direct naar inhoud van Artikel 11 Milieuzone - Grondwaterbeschermingsgebied (gebiedsaanduiding)
Plan: Utrechtseweg 371 375 en Utrechtseweg 302
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0307.BP00052-0301

Artikel 11 Milieuzone - Grondwaterbeschermingsgebied (gebiedsaanduiding)

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Milieuzone-Grondwaterbeschermingsgebied (gebiedsaanduiding) aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomen bestemmingen, mede bestemd voor behoud en bescherming van de kwaliteit van het grondwater als onderdeel van de drinkwatervoorziening.

11.2 Bouwregels

  • a. Op en in deze gronden mogen, naast hetgeen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemmingen mag worden gebouwd, tevens andere bouwwerken ten behoeve van het grondwaterbeschermingsgebied worden gebouwd;
  • b. Al hetgeen in deze regels omtrent de andere daar voorkomende bestemming mag worden gebouwd is uitsluitend toelaatbaar indien en voor zover naar het oordeel van burgemeester en wethouders, het belang van de drinkwatervoorziening hierdoor niet nadelig wordt beinvloed. Alvorens te beslissen over het verlenen van een vergunning vragen burgemeester en wethouders schriftelijk advies aan de beheerder van het grondwaterbeschermingsgebied.

11.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

11.3.1 Werken en werkzaamheden

Het is verboden zonder of in afwijking van een vergunning van burgemeester en wethouders ondergrondse transport- en energieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur aan te leggen, alsmede grondwerkzaamheden dieper dan 2 meter onder het peil te verrichten.

11.3.2 Uitzondering

Het in lid 11.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op:

  • a. het aanbrengen van leidingen uitsluitend ten behoeve van de aansluiting van percelen op het openbare voorzieningennet;
  • b. werken en werkzaamheden in het kader van het normale beheer en onderhoud;
  • c. werken en werkzaamheden waarmee is of mag worden begonnen ten tijde van het van kracht worden van dit plan.

11.3.3 Verlenen vergunning

Burgemeester en wethouders verlenen de in lid 11.3.1 bedoelde vergunning indien naar hun oordeel het belang van de drinkwatervoorziening hierdoor niet nadelig wordt beïnvloed. Alvorens zij beslissen vragen burgemeester en wethouders schriftelijk advies aan de beheerder van het grondwaterbeschermingsgebied.