Plan: | Partiële herziening Centraal Stadsgebied-Noord |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0307.BP00050-0301 |
Dit bestemmingsplan bestaat uit een verbeelding, regels en een toelichting. De verbeelding en de regels vormen tezamen het juridisch bindende gedeelte van het bestemmingsplan. Beide planonderdelen dienen in onderlinge samenhang te worden bezien en toegepast. Op de verbeelding zijn de bestemmingen aangewezen. Aan deze bestemmingen zijn bouwregels en regels betreffende het gebruik gekoppeld. De toelichting heeft geen rechtskracht, maar vormt niettemin een belangrijk onderdeel van het plan. De toelichting van dit bestemmingsplan geeft een weergave van de beweegredenen, de onderzoeksresultaten en de beleidsuitgangspunten die aan het bestemmingsplan ten grondslag liggen. Tot slot is de toelichting van wezenlijk belang voor een juiste interpretatie en toepassing van het bestemmingsplan.
Per bestemming
Artikel 3 gemengd:
Deze bestemming is specifiek voor het Oppidium. Er is gekozen voor deze bestemming omdat er meerdere gelijkwaardige functies mogelijk zijn.
Binnen deze bestemming zijn binnen de gestelde grenzen detailhandel en perifere detailhandel mogelijk waarbij tevens eisen worden gesteld aan het gebruik in de aangegeven bouwlagen en de vestigingsgrootte. Daarnaast zijn binnen de regels gestelde grenzen horeca A en H, kantoren, leisure, zaalverhuur, via specifieke aanduidingen wonen en parkeergarage binnen deze bestemming mogelijk.
Artikel 4 Tuin
Enkele percelen bij de bestemming "Wonen 1" zijn bestemd voor "Tuin". Binnen deze bestemming is beperkte bebouwing toegestaan.
Artikel 5 Verkeer:
Voor de hoofdontsluitingswegen is de bestemming "Verkeer" opgenomen ter onderscheiding van het verkeer in woonerven en woonstraten.
Artikel 6 Verkeer-Verblijfsgebied:
Binnen deze bestemming zijn wegen met hoofdzakelijk een verblijfsfunctie, pleinen en speelvoorzieningen mogelijk. Ook zijn onder andere parkeervoorzieningen en bermen en groenvoorzieningen mogelijk binnen deze bestemming.
Artikel 7 Wonen 1:
Binnen deze bestemming zijn vrijstaande, geschakelde vrijstaande, twee onder één kap en aangesloten woningen met bijbehorende bouwwerken mogelijk.
Binnen deze bestemming zijn onder de in het artikel gestelde voorwaarden aan huis gebonden beroeps-en bedrijfsmatige activiteiten mogelijk.
Artikel 8 Wonen 2:
Binnen deze bestemming zijn woningen in gestapelde vorm mogelijk.
Binnen deze bestemming zijn onder de in het artikel gestelde voorwaarden aan huis gebonden beroeps-en bedrijfsmatige activiteiten mogelijk.
Artikel 9 Waarde-archeologie categorie 2:
De dubbelbestemming omvat een eigen stelsel van regels voor bouwen en gebruik voor het behoud en bescherming van de archeologische waarden. Deze bestemming functioneert naast de regeling die is verbonden aan de onderliggende bestemming.
Onderhavig plangebied is voor een deel een gebied met een hoge archeologische verwachting binnen de bebouwde kom (AWV3). In de regels en op de verbeelding correspondeert AWV3 met Waarde-Archeologie categorie 2.
Er mag slechts worden gebouwd indien aanvrager van een omgevingsvergunning een archeologisch onderzoeksrapport heeft overgelegd waarin de archeologische waarden naar het oordeel van burgemeester en wethouders voldoende zijn vastgesteld. Er zijn uitzonderingen op het overleggen van een onderzoeksrapport en er kunnen voorwaarden aan de vergunning worden verbonden.
Daarnaast is het verboden om zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, over een oppervlakte van meer dan 100 m². Er zijn uitzonderingen mogelijk en er kunnen voorwaarden aan de vergunning worden verbonden.
Artikel 10 Waarde-archeologie categorie 3:
De dubbelbestemming omvat een eigen stelsel van regels voor bouwen en gebruik voor het behoud en bescherming van de archeologische waarden. Deze bestemming functioneert naast de regeling die is verbonden aan de onderliggende bestemming.
Onderhavig plangebied is voor een deel een gebied met een middelhoge archeologische verwachting binnen de bebouwde kom (AWV4). In de regels en op de verbeelding correspondeert AWV4 met Waarde-Archeologie categorie 3.
Er mag slechts worden gebouwd indien aanvrager van een omgevingsvergunning een archeologisch onderzoeksrapport heeft overgelegd waarin de archeologische waarden naar het oordeel van burgemeester en wethouders voldoende zijn vastgesteld. Er zijn uitzonderingen op het overleggen van een onderzoeksrapport en er kunnen voorwaarden aan de vergunning worden verbonden.
Daarnaast is het verboden om zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, over een oppervlakte van meer dan 500 m². Er zijn uitzonderingen mogelijk en er kunnen voorwaarden aan de vergunning worden verbonden.
De regels zijn verdeeld over vier hoofdstukken:
Op de verbeelding wordt aangegeven welke bestemming de gronden hebben. Dit gebeurt via een bestemmingsvlak. Voor het op de verbeelding aangegeven bestemmingsvlak gelden de gebruiksmogelijkheden zoals die in de bijbehorende regel worden gegeven.