Plan: | Berg-Utrechtseweg |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0307.BP00049-0302 |
De voor 'Maatschappelijk - 5' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
aanduiding | doeleinden |
bedrijfswoning (bw) | één bedrijfs- of dienstwoning; waarbij op het perceel van de voormalige Sinaï kliniek aan de Laan 1914, 2 bedrijfs- of dienstwoningen mogen worden gerealiseerd, met een goothoogte van 6 meter en het totaal netto vloeroppervlak niet meer dan 110 m2 |
cultuur en ontspanning (co) | culturele en sociale instellingen |
dierenasiel (ds) | voorzieningen ten behoeve van de opvang van dieren |
gezondheidszorg (gz) | voorzieningen ten dienste van de gezondheidszorg |
geluidswal (gw) | geluidswerende voorzieningen |
jeugdopvang (jo) | kinderopvang in souterrain |
kantoor (k) | kleinschalige kantoren; waarbij voor het perceel Daam Fockemalaan 22 geldt dat de maximale oppervlakte voor kleinschalige kantoren 500 m2 bedraagt. |
religie (re) | levensbeschouwelijke en religieuze voorzieningen |
sociaal-cultureel (sc) | sociale en culturele voorzieningen |
specifieke vorm van horeca - horeca van categorie c (sh-h=c) | horeca van categorie c |
specifieke vorm van maatschappelijk - (sm-oo) | opvang- en onderwijsvoorzieningen |
specifieke vorm van maatschappelijk - scouting (sm-sc) | scouting |
verenigingsleven (vl) | voorzieningen ten dienste van het verenigingsleven |
welzijnsinstelling (wei) | instelling die zich bezig houdt met maatschappelijk dienstbetoon |
wonen (w) | wonen in bovenwoningen |
zorginstelling (zoi) | instelling waar zorg wordt verleend |
Op deze gronden zijn uitsluitend gebouwen en andere bouwwerken toegestaan die ten dienste staan van de bestemming en nutsvoorzieningen.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van andere bouwwerken gelden de volgende regels:
bouwwerken | max. bouwhoogte |
palen en masten | 10 m |
reclametekens | 3 m |
verlichtingsmasten en antenne-installaties voor zover gelegen achter de voorgevelrooilijn | 12 m |
luifels en ander straatmeubilair | 4 m |
verkeerstekens en beeldende kunstwerken | 4 m |
erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevel | 1 m |
overige erf- en terreinafscheidingen en overige andere bouwwerken | 2 m |
Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6, lid 1, onder d van de Wet ruimtelijke ordening, nadere eisen stellen met betrekking tot:
Op het perceel aan de Jacob Catslaan 28 is, ter plaatse van de bestemming 'Maatschappelijk - religieus', ook de functieaanduiding 'jeugdopvang' (jo) opgenomen. Deze functieaanduiding geldt uitsluitend voor het souterrain van de kerk dat is gelegen aan de achterzijde van het gebouw.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 21.1, ten behoeve van het toelaten van andere maatschappelijke voorzieningen, zoals onderwijs- en opvangvoorzieningen, mits deze geen onevenredig nadelige gevolgen voor de woonomgeving hebben in de vorm van geluids-, verkeers- of parkeeroverlast en mits wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid volgens de gemeentelijke parkeernormen zoals vastgelegd in de gemeentelijke parkeernota zoals die geldt ten tijde van ontvangst van de aanvraag .
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in sublid 21.2.2, ten behoeve van het bouwen van erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevel tot ten hoogste 2 m, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
Behoudens het bepaalde in sublid 21.7.2, is het ter waarborging van cultuurhistorische waarden ter plaatse van de aanduiding "cultuurhistorische waarden" (cw), verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Het in sublid 21.7.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van de volgende andere werken en werkzaamheden:
Werken en werkzaamheden als bedoeld in de voorgaande leden, zijn niet toelaatbaar, indien door die werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, één of meer waarden of functies van de in voorgaande leden bedoelde gronden, welke het plan beoogt te beschermen, onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van die waarden of functies onevenredig worden of kunnen worden verkleind.