direct naar inhoud van Artikel 11 Gemengd - 3
Plan: Hooglanderveen en Vathorst
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0307.BP00066-0301

Artikel 11 Gemengd - 3

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd - 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. aaneengebouwde woningen en gestapelde woningen;
  • b. bijzondere woonvormen;
  • c. zorginstellingen;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemeng - voorzieningen' en uitsluitend op de begane grond en daaronder gelegen bouwlagen: ook voor onderwijs, gezondheidszorg, religie, sociaal-culturele voorzieningen, openbare dienstverlening en/of opvangvoorzieningen;
  • e. speel- en groenvoorzieningen;
  • f. water en waterpartijen;
  • g. nutsvoorzieningen;
  • h. wegen, voet- en fietspaden, in- en uitritten en parkeervoorzieningen;
  • i. tuinen en erven,


met dien verstande dat voorzien dient te worden in voldoende parkeergelegenheid zoals vastgelegd in de Nota Parkeernormen zoals die geldt ten tijde van de ontvangst van de aanvraag;

11.2 Bouwregels

Op en in deze gronden zijn uitsluitend gebouwen en andere bouwwerken toegestaan die ten dienste staan van de bestemming.

11.2.1 Gebouwen - algemeen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. de gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de gronden binnen een bouwvlak mogen geheel worden volgebouwd, tenzij ter plaatse een bebouwingspercentage of een maximaal bebouwde oppervlakte is aangegeven; in dat geval geldt dat bebouwingspercentage of de bebouwde oppervlakte;
  • c. het aantal woningen en wooneenheden mag niet meer bedragen dan 220;
  • d. de gezamenlijke bruto vloeroppervlakte voor de doeleinden genoemd in 11.1 onder d mag niet meer bedragen dan 2.200 m²;
  • e. de afstand van een achtergevel van een hoofdgebouw tot de achtergevel van een achterliggende woning, bedraagt tenminste 15 m;
  • f. de afstand tussen de voorgevels van woningen onderling, dan wel voorgevels en achtergevels van woningen onderling, mag niet minder dan 10 m bedragen, tenzij de bestaande afstand al minder bedraagt;
  • g. het bepaalde onder e en f is niet van toepassing bij hoekoplossingen;
  • h. het op de verbeelding aangegeven aantal bouwlagen voor gebouwen en de daarbij behorende balkons en galerijen, mag niet worden overschreden;
11.2.2 Andere bouwwerken

Voor het bouwen van andere bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van andere bouwwerken mag niet meer bedragen dan daarbij hierna is aangegeven:
bouwwerken   max. bouwhoogte  
palen en (verlichtings)masten   8 m  
luifels en ander straatmeubilair   3 m  
overkappingen   3 m  
erf- en perceelsafscheidingen voor de voorgevel   1 m  
overige erf- en perceelsafscheidingen   2 m  
overige bouwwerken   3 m  

11.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6, lid 1, onder d van de Wet ruimtelijke ordening, nadere eisen stellen met betrekking tot de plaats en afmetingen van gebouwen, bijbehorende bouwwerken en andere bouwwerken, voor zover nodig ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en/of bouwwerken.

11.4 Afwijken van de bouwregels


Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en/of bouwwerken en/of het straat- en bebouwingsbeeld, bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 11.2.1 onder e en toestaan dat de onderlinge afstand tussen voorgevels en/of achtergevels van bedoelde hoofdgebouwen wordt verkleind tot een afstand van 7 meter;
  • b. lid 11.2.2 onder a voor het bouwen van erfafscheidingen met een hoogte van maximaal 5 meter, mits deze op de koppen van bouwvlakken worden opgericht, als overgang van privé naar openbaar gebied, de uitvoering transparant is en bijdraagt aan een gevarieerd bebouwingsbeeld;
  • c. lid 11.2.2 onder a voor van het bouwen van erfafscheidingen tot een hoogte van maximaal 3 m.
11.5 Specifieke gebruiksregels

11.5.1 Beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten

Beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten in woningen zijn toegestaan, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. het beroep of bedrijf door de bewoner van de woning wordt uitgeoefend welke bewoner maximaal 2 medewerkers mag hebben;
  • b. het gebruik van de woning en de bijbehorende bouwwerken voor beroep of bedrijf niet mag leiden tot een (onevenredige) afbreuk of aantasting van:
    • 1. het woonkarakter van de woning;
    • 2. de ruimtelijke uitwerking of uitstraling van de (primaire) woonfunctie;
    • 3. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bebouwing;
    • 4. het woongenot en de woonsituatie van de aangrenzende gronden en bebouwing;
    • 5. het woonkarakter en woonmilieu van de straat, buurt of wijk.
  • c. er geen sprake is van publieksgerichte beroeps- of bedrijfsactiviteiten aan huis;
  • d. maximaal 35% van de bebouwde oppervlakte van de woning en de bijbehorende bouwwerken mag worden benut voor het beroep of bedrijf, met een maximum van 75 m²;
  • e. het gebruik geen nadelige invloed heeft op de normale afwikkeling van het verkeer en geen nadelige invloed heeft op de parkeerbehoefte in de openbare ruimte;
  • f. er geen beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten in de openbare ruimte rond de woning mogen plaatsvinden, met uitzondering van in- en uitladen;
  • g. het geen milieuvergunningsplichtige of meldingsplichtige bedrijven in het kader van de Wet milieubeheer betreft, zoals deze luidt op het tijdstip van het verkrijgen van rechtskracht van dit plan, met dien verstande dat in ieder geval zijn toegestaan de activiteiten die in de van deze regels deel uitmakende bijlage 2 Staat van bedrijfsactiviteiten voor de regeling beroep en bedrijf aan huiszijn aangemerkt als categorie A, dan wel daarmee gelijk kunnen worden gesteld voor wat betreft hun ruimtelijke uitwerking voor de omgeving;
  • h. geen buitenopslag plaatsvindt;
  • i. reclame-uitingen maximaal 0,15 m² zijn en plat tegen de gevel worden gemonteerd of vrijstaand op een maximale hoogte van 1 meter op eigen terrein.
     
11.5.2 Strijdig gebruik

Tot een gebruik, strijdig met de bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen als woonruimte;
  • b. het gebruik van garageboxen voor bedrijfsmatige opslag en overige activiteiten met een bedrijfsmatig karakter.
11.6 Afwijken van de gebruiksregels

11.6.1 Kamerverhuur

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 11.1 onder a voor het gebruiken van een woning voor kamergewijze verhuur, met dien verstande dat moet worden voldaan aan de in Amersfoort geldende normen voor omzetting naar kamerverhuur zoals vastgelegd in paragraaf 3.1 van de 'Huisvestingsverordening Amersfoort 2011' en hoofdstuk 3 van de 'Beleidsregels woonruimteverdeling gemeente Amersfoort'.

11.6.2 Publieksgerichte beroeps- of bedrijfsactiviteiten

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 11.5.1 onder c ten behoeve van publieksgerichte beroeps- of bedrijfsactiviteiten aan huis, met dien verstande dat:

  • a. voldaan wordt aan de in Amersfoort geldende parkeernormen, waarbij de parkeereis op eigen terrein wordt opgelost;
  • b. wanneer de parkeereis niet (volledig) op eigen terrein kan worden opgelost, de extra parkeerbehoefte wordt opgevangen op al aanwezige parkeerplaatsen in de openbare ruimte tot een maximum van 3 parkeerplaatsen, mits het betreffende gebied de extra parkeerdruk kan opvangen;
  • c. voor het overige wordt voldaan aan de onder lid 11.5.1 genoemde voorwaarden.