direct naar inhoud van Artikel 2 Wijze van meten
Plan: Utrechtseweg 371 375 en Utrechtseweg 302
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0307.BP00052-0301

Artikel 2 Wijze van meten

Bij de toepassing van deze voorschriften wordt als volgt gemeten:

2.1 afstand tot de perceelgrens:

de kortste afstand van enig punt van een bouwwerk tot een bepaalde grens van het erf;

2.2 de bouwhoogte van een bouwwerk:

vanaf de bovenzijde van de afgewerkte begane grondvloer tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;

2.3 de goothoogte van een bouwwerk:

vanaf de bovenzijde van de afgewerkte begane grondvloer tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;

2.4 de inhoud van een bouwwerk:

tussen de hoogte van het peil, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen met dien verstande dat:

1. de halfverdiepte of ondergrondse, al dan niet voor parkeerdoeleinden bestemde, ruimte (souterrain of kelder), wordt meegeteld bij de berekening van de inhoud voor het gedeelte van het volume dat zichtbaar is vanaf het maaiveld;
2. terrassen en balkons niet worden meegeteld bij de berekening van de inhoud.

In een bijlage bij deze regels is met behulp van afbeeldingen een nadere toelichting c.q. uitleg gegeven over de wijze waarop de inhoud van woningen dient te worden berekend.

2.5 de lengte, breedte en de diepte van een bouwwerk:

tussen de lijnen, getrokken door de buitenzijde van de gevelvlakken en/of het hart van de scheidsmuren;

2.6 oppervlakte van bijbehorende bouwwerken

bij de berekening van de gezamenlijke oppervlakte van bijbehorende bouwwerken worden niet meegerekend (gedeelten van) bijbehorende bouwwwerken gelegen binnen het bouwvlak, met dien verstande dat erkers, etc. voor de voorgevel niet meetellen bij de berekening van de oppervlakte;

2.7 de oppervlakte van een bouwwerk:

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.