Plan: | Bedrijventerreinen e.o. en snelwegen |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0307.BP00070-0303 |
De voor "Bedrijventerrein 3a" (Vathorst - Langs de Boulevard) aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met dien verstande dat toepassing van de afwijking niet mag leiden tot feitelijke wijziging van de bestemming.
* Voor het project knooppunt Hoevelaken is in samenspraak een Contourenkaart opgesteld waarbinnen het project knooppunt Hoevelaken moet kunnen worden uitgevoerd als maximale grens van het gebied. De Contourenkaart is onderdeel van de tweede bestuursovereenkomst knooppunt Hoevelaken (BOK2).
met dien verstande dat:
- de gewenste inrichting van het gebied met bebouwing, private buitenruimte, wegen, groen en water past in de als bijlage 3 opgenomen beeldkwaliteitseisen en de supervisor is geraadpleegd;
- per bedrijf voorzien dient te worden in voldoende parkeergelegenheid zoals vastgelegd in de Nota Parkeernormen Amersfoort zoals die geldt ten tijde van de ontvangst van de aanvraag en
Op en in deze gronden zijn uitsluitend gebouwen en andere bouwwerken toegestaan, die ten dienste staan van de bestemming, en nutsvoorzieningen.
Voor het bouwen van gebouwen en bouwwerken gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van andere bouwwerken gelden de volgende regels:
max. bouwhoogte | |
palen, masten en andere tekens | 10 m |
Verlichtingsmasten en Antenne-installaties, voor zover gelegen achter de voorgevelrooilijn |
12 m |
luifels en ander straatmeubilair | 6 m |
andere overkappingen | 3 m |
verkeerstekens en beeldende kunstwerken | 6 m |
erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevel | 1 m |
overige erf- en terreinafscheidingen en overige andere bouwwerken | 2 m |
brand-/vluchttrappen | 15 m |
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om ter waarborging van de beoogde stedenbouwkundige kwaliteit en ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken nadere eisen te stellen ten aanzien van:
a. de situering en de afmetingen van (delen van) gebouwen en andere bouwwerken,
b. de situering van parkeerplaatsen, en
c. de situering van in- en uitritten.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om bij een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 1 en lid 2 onder a. ten behoeve van perifere detailhandelsbedrijven, mits uit een recent onderzoek is gebleken dat sprake is van een acceptabele afwikkeling van het met dergelijke vestigingen samenhangende verkeer.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van:
a. het bepaalde in lid 2, onder a, ten behoeve van het bouwen van gebouwen ter plaatse van de functieaanduiding specifieke vorm van bedrijventerrein - expeditiehof (sbt-eh) met dien verstande dat per bedrijf een inpandige expeditieruimte blijft bestaan met een minimale breedte en diepte van respectievelijk 3,5 m en 17 m;
b. het bepaalde in lid 2, onder b. ten behoeve van het bouwen van gebouwen in het gebiedsdeel “Langs de Boulevard” buiten de hoogtescheidingslijn tot een hoogte van 21 m;
c. het bepaalde in lid 2, onder b. ten behoeve van het lager bouwen dan de voorgeschreven minimale hoogte van gebouwen;
d. het bepaalde in lid 2, onder e. sub 1 ten behoeve van het bouwen van gebouwen op minimaal 3 m achter de bebouwingsgrens, mits de niet-representatieve zijde van de gebouwen minimaal 3 m achter de representatieve zijde (of het verlengde daarvan) wordt gebouwd;
e. het bepaalde in lid 2, onder i. ten behoeve van het bouwen van reclamezuilen tot een hoogte van 20 m;
f. het bepaalde in lid 2, onder k. ten behoeve van het bouwen van:
1. lichtmasten en andere palen en masten tot een hoogte van 9 m;
2. andere bouwwerken, waaronder begrepen erf- of terreinafscheidingen, tot:
- een hoogte van 2 m op het voorerf,
- een hoogte van 4 m elders,
mits dat niet leidt tot een onevenredige afbreuk van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bebouwing en een aantasting van het straatbeeld.
g. een bestemmings- of een bebouwingsgrens met ten hoogste 10 m;
h. de afwijking kan worden geweigerd indien door het verlenen ervan de beoogde stedenbouwkundige kwaliteit onevenredig wordt aangetast dan wel onevenredig afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
Wijziging Staat van Bedrijfsactiviteiten
Burgemeester en wethouders kunnen overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6, lid 1, onder a van de Wro het plan wijzigen voor het toevoegen en schrappen van soorten bedrijven en het veranderen van de categorie-indeling van soorten bedrijven, voor zover veranderingen in de bedrijfsvoering en de milieugevolgen van die soorten bedrijven hiertoe aanleiding geven.