwwerken gelegen binnen het bouwvlak, met dien verstande dat erkers, etc. voor de voorgevel niet meetellen bij de berekening van de oppervlakte;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
wordt gemeten op de plaats waar het vaste deel van de romp het langst is, ondergeschikte buiten de romp uitstekende delen zoals rondhouten en roerbladen niet meegerekend;
wordt gemeten op de plaats waar het vaste deel van de romp het breedst is, afgerond op 5 cm;
wordt gemeten in meters vanaf de waterlijn tot aan het hoogste punt van de romp of opbouw, masten, schoorstenen en dergelijke niet meegerekend, afgerond op 5 cm;
de verticale afstand tussen het diepst stekende scheepsdeel en de waterspiegel;
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, stoeptreden, dorpels, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, antennes, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons, dakgoten en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van scheidingslijnen, aanduidingsgrenzen, bouwgrenzen dan wel bestemmingsgrenzen niet meer dan 1,00 meter bedraagt.
Op het onderhavige bestemmingsplan 'Veegplan B 2017' is het juridisch-planologisch regime van:
en zoals allen begrensd ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - herziening planregels' van overeenkomstige toepassing, zulks met dien verstande dat de in dit plan opgenomen wijzigingen van toepassing zijn.
Voor zover de gronden zijn gelegen in bestemmingsplan 'Bedrijventerreinen e.o. en snelwegen', vastgesteld op 9 december 2014, en zijn bestemd voor 'Agrarisch' (artikel 3) wordt de bestemming als volgt gewijzigd (locatie 17):
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
toevoegen:
e. behoud en bescherming van de cultuurhistorische waarden van gebouwen ter plaatse van de aanduiding (cw);
Het bepaalde in de regels van bestemmingsplan 'Bedrijventerreinen e.o. en snelwegen' is voor het overige onverminderd van toepassing.
Voor zover de gronden zijn gelegen in bestemmingsplan 'Maatweg', vastgesteld op 25 juni 2013, en zijn bestemd voor 'Bedrijf' (artikel 4) wordt in lid 4.1 de bestemming als volgt gewijzigd (locatie 24):
vervangen door:
Voor zover de gronden zijn gelegen in bestemmingsplan 'Bedrijventerreinen e.o. en snelwegen', vastgesteld op 9 december 2014, en zijn bestemd voor 'Bedrijf' (artikel 4) wordt de bestemming als volgt gewijzigd (locatie 18):
4.2 Bouwregels
Op en in deze gronden zijn uitsluitend gebouwen en andere bouwwerken toegestaan, die ten dienste staan van de bestemming, en nutsvoorzieningen.
toevoegen:
4.2.3 Andere bouwwerken op het dak van een hoofdgebouw
Voor reclame-uitingen op het dak van een hoofdgebouw gelden de volgende regels:
6.1 Bestemmingsomschrijving
Voor zover de gronden zijn gelegen in bestemmingsplan 'Bedrijventerreinen e.o. en snelwegen', vastgesteld op 9 december 2014, en zijn bestemd voor 'Bedrijventerrein - 1' (artikel 5) wordt lid 5.1 (locatie 2) en lid 5.2 (locatie 18) van de bestemming als volgt gewijzigd:
5.1 Bestemmingsomschrijving
toevoegen:
VII. Nijverheidsweg-Noord 35, Rova en Remondis. De activiteiten van deze bedrijven vallen onder milieucategorie 4.2 waar milieucategorie 3.2 is toegestaan. Ter plaatse worden behalve categorie 3.2 tevens bedrijven toegestaan die vallen onder 'SBI code 381.C Vuiloverslagstations' van de Staat van Bedrijfsactiviteiten zoals is opgenomen in bijlage 1 van de regels van bestemmingsplan 'Bedrijventerreinen e.o. en snelwegen'.
toevoegen:
5.2.4 Andere bouwwerken op het dak van een hoofdgebouw
Voor reclame-uitingen op het dak van een hoofdgebouw gelden de volgende regels:
5.3 Specifieke gebruiksregels
aanvullen:
en het bestaande bedrijf 'Remondis' aan de Nijverheidsweg-Noord 35.
Het bepaalde in de regels van bestemmingsplan 'Bedrijventerreinen e.o. en snelwegen' is voor het overige onverminderd van toepassing.
7.1 Bestemmingsomschrijving
Het bepaalde in de regels van bestemmingsplan 'Bedrijventerreinen e.o. en snelwegen', vastgesteld op 9 december 2014, is onverminderd van toepassing (locatie 6).
Voor zover de gronden zijn gelegen in bestemmingsplan 'Bedrijventerreinen e.o. en snelwegen', vastgesteld op 9 december 2014, en zijn bestemd voor 'Bedrijventerrein - 2' (artikel 6) wordt lid 6.4 (locatie 18) van de bestemming als volgt gewijzigd:
toevoegen:
6.2.4 Andere bouwwerken op het dak van een hoofdgebouw
Voor reclame-uitingen op het dak van een hoofdgebouw gelden de volgende regels:
Het bepaalde in de regels van bestemmingsplan 'Bedrijventerreinen e.o. en snelwegen' is voor het overige onverminderd van toepassing.
Voor zover de gronden zijn gelegen in bestemmingsplan 'Bedrijventerreinen e.o. en snelwegen', vastgesteld op 9 december 2014, en zijn bestemd voor 'Bedrijventerrein - 3a' (artikel 7) wordt lid 7.2 (locatie 18) van de bestemming als volgt gewijzigd:
toevoegen:
7.2.3 Andere bouwwerken op het dak van een hoofdgebouw
Voor reclame-uitingen op het dak van een hoofdgebouw gelden de volgende regels:
Het bepaalde in de regels van bestemmingsplan 'Bedrijventerreinen e.o. en snelwegen' is voor het overige onverminderd van toepassing.
Voor zover de gronden zijn gelegen in bestemmingsplan 'Bedrijventerreinen e.o. en snelwegen', vastgesteld op 9 december 2014, en zijn bestemd voor 'Bedrijventerrein - 3b' (artikel 8) wordt lid 8.2 (locatie 18) van de bestemming als volgt gewijzigd:
toevoegen:
8.2.3 Andere bouwwerken op het dak van een hoofdgebouw
Voor reclame-uitingen op het dak van een hoofdgebouw gelden de volgende regels:
Het bepaalde in de regels van bestemmingsplan 'Bedrijventerreinen e.o. en snelwegen' is voor het overige onverminderd van toepassing.
Voor zover de gronden zijn gelegen in bestemmingsplan 'Bedrijventerreinen e.o. en snelwegen', vastgesteld op 9 december 2014, en zijn bestemd voor 'Bedrijventerrein - 3c' (artikel 9) wordt lid 9.2 (locatie 18) van de bestemming als volgt gewijzigd:
toevoegen:
9.2.3 Andere bouwwerken op het dak van een hoofdgebouw
Voor reclame-uitingen op het dak van een hoofdgebouw gelden de volgende regels:
Het bepaalde in de regels van bestemmingsplan 'Bedrijventerreinen e.o. en snelwegen' is voor het overige onverminderd van toepassing.
Voor zover de gronden zijn gelegen in bestemmingsplan 'Bedrijventerreinen e.o. en snelwegen', vastgesteld op 9 december 2014, en zijn bestemd voor 'Bedrijventerrein - 3d' (artikel 10) wordt lid 10.2 (locatie 18) van de bestemming als volgt gewijzigd:
toevoegen:
10.2.4 Andere bouwwerken op het dak van een hoofdgebouw
Voor reclame-uitingen op het dak van een hoofdgebouw gelden de volgende regels:
Het bepaalde in de regels van bestemmingsplan 'Bedrijventerreinen e.o. en snelwegen' is voor het overige onverminderd van toepassing.
Voor zover de gronden zijn gelegen in bestemmingsplan 'Bedrijventerreinen e.o. en snelwegen', vastgesteld op 9 december 2014, en zijn bestemd voor 'Bedrijventerrein - 3e' (artikel 11) wordt lid 11.2 (locatie 18) van de bestemming als volgt gewijzigd:
toevoegen:
11.2.3 Andere bouwwerken op het dak van een hoofdgebouw
Voor reclame-uitingen op het dak van een hoofdgebouw gelden de volgende regels:
Het bepaalde in de regels van bestemmingsplan 'Bedrijventerreinen e.o. en snelwegen' is voor het overige onverminderd van toepassing.
Voor zover de gronden zijn gelegen in bestemmingsplan 'Bedrijventerreinen e.o. en snelwegen', vastgesteld op 9 december 2014, en zijn bestemd voor 'Bedrijventerrein - 4' (artikel 12) wordt lid 12.1 van de bestemming als volgt gewijzigd (locatie 1):
toevoegen:
k. ter plaatse van de aanduiding (bw) is één bedrijfswoning met de daarbij behorende aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen toegestaan.
Voor zover de gronden zijn gelegen in bestemmingsplan 'Bedrijventerreinen e.o. en snelwegen', vastgesteld op 9 december 2014, en zijn bestemd voor 'Bedrijventerrein - 3e' (artikel 12) wordt lid 12.2 (locatie 18) van de bestemming als volgt gewijzigd:
toevoegen:
12.2.3 Andere bouwwerken op het dak van een hoofdgebouw
Voor reclame-uitingen op het dak van een hoofdgebouw gelden de volgende regels:
Het bepaalde in de regels van bestemmingsplan 'Bedrijventerreinen e.o. en snelwegen' is voor het overige onverminderd van toepassing.
Voor zover de gronden zijn gelegen in bestemmingsplan 'Bedrijventerreinen e.o. en snelwegen', vastgesteld op 9 december 2014, en zijn bestemd voor 'Bedrijventerrein - 5' (artikel 13) wordt lid 13.2 (locatie 18) van de bestemming als volgt gewijzigd:
toevoegen:
13.2.2 Andere bouwwerken op het dak van een hoofdgebouw
Voor reclame-uitingen op het dak van een hoofdgebouw gelden de volgende regels:
Het bepaalde in de regels van bestemmingsplan 'Bedrijventerreinen e.o. en snelwegen' is voor het overige onverminderd van toepassing.
Voor zover de gronden zijn gelegen in bestemmingsplan 'Bedrijventerreinen e.o. en snelwegen', vastgesteld op 9 december 2014, en zijn bestemd voor 'Bedrijventerrein - 6' (artikel 13) wordt lid 14.2 (locatie 18) van de bestemming als volgt gewijzigd:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
a. de gebouwen dienen uitsluitend binnen de op de verbeelding aangegeven bebouwingsvlakken te worden gebouwd;
b. het bebouwingspercentage bedraagt per bouwperceel maximaal 35%;
c. de maximale goothoogte en maximale (bouw)hoogte van de bedrijfsgebouwen mag niet meer bedragen dan op de verbeelding is aangegeven;
d. de (bouw)hoogte van nutsgebouwen, bushokjes en, fietsenstallingen bedraagt maximaal 3.00 m;
e. de voorgevelbreedte van een bedrijfsgebouw mag maximaal 25.00 m en de diepte van het bedrijfsgebouw mag maximaal 50.00 m bedragen;
f. de inhoud van de bedrijfswoningen mag maximaal 600 m3 bedragen, dan wel de bestaande inhoud indien deze meer bedraagt, met bijbehorende aan- en bijgebouwen tot een totale oppervlakte van 75 m2 en een goothoogte van maximaal 3.00 m;
g.de aan- en bijgebouwen dienen op ten minste 1.00 m achter de voorgevel van het hoofdgebouw dan wel achter het verlengde daarvan te worden gebouwd;
h. de maximum hoogte van andere bouwwerken bedraagt 3.00 met dien verstande dat de hoogte van erfscheidingen maximaal 2.50 m mag bedragen, behoudens lichtmasten en verkeersvoorzieningen waarvan de hoogte maximaal 6.00 m mag bedragen;
vervangen door:
14.2.1 Gebouwen en andere bouwwerken
Voor het bouwen van gebouwen en andere bouwwerken gelden de volgende regels:
a. de gebouwen dienen uitsluitend binnen de op de verbeelding aangegeven bebouwingsvlakken te worden gebouwd;
b. het bebouwingspercentage bedraagt per bouwperceel maximaal 35%;
c. de maximale goothoogte en maximale (bouw)hoogte van de bedrijfsgebouwen mag niet meer bedragen dan op de verbeelding is aangegeven;
d. de (bouw)hoogte van nutsgebouwen, bushokjes en, fietsenstallingen bedraagt maximaal 3.00 m;
e. de voorgevelbreedte van een bedrijfsgebouw mag maximaal 25.00 m en de diepte van het bedrijfsgebouw mag maximaal 50.00 m bedragen;
f. de inhoud van de bedrijfswoningen mag maximaal 600 m3 bedragen, dan wel de bestaande inhoud indien deze meer bedraagt, met bijbehorende aan- en bijgebouwen tot een totale oppervlakte van 75 m2 en een goothoogte van maximaal 3.00 m;
g.de aan- en bijgebouwen dienen op ten minste 1.00 m achter de voorgevel van het hoofdgebouw dan wel achter het verlengde daarvan te worden gebouwd;
h. de maximum hoogte van andere bouwwerken bedraagt 3.00 met dien verstande dat de hoogte van erfscheidingen maximaal 2.50 m mag bedragen, behoudens lichtmasten en verkeersvoorzieningen waarvan de hoogte maximaal 6.00 m mag bedragen;
toevoegen:
14.2.2 Andere bouwwerken op het dak van een hoofdgebouw
Voor reclame-uitingen op het dak van een hoofdgebouw gelden de volgende regels:
Het bepaalde in de regels van bestemmingsplan 'Bedrijventerreinen e.o. en snelwegen' is voor het overige onverminderd van toepassing.
Voor zover de gronden zijn gelegen in bestemmingsplan 'Bedrijventerreinen e.o. en snelwegen', vastgesteld op 9 december 2014, en zijn bestemd voor 'Bedrijventerrein - 7' (artikel 15) wordt lid 15.2 (locatie 18) van de bestemming als volgt gewijzigd:
15.2 Bouwregels
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
a. de gebouwen dienen uitsluitend binnen de op de verbeelding aangegeven bebouwingsvlakken te worden gebouwd;
b. het bebouwingspercentage bedraagt per bouwperceel maximaal 35%;
c. de maximale goothoogte en maximale (bouw)hoogte van de bedrijfsgebouwen mag niet meer bedragen dan op de verbeelding is aangegeven;
d. de (bouw)hoogte van nutsgebouwen, bushokjes en, fietsenstallingen bedraagt maximaal 3.00 m;
e. de voorgevelbreedte van een bedrijfsgebouw mag maximaal 25.00 m en de diepte van het bedrijfsgebouw mag maximaal 50.00 m bedragen;
f. de inhoud van de bedrijfswoningen mag maximaal 600 m3 bedragen, dan wel de bestaande inhoud indien deze meer bedraagt, met bijbehorende aan- en bijgebouwen tot een totale oppervlakte van 75 m2 en een goothoogte van maximaal 3.00 m;
g.de aan- en bijgebouwen dienen op ten minste 1.00 m achter de voorgevel van het hoofdgebouw dan wel achter het verlengde daarvan te worden gebouwd;
h. de maximum hoogte van andere bouwwerken bedraagt 3.00 met dien verstande dat de hoogte van erfscheidingen maximaal 2.50 m mag bedragen, behoudens lichtmasten en verkeersvoorzieningen waarvan de hoogte maximaal 6.00 m mag bedragen;
vervangen door:
Op en in deze gronden zijn uitsluitend gebouwen en andere bouwwerken toegestaan, die ten dienste staan van de bestemming, en nutsvoorzieningen, met inachtneming van de volgende regels:
15.2.1 Gebouwen en andere bouwwerken
Voor het bouwen van gebouwen en andere bouwwerken gelden de volgende regels:
a. de gebouwen dienen uitsluitend binnen de op de verbeelding aangegeven bebouwingsvlakken te worden gebouwd;
b. het bebouwingspercentage bedraagt per bouwperceel maximaal 35%;
c. de maximale goothoogte en maximale (bouw)hoogte van de bedrijfsgebouwen mag niet meer bedragen dan op de verbeelding is aangegeven;
d. de (bouw)hoogte van nutsgebouwen, bushokjes en, fietsenstallingen bedraagt maximaal 3.00 m;
e. de voorgevelbreedte van een bedrijfsgebouw mag maximaal 25.00 m en de diepte van het bedrijfsgebouw mag maximaal 50.00 m bedragen;
f. de inhoud van de bedrijfswoningen mag maximaal 600 m3 bedragen, dan wel de bestaande inhoud indien deze meer bedraagt, met bijbehorende aan- en bijgebouwen tot een totale oppervlakte van 75 m2 en een goothoogte van maximaal 3.00 m;
g.de aan- en bijgebouwen dienen op ten minste 1.00 m achter de voorgevel van het hoofdgebouw dan wel achter het verlengde daarvan te worden gebouwd;
h. de maximum hoogte van andere bouwwerken bedraagt 3.00 met dien verstande dat de hoogte van erfscheidingen maximaal 2.50 m mag bedragen, behoudens lichtmasten en verkeersvoorzieningen waarvan de hoogte maximaal 6.00 m mag bedragen;
toevoegen:
15.2.2 Andere bouwwerken op het dak van een hoofdgebouw
Voor reclame-uitingen op het dak van een hoofdgebouw gelden de volgende regels:
Het bepaalde in de regels van bestemmingsplan 'Bedrijventerreinen e.o. en snelwegen' is voor het overige onverminderd van toepassing.
Voor zover de gronden zijn gelegen in bestemmingsplan 'Binnenstad', vastgesteld op 13 oktober 2015, en zijn bestemd voor 'Centrum - 4' (artikel 7) wordt lid 7.6.1 van de bestemming als volgt gewijzigd (locatie 7):
b. de daarbij betrokken vloeroppervlakte per vestiging met niet meer dan 30% stijgt;
wordt gewijzigd in:
b. de daarbij betrokken vloeroppervlakte per vestiging met niet meer dan 30% wordt vergroot;
Het bepaalde in de regels van bestemmingsplan 'Binnenstad' is voor het overige onverminderd van toepassing.
Voor zover de gronden zijn gelegen in bestemmingsplan 'Binnenstad', vastgesteld op 13 oktober 2015, en zijn bestemd voor 'Cultuur en Ontspanning - 1' (artikel 8) wordt lid 8.1 van de bestemming als volgt gewijzigd (locatie 7):
f. horeca van categorie 1 met uitzondering van het bedrijfsmatig exploiteren van zaal- en vergaderaccommodatie, ter plaatse van de aanduiding "horeca van categorie 1" (h=1); met dien verstande dat op de bovenverdieping van het perceel Plantsoen Oost 2 (toren bij restaurant Monnikendam) uitsluitend een ijssalon is toegestaan";
wordt gewijzigd in:
f. horeca van categorie 1 met uitzondering van het bedrijfsmatig exploiteren van zaal- en vergaderaccommodatie, ter plaatse van de aanduiding "horeca van categorie 1" (h=1);
Het bepaalde in de regels van bestemmingsplan 'Binnenstad' is voor het overige onverminderd van toepassing.
Het bepaalde in de regels van bestemmingsplan 'Bedrijventerreinen e.o. en snelwegen', vastgesteld op 9 december 2014, is onverminderd van toepassing (locatie 3 en 4).
Het bepaalde in de regels van bestemmingsplan 'Nieuwland', vastgesteld op 1 maart 2016, is onverminderd van toepassing (locatie 16).
Voor zover de gronden zijn gelegen in bestemmingsplan 'Binnenstad', vastgesteld op 13 oktober 2015, en zijn bestemd voor 'Tuin - 2' (artikel 18) wordt lid 18.3.1 van de bestemming als volgt gewijzigd (locatie 7):
f. een bijbehorend bouwwerk en/of overkapping dienen te worden afgedekt met een kap;
wordt gewijzigd in:
f. een bijbehorend bouwwerk en/of overkapping dient te worden afgedekt met een kap;
i. een tegen het hoofdgebouw aangebouwd bijbehorende bouwwerk en/of overkapping de architectuurhistorische of bouwhistorische waarden van het hoofdgebouw niet mogen aantasten;
wordt gewijzigd in:
i. een tegen het hoofdgebouw aangebouwd bijbehorend bouwwerk en/of overkapping de architectuurhistorische of bouwhistorische waarden van het hoofdgebouw niet mogen aantasten;
Voor zover de gronden zijn gelegen in bestemmingsplan 'Nieuwland', vastgesteld op 1 maart 2016, en zijn bestemd voor 'Water' (artikel 11) wordt lid 11.1 van de bestemming als volgt gewijzigd (locatie 16):
toevoegen:
f. vlonders ten behoeve van het wonen.
Voor zover de gronden zijn gelegen in bestemmingsplan 'CSG-zuid', vastgesteld op 13 september 2011, en zijn bestemd voor 'Gemengd-Uit te werken' (artikel 19) wordt lid 19.1 van de bestemming als volgt gewijzigd (locatie 33):
De voor 'Gemengd-uit te werken' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
toevoegen:
h. parkeerterrein voor zover de gronden zijn aangeduid als 'parkeerterrein'.
locatie 9
De voor 'Waarde - archeologie categorie 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en bescherming van de archeologische waarden, waarbij geldt dat:
Op en in de gronden als bedoeld in lid 1 mogen ten dienste van de bestemming 'Waarde - Archeologie categorie 1 (dubbelbestemming)' uitsluitend worden gebouwd andere bouwwerken met een maximale bouwhoogte van 4 m.
Op en in de gronden als bedoeld in lid 1 mag ten behoeve van de andere voor deze gronden geldende bestemming(en) slechts worden gebouwd overeenkomstig de regels van die bestemming(en) en mits de aanvrager van een omgevingsvergunning een archeologisch onderzoeksrapport heeft overgelegd waarin de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag zullen worden verstoord naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate zijn vastgesteld.
Het bepaalde onder 24.2.1 met betrekking tot het overleggen van een archeologisch onderzoeksrapport is niet van toepassing indien de aanvraag betrekking heeft op:
Burgemeester en wethouders verlenen de onder 24.2.1 bedoelde vergunning indien naar hun oordeel uit het daar genoemde rapport genoegzaam blijkt dat:
De volgende voorwaarden kunnen door burgemeester en wethouders aan de omgevingsvergunning verbonden worden:
De onder 24.2.1 bedoelde vergunning kan worden geweigerd indien door de bodemverstoring het belang van de archeologie onevenredig wordt geschaad.
Het is verboden om zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Burgemeester en wethouders verlenen de vergunning indien naar hun oordeel uit het rapport als bedoeld in 24.3.2 genoegzaam blijkt dat:
De volgende in 24.3.3 genoemde voorwaarden kunnen door burgemeester en wethouders aan de vergunning verbonden worden zoals:
De onder 24.3.1 bedoelde vergunning kan worden geweigerd indien door de bodemverstoring het belang van de archeologie onevenredig wordt geschaad.
Het is verboden om zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders een bouwwerk te slopen, ongeacht het bepaalde in de regels bij de andere op deze gronden voorkomende bestemmingen.
Burgemeester en wethouders verlenen vergunning voor het slopen van bouwwerken indien naar hun oordeel uit het rapport als bedoeld in 24.3.2 genoegzaam blijkt dat:
De volgende in 24.4.2 onder b genoemde voorwaarden kunnen door burgemeester en wethouders aan de vergunning verbonden worden, zoals:
De onder 24.4.2 bedoelde vergunning kan worden geweigerd indien door de bodemverstoring het belang van de archeologie onevenredig wordt geschaad.
Het in 24.4.1 genoemde verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die niet dieper zijn dan 30 cm.
locatie 9
De voor 'Waarde - archeologie categorie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en bescherming van de archeologische waarden, waarbij geldt dat:
Op en in de gronden als bedoeld in lid 1 mogen ten dienste van de bestemming 'Waarde - Archeologie categorie 2 (dubbelbestemming)' uitsluitend worden gebouwd andere bouwwerken met een maximale bouwhoogte van 4 m.
Op en in de gronden als bedoeld in lid 1 mag ten behoeve van de andere voor deze gronden geldende bestemming(en) slechts worden gebouwd overeenkomstig de regels van die bestemming(en) en mits de aanvrager van een omgevingsvergunning een archeologisch onderzoeksrapport heeft overgelegd waarin de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag zullen worden verstoord naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate zijn vastgesteld.
Het bepaalde onder 25.2.1 met betrekking tot het overleggen van een archeologisch onderzoeksrapport is niet van toepassing indien de aanvraag betrekking heeft op:
Burgemeester en wethouders verlenen de onder 25.2.1 bedoelde vergunning indien naar hun oordeel uit het daar genoemde rapport genoegzaam blijkt dat:
De volgende voorwaarden kunnen door burgemeester en wethouders aan de omgevingsvergunning verbonden worden:
De onder 25.2.1 bedoelde vergunning kan worden geweigerd indien door de bodemverstoring het belang van de archeologie onevenredig wordt geschaad.
Het is verboden om zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Burgemeester en wethouders verlenen de vergunning indien naar hun oordeel uit het rapport als bedoeld in 25.3.2 genoegzaam blijkt dat:
De volgende in 25.3.3 genoemde voorwaarden kunnen door burgemeester en wethouders aan de vergunning verbonden worden zoals:
De onder 25.3.1 bedoelde vergunning kan worden geweigerd indien door de bodemverstoring het belang van de archeologie onevenredig wordt geschaad.
Het in 25.3.1 genoemde verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die een oppervlak beslaan van ten hoogste 100 vierkante meter.
Het is verboden om zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders een bouwwerk te slopen, ongeacht het bepaalde in de regels bij de andere op deze gronden voorkomende bestemmingen.
Burgemeester en wethouders verlenen vergunning voor het slopen van bouwwerken indien naar hun oordeel uit het rapport als bedoeld in 25.3.2 genoegzaam blijkt dat:
De volgende in 25.4.2 onder b genoemde voorwaarden kunnen door burgemeester en wethouders aan de vergunning verbonden worden, zoals:
De onder 25.4.2 bedoelde vergunning kan worden geweigerd indien door de bodemverstoring het belang van de archeologie onevenredig wordt geschaad.
Het in 25.4.1 genoemde verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die een oppervlak beslaan van ten hoogste 100 vierkante meter, of niet dieper zijn dan 30 cm.
locatie 9
De voor 'Waarde - archeologie categorie 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en bescherming van de archeologische waarden, waarbij geldt dat:
Op en in de gronden als bedoeld in lid 26.1 mogen ten dienste van de bestemming Waarde - Archeologie categorie 3 (dubbelbestemming) uitsluitend worden gebouwd andere bouwwerken met een maximale bouwhoogte van 4 m.
Op en in de gronden als bedoeld in lid 1 mag ten behoeve van de andere voor deze gronden geldende bestemming(en) slechts worden gebouwd overeenkomstig de regels van die bestemming(en) en mits de aanvrager van een omgevingsvergunning een archeologisch onderzoeksrapport heeft overgelegd waarin de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag zullen worden verstoord naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate zijn vastgesteld.
Het bepaalde onder 26.2.1 met betrekking tot het overleggen van een archeologisch onderzoeksrapport is niet van toepassing indien de aanvraag betrekking heeft op:
Burgemeester en wethouders verlenen de onder 26.2.1 bedoelde vergunning indien naar hun oordeel uit het daar genoemde rapport genoegzaam blijkt dat:
De volgende voorwaarden kunnen door burgemeester en wethouders aan de omgevingsvergunning verbonden worden:
De onder 26.2.1 bedoelde vergunning kan worden geweigerd indien door de bodemverstoring het belang van de archeologie onevenredig wordt geschaad.
Het is verboden om zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Het in 26.3 genoemde verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die een oppervlak beslaan van ten hoogste 500 vierkante meter.
Burgemeester en wethouders verlenen de vergunning indien naar hun oordeel uit het rapport als bedoeld in 26.3.2 genoegzaam blijkt dat:
De volgende voorwaarden kunnen door burgemeester en wethouders aan de omgevingsvergunning verbonden worden:
De onder 26.3 bedoelde vergunning kan worden geweigerd indien door de bodemverstoring het belang van de archeologie onevenredig wordt geschaad.
Het is verboden om zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders een bouwwerk te slopen, ongeacht het bepaalde in de regels bij de andere op deze gronden voorkomende bestemmingen.
Burgemeester en wethouders verlenen vergunning voor het slopen van bouwwerken indien naar hun oordeel uit het rapport als bedoeld in 26.3.2 genoegzaam blijkt dat:
De volgende in 37.4.2 onder b genoemde voorwaarden kunnen door burgemeester en wethouders aan de vergunning verbonden worden, zoals:
de sloopwerkzaamheden vanaf het maaiveld en dieper, worden begeleid door een gekwalificeerd deskundige wanneer deze werken of werkzaamheden dieper reiken dan 30 cm onder het maaiveld en het grondoppervlak van de werken of werkzaamheden meer bedraagt dan 500 m²;
indien bij bodemverstorende werkzaamheden zaken worden aangetroffen, waarvan de vinder weet of redelijker wijs moet vermoeden dat het gaat om archeologische vondsten of sporen, dan is diegene verplicht dit direct te melden bij burgemeester en wethouders, die in het belang van de archeologische monumentenzorg
De onder 26.4.2 bedoelde vergunning kan worden geweigerd indien door de bodemverstoring het belang van de archeologie onevenredig wordt geschaad.
Het in 26.4.1 genoemde verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die een oppervlak beslaan van ten hoogste 500 vierkante meter, of niet dieper zijn dan 30 cm.
locatie 9
De voor 'Waarde - archeologie categorie 4' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en bescherming van de archeologische waarden, waarbij geldt dat:
Op en in de gronden als bedoeld in lid 27.1 mogen ten dienste van de bestemming Waarde - Archeologie categorie 4 (dubbelbestemming) uitsluitend worden gebouwd andere bouwwerken met een maximale bouwhoogte van 4 m.
Op en in de gronden als bedoeld in lid 1 mag ten behoeve van de andere voor deze gronden geldende bestemming(en) slechts worden gebouwd overeenkomstig de regels van die bestemming(en) en mits de aanvrager van een omgevingsvergunning een archeologisch onderzoeksrapport heeft overgelegd waarin de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag zullen worden verstoord naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate zijn vastgesteld.
Het bepaalde onder 27.2.1 met betrekking tot het overleggen van een archeologisch onderzoeksrapport is niet van toepassing indien de aanvraag betrekking heeft op:
Burgemeester en wethouders verlenen de onder 27.2.1 bedoelde vergunning indien naar hun oordeel uit het daar genoemde rapport genoegzaam blijkt dat:
De volgende voorwaarden kunnen door burgemeester en wethouders aan de omgevingsvergunning verbonden worden:
De onder 27.2.1 bedoelde vergunning kan worden geweigerd indien door de bodemverstoring het belang van de archeologie onevenredig wordt geschaad.
Het is verboden om zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Het in 27.3 genoemde verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die een oppervlak beslaan van ten hoogste 10.000 vierkante meter.
Burgemeester en wethouders verlenen de vergunning indien naar hun oordeel uit het rapport als bedoeld in 27.3.2 genoegzaam blijkt dat:
De volgende voorwaarden kunnen door burgemeester en wethouders aan de omgevingsvergunning verbonden worden:
De onder 27.3 bedoelde vergunning kan worden geweigerd indien door de bodemverstoring het belang van de archeologie onevenredig wordt geschaad.
Het is verboden om zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders een bouwwerk te slopen, ongeacht het bepaalde in de regels bij de andere op deze gronden voorkomende bestemmingen.
Burgemeester en wethouders verlenen vergunning voor het slopen van bouwwerken indien naar hun oordeel uit het rapport als bedoeld in 27.3.2 genoegzaam blijkt dat:
De volgende in 27.4.2 onder b genoemde voorwaarden kunnen door burgemeester en wethouders aan de vergunning verbonden worden, zoals:
De onder 27.4.2 bedoelde vergunning kan worden geweigerd indien door de bodemverstoring het belang van de archeologie onevenredig wordt geschaad.
Het in 27.4.2 genoemde verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die een oppervlak beslaan van ten hoogste 10.000 vierkante meter, of niet dieper zijn dan 30 cm.
Voor zover de gronden zijn gelegen in bestemmingsplan 'Binnenstad', vastgesteld op 13 oktober 2015, en zijn bestemd voor 'Waarde - Beschermd stadsgezicht (dubbelbestemming)' (artikel 28) wordt lid 28.4.1 en 28.4.5 van de bestemming als volgt gewijzigd (locatie 7):
28.4 Afwijken van gebruiksregels
Artikel 28 Waarde - Beschermd stadsgezicht (dubbelbestemming)
28.4.1 afwijken van de bouwregels samenhangend met op de gevelbeelden en op de kappenkaart opgenomen hoofdgebouwen
onder 3.a.
'er gekozen wordt voor behoud en herstel van de architectuur-, bouw- en cultuurhistorische waarden van de gevelsen de kap van het hoofdgebouw;'
wordt gewijzigd in:
'er gekozen wordt voor behoud en herstel van de architectuur-, bouw- en cultuurhistorische waarden van de gevels en de kap van het hoofdgebouw;'
onder 4
'zover het hoofdgebouwen betreft die als 'orde 4-indifferent/afwijkend van de gebiedskarakteristieken' zijn opgenomen op de ordekaart:'
wordt gewijzigd in:
'voor zover het hoofdgebouwen betreft die als 'orde 4-indifferent/afwijkend van de gebiedskarakteristieken' zijn opgenomen op de ordekaart:'
28.4.5 Afwijken van bouwregels ten behoeve van toegevoegde elementen op daken en kappen van hoofdgebouwen
onder c.en onder d. vervallen en worden vervangen door:
c. dakramen algemeen:
d.1. dakramen, aanvullend naar openbaar gebied gekeerde dakvlakken:
d.2.dakramen, aanvullend niet naar openbaar gebied gekeerde dakvlakken:
De regels ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - herziening planregels' worden aangevuld en/of gewijzigd zoals in deze regels voorzien.
locatie 9
Voor wat betreft de regeling voor archeologie komen de bestaande regelingen voor archeologie bij vaststelling van voorliggend bestemmingsplan te vervallen. Het betreft de regelingen zoals opgenomen in Bijlage 3 Overzicht bestaande bestemmingsplanregelingen archeologie. De onderhavige regeling voor archeologie is van toepassing op alle bestemmingsplannen die binnen het plangebied van dit bestemmingsplan vallen.
Archeologisch monument
Gronden welke op de verbeelding zijn aangeduid als 'archeologische waarden' zijn archeologisch monument. Deze zijn beschermd op grond van de Erfgoedwet.
locatie 8
Voor wat betreft de regeling voor beroeps- of bedrijfsactiviteiten aan huis komen de bestaande regelingen voor beroeps- of bedrijfsactiviteiten bij vaststelling van voorliggend bestemmingsplan te vervallen. Het betreft de regelingen zoals opgenomen in Bijlage 4 Overzicht bestaande bestemmingsplanregelingen bedrijfsmatige activiteiten aan huis. De onderhavige regeling voor beroeps- of bedrijfsactiviteiten aan huis is van toepassing op alle bestemmingsplannen die binnen het plangebied van dit bestemmingsplan vallen.
Beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten zijn toegestaan in woonbestemmingen en bestemmingen waar bedrijfswoningen zijn toegestaan en bestemmingen waar wonen is toegestaan, met inachtneming van de volgende regels:
met dien verstande dat voorzien dient te worden in voldoende parkeergelegenheid zoals vastgelegd in de Nota Parkeernormen Amersfoort zoals die geldt ten tijde van de ontvangst van de aanvraag.
locatie 39
Voor wat betreft de parkeernormen in bestemmingsplan Park Randenbroek e.o.komen de bestaande regelingen voor parkeernormen bij vaststelling van voorliggend bestemmingsplan te vervallen dan wel worden gewijzigd op de wijze zoals is opgenomen in Bijlage 5 Wijziging parkeernormen bp Park Randenbroek e.o..
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Voor zover de gronden zijn gelegen in bestemmingsplan 'Bedrijventerreinen e.o. en snelwegen', vastgesteld op 9 december 2014, en zijn aangeduid als 'Milieuzone - zones Wet milieubeheer' is het bepaalde in artikel 47 lid 4 van bestemmingsplan 'Bedrijventerreinen e.o. en snelwegen' van toepassing (locatie 18).
Het bepaalde in de regels van bestemmingsplan 'Bedrijventerreinen e.o. en snelwegen' is voor het overige onverminderd van toepassing.
Voor zover de gronden zijn gelegen in bestemmingsplan 'Binnenstad', vastgesteld op 13 oktober 2015 wordt in de Algemene bouwregels (artikel 30) lid 30.1 gewijzigd (locatie 7):
30.1 Ondergeschikte bouwdelen
In uitzondering op het bepaalde in hoofdstuk 2 (Bestemmingsregels) en met overschrijding van bouwgrenzen en bestemmingsgrenzen mogen ondergeschikte bouwdelen worden gebouwd, met dien verstande dat:
wordt vervangen door:
30.1 Ondergeschikte bouwdelen
In uitzondering op het bepaalde in hoofdstuk 2 (Bestemmingsregels) en met overschrijding van bouwgrenzen en bestemmingsgrenzen mogen ondergeschikte bouwdelen worden gebouwd, met dien verstande dat:
i. reclame-uitingen de bestemmingsgrenzen en de bouwgrenzen met ten hoogste 0,2 meter mogen overschrijden;
j. plinten, pilasters, kozijnen, hemelwaterafvoeren, ventilatiekanalen en rookkanalen, rolluiken en -hekken, stoepen, lijstwerk en gevelverlichting de bouwgrens met ten hoogste 0,3 meter mogen overschrijden;
k. bij bouwwerken die boven een trottoir worden aangebracht, een minimale doorgangshoogte van 2,2 meter dient te worden aangehouden;
l. bij bouwwerken die boven een rijbaan worden aangebracht, een minimale doorgangshoogte van 4.2 meter dient te worden aangehouden.
Voor zover de gronden zijn gelegen in bestemmingsplan 'Hoogland', vastgesteld op 8 juli 2014 wordt in de Algemene bouwregels (artikel 28) lid 28.6 toegevoegd (locatie 13):
28.6 Maximale goot- en bouwhoogte
In aanvulling op de bouwregels in bestemmingsplan 'Hoogland', waar het maximaal aantal bouwlagen is vastgelegd, geldt dat de maximale goot- en bouwhoogte van gebouwen niet meer mag bedragen dan de bestaande goot- en bouwhoogte zoals deze aanwezig is ten tijde van de tervisielegging van het ontwerp bestemmingsplan 'Veegplan B 2017'.
Tot een gebruik, strijdig met de bestemming, wordt in ieder geval gerekend het gebruik:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van de desbetreffende bepalingen van het plan:
De afwijkingen als bedoeld in lid 35.1 worden geweigerd indien door het verlenen daarvan:
Voor zover de gronden zijn gelegen in bestemmingsplan 'Hooglanderveen en Vathorst', vastgesteld op 25 juni 2013, wordt de algemene wijzigingsbevoegdheid als volgt gewijzigd (locatie 26):
49.1 Nieuwe landgoederen
Burgemeester en wethouders kunnen, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6, lid 1, onder a van de Wet ruimtelijke ordening, de bestemming Agrarisch met waarden - Hoevenlandschap wijzigen ten behoeve van het toelaten van nieuwe landgoederen met dien verstande dat:
vervangen door:
Burgemeester en wethouders kunnen, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6, lid 1, onder a van de Wet ruimtelijke ordening, de bestemming Agrarisch met waarden - Slagenlandschap met perceelsrandbegroeiing wijzigen ten behoeve van het toelaten van nieuwe landgoederen met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders kunnen, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6, lid 1, onder a van de Wet ruimtelijke ordening, het plan wijzigen door:
Burgemeester en wethouders kunnen, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6, lid 1, onder a van de Wet ruimtelijke ordening, het plan wijzigen door het laten vervallen en/of toevoegen van bestemmingsomschrijvingen en aanlegvergunningen en/of van aanduidingen:
Behoudens het bepaalde in lid 37.3, is het ter waarborging van het landschappelijke karakter van het plangebied verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden van burgemeester en wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Behoudens het bepaalde in lid 37.3, is het ter waarborging van cultuurhistorische waarden ter plaatse van de aanduiding "cultuurhistorische waarden" (cw), verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
het geheel of gedeeltelijk slopen van de gebouwen en/of het geheel of gedeeltelijk wijzigen van de voorgevel of dakconstructie van gebouwen.
Het in lid 37.1 en lid 37.2 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van de volgende andere werken en werkzaamheden:
Werken en werkzaamheden als bedoeld in de voorgaande leden, zijn niet toelaatbaar, indien door die werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, één of meer waarden of functies van de in voorgaande leden bedoelde gronden, welke het plan beoogt te beschermen, onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van die waarden of functies onevenredig worden of kunnen worden verkleind.
Voor zover toepassing van het overgangsrecht gebruik leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard jegens een of meer natuurlijke personen kunnen burgemeester en wethouders ten behoeve van die persoon of personen van dat overgangsrecht vrijstelling verlenen.
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan “Veegplan B 2017”.