Plan: | Berg-Utrechtseweg |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0307.BP00049-0302 |
De voor 'Kantoor' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op en in deze gronden zijn uitsluitend gebouwen en andere bouwwerken toegestaan, die ten dienste staan van de bestemming en nutsvoorzieningen.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van andere bouwwerken gelden de volgende regels:
bouwwerken | max. bouwhoogte |
palen en masten | 10 m |
reclametekens | 3 m |
verlichtingsmasten en antenne-installaties voor zover gelegen achter de voorgevelrooilijn | 12 m |
erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevel | 1 m |
overige erf- en terreinafscheidingen en overige andere bouwwerken | 2 m |
Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6, lid 1, onder d van de Wet ruimtelijke ordening, nadere eisen stellen met betrekking tot de plaats en afmetingen van gebouwen en andere bouwwerken, voor zover nodig ter voorkoming van een onevenredige aantasting van:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in sublid 15.2.2, onder b ten behoeve van het bouwen van erfafscheidingen voor de voorgevel tot ten hoogste 2 m, mits geen onevenredige aantasting plaats vindt van:
Behoudens het bepaalde in sublid 15.6.2, is het ter waarborging van cultuurhistorische waarden ter plaatse van de aanduiding "cultuurhistorische waarden" (cw), verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Het in sublid 15.6.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van de volgende andere werken en werkzaamheden:
Werken en werkzaamheden als bedoeld in de voorgaande leden, zijn niet toelaatbaar, indien door die werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, één of meer waarden of functies van de in voorgaande leden bedoelde gronden, welke het plan beoogt te beschermen, onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van die waarden of functies onevenredig worden of kunnen worden verkleind.