Artikel 9 Bedrijventerrein 3c
9.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijventerrein 3c" (De Geluidswal) aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
a. bedrijven in de categorie 1 tot en met 3.2 zoals aangeduid in de bij deze regels behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten;
-
b. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, nutsvoorzieningen,geluidwerende voorzieningen, wegen en fiets- en voetpaden, parkeervoorzieningen (met uitzondering van parkeren voor de voorgevel op maaiveldniveau) en laad- en losvoorzieningen en erven;
-
c. bedrijfsgebonden, onzelfstandige kantoren zijn uitsluitend toegestaan voor zover zij behoren bij de toegelaten bedrijven en mits de vloeroppervlakte van die kantoren per bedrijf minder bedraagt dan 50% van het brutovloeroppervlak van het bedrijf, tenzij dit percentage ten tijde van de inwerkingtreding van het plan, op basis van verworven rechten al afwijkend is;
-
d. zelfstandige kantoren uitsluitend zijn toegestaan in een bedrijfsverzamelgebouw waarbinnen drie of meer bedrijven zijn gevestigd en per bedrijfsverzamelgebouw niet meer dan 50% van het totale bruto vloeroppervlak bestaat uit zelfstandige kantoren en parkeren op eigen terrein plaatsvindt;
-
e. functieverruiming ten behoeve van:
vrije tijdsvoorzieningen (fitness, dansschool, leisure, sport, cultuur e.d.):
vergaderfaciliteiten/congres;
persoonlijke dienstverlening (kapper, stomerij e.d.);
maatschappelijke functies
is toegestaan, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
-
1. overeenstemming met de Visie Werklocaties zoals die geldt ten tijde van de ontvangst van de aanvraag;
-
2. voorzien wordt in voldoende parkeergelegenheid zoals is vastgelegd in de Nota Parkeernormen zoals die geldt ten tijde van de ontvangst van de aanvraag:
-
3. uit het oogpunt van milieu geen belemmeringen zijn, indien nodig - op aangeven en ter beoordeling van de gemeentelijke milieudeskundige - onderbouwd met een milieuonderzoek;
-
4. er moet sprake zijn van een acceptabele verkeersafwikkeling en een acceptabele verkeersveiligheidssituatie, indien nodig - op aangeven en ter beoordeling van de gemeentelijke verkeersdeskundige - onderbouwd met een verkeersonderzoek;
-
5. in overeenstemming met Horecanota en Nota Detailhandel zoals die geldt ten tijde van de ontvangst van de aanvraag;
-
6. op enig aangrenzend terrein de realisering van de bestemming niet wordt belemmerd;
-
7. er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende terreinen;
met dien verstande dat toepassing van de afwijking niet mag leiden tot feitelijke wijziging van de bestemming.
-
1. Rijkswaterstaat zal geraadpleegd dienen te worden indien de functieverruiming plaatsvindt op een perceel nabij de rijkswegen A1 en A28 en vallend binnen de contourenkaart (*), zolang het Tracébesluit niet in werking is getreden.
* Voor het project knooppunt Hoevelaken is in samenspraak een Contourenkaart opgesteld
waarbinnen het project knooppunt Hoevelaken moet kunnen worden uitgevoerd als maximale
grens van het gebied. De Contourenkaart is onderdeel van de tweede bestuursovereenkomst
knooppunt Hoevelaken (BOK2).
-
f. ter plaatse van de aanduiding (dhp) is perifere detailhandel toegestaan, waarbij ondergeschikt nevenassortiment ten behoeve van verkoop is toegestaan tot maximaal 10% van het bruto bedrijfsvloeroppervlak;
-
g. bedrijven, zijnde categorieën inrichtingen die zijn aangewezen in artikel 2.1, derde lid van het Bor (geluidzoneringsplichtige inrichtingen), zijn uitgesloten;
met dien verstande dat:
- de gewenste inrichting van het gebied met bebouwing, private buitenruimte, wegen, groen en water past in de als bijlage 3 opgenomen beeldkwaliteitseisen en de supervisor is geraadpleegd;
- per bedrijf voorzien dient te worden in voldoende parkeergelegenheid zoals vastgelegd in de Nota Parkeernormen Amersfoort zoals die geldt ten tijde van de ontvangst van de aanvraag.
9.2 Bouwregels
Op en in deze gronden zijn uitsluitend gebouwen en andere bouwwerken toegestaan, die ten dienste staan van de bestemming, en nutsvoorzieningen.
9.2.1 Gebouwen algemeen
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
-
a. alleen toegestaan binnen het bouwvlak;
-
b. de goothoogte en bouwhoogte mogen niet meer bedragen dan ter plaatse op de verbeelding is aangegeven;
-
c. de gronden binnen een bouwvlak mogen geheel worden volgebouwd, tenzij een bebouwingspercentage of een bebouwde oppervlakte is aangegeven; in dat geval geldt dat bebouwingspercentage of de bebouwde oppervlakte;
-
d. de gebouwen dienen zich met hun representatieve zijde te oriënteren in de richting van de op de verbeelding aangegeven figuur "gevellijn";
-
e. onverminderd het bepaalde onder a. b. c. en d. gelden voor de bedrijfsgebouwen in het gebiedsdeel "De Geluidswal" de navolgende specifieke bepalingen:
-
1. aan de zijde van de rijksweg A1 gelden, in afwijking van de op de verbeelding aangegeven bebouwingsgrens, de navolgende bebouwingsgrenzen, gerekend vanaf de voet van de geluidswal:
a. 8 m uitsluitend voor bebouwing in het (groenblijvende) talud van de geluidswal;
b.12 m voor bebouwing tussen een hoogte van 6 m en 9 m; op deze hoogten moet in de bebouwingsgrens worden gebouwd;
c.8 m voor bebouwing vanaf een hoogte van 9 m met dien verstande dat vanaf een hoogte van 12 m in de bebouwingsgrens moet worden gebouwd dan wel tot maximaal 2 m achter de bebouwingsgrens (“uitkragingen”); de totale lengte van deze uitkragingen bedraagt minimaal 30% en maximaal 80% van de lengte van het gebouw;
d.18 m voor de open ruimte tussen de in lid 2, sub e. onder 2 genoemde bebouwingsaccenten;
2. vanaf een bouwhoogte van 15 m mogen aan de zijde van de A1 uitsluitend bebouwingsaccenten worden gebouwd, waarin minimaal 70 % van het kantoorgedeelte van het bedrijf wordt gerealiseerd;
-
f. de hoogte van reclamezuilen mag niet meer dan 6 m bedragen;
-
g. in afwijking van het bepaalde in sublid 9.2.1 onder a, geldt voor nutsvoorzieningen dat deze tevens buiten het bouwvlak zijn toegestaan.
-
h. de hoogte van geluidwerende voorzieningen ter plaatse van de aanduiding "geluidwerende voorzieningen" mag niet meer bedragen dan 21 m, met inachtneming van een vrije doorgangshoogte van ten minste 6 m boven het onderliggende maaiveld;
-
i. van telefooncellen, vuilcocons, abri's, transformatorhuisjes en andere nutsgebouwtjes mag de oppervlakte niet meer dan 50 m² en de hoogte niet meer dan 4 m bedragen.
9.2.2 Andere bouwwerken
Voor het bouwen van andere bouwwerken gelden de volgende regels:
max. bouwhoogte
|
palen, masten en andere tekens
|
10 m
|
Verlichtingsmasten en Antenne-installaties, voor zover gelegen achter de voorgevelrooilijn
|
12 m
|
luifels en ander straatmeubilair
|
6 m
|
andere overkappingen
|
3 m
|
verkeerstekens en beeldende kunstwerken
|
6 m
|
erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevel
|
1 m
|
overige erf- en terreinafscheidingen en overige andere bouwwerken
|
2 m
|
brand-/vluchttrappen
|
15 m
|
9.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om ter waarborging van de beoogde stedenbouwkundige kwaliteit en ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken nadere eisen te stellen ten aanzien van:
a. de situering en de afmetingen van (delen van) gebouwen en andere bouwwerken,
b. de situering van parkeerplaatsen, en
c. de situering van in- en uitritten.
9.4 Afwijken perifere detailhandelsbedrijven
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om bij een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 1 en lid 2 onder a. ten behoeve van perifere detailhandelsbedrijven, mits uit een recent onderzoek is gebleken dat sprake is van een acceptabele afwikkeling van het met dergelijke vestigingen samenhangende verkeer.
9.5 Afwijken Staat van Bedrijfsactiviteiten
-
a. Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in sublid 9.1 voor het toestaan van bedrijven in een hogere categorie van de bij deze regels behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten, dan wel andere bedrijven toestaan die niet zijn opgenomen in de Staat van Bedrijfsactiviteiten maar daarmee vergelijkbaar zijn voor wat betreft de aard en de omvang van de effecten naar de omgeving, zoals bedoeld in de VNG-publicatie "Bedrijven en milieuzonering", uitgave 2009;
-
b. Een bedrijf uit een toegestane milieucategorie kan niet worden toegelaten als de milieueffecten groter zijn dan de effecten van de toelaatbare milieucategorie.
9.6 Afwijken
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van:
a. het bepaalde in lid 2, onder c, ten behoeve van het bouwen van gebouwen in het gebiedsdeel “De Geluidswal” buiten de hoogtescheidingslijn tot een hoogte van 21 m;
b. het bepaalde in lid 2, onder c. ten behoeve van het lager bouwen dan de voorgeschreven minimale hoogte van gebouwen;
c. het bepaalde in lid 2, onder e. sub 1 ten behoeve van het bouwen van gebouwen op minimaal 3 m achter de bebouwingsgrens, mits de niet-representatieve zijde van de gebouwen minimaal 3 m achter de representatieve zijde (of het verlengde daarvan) wordt gebouwd;
d. het bepaalde in lid 2, onder i. ten behoeve van het bouwen van reclamezuilen tot een hoogte van 20 m;
e. het bepaalde in lid 2, onder k. ten behoeve van het bouwen van:
1. lichtmasten en andere palen en masten tot een hoogte van 9 m;
2. andere bouwwerken, waaronder begrepen erf- of terreinafscheidingen, tot:
- een hoogte van 2 m op het voorerf,
- een hoogte van 4 m elders,
mits dat niet leidt tot een onevenredige afbreuk van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bebouwing.
g. een bestemmings- of een bebouwingsgrens met ten hoogste 10 m;
h. de afwijking kan worden geweigerd indien door het verlenen ervan de beoogde stedenbouwkundige kwaliteit onevenredig wordt aangetast dan wel onevenredig afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
9.7 Wijzigingsbevoegdheid
Wijziging Staat van Bedrijfsactiviteiten
Burgemeester en wethouders kunnen overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6, lid 1, onder a van de Wro het plan wijzigen voor het toevoegen en schrappen van soorten bedrijven en het veranderen van de categorie-indeling van soorten bedrijven, voor zover veranderingen in de bedrijfsvoering en de milieugevolgen van die soorten bedrijven hiertoe aanleiding geven.