direct naar inhoud van Artikel 11 Maatschappelijk
Plan: Hoogland
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0307.BP00048-0302

Artikel 11 Maatschappelijk

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. maatschappelijke doeleinden ter plaatse van de gegeven aanduiding
    aanduiding   doeleinden  
    begraafplaats (bp)   begraafplaats  
    bibliotheek (bi)   bibliotheek  
    gezondheidszorg (gz)   medische voorzieningen  
    jeugdopvang (jo)   kinderopvang  
    onderwijs (on)   onderwijsvoorzieningen en kinderopvang  
    religie (re)   levensbeschouwelijke en religieuze voorzieningen  
    specifieke vorm van maatschappelijk-dierenartspraktijk (sm-dp)   dierenartspraktijk  
    specifieke vorm van maatschappelijk-wijkcentrum (sm-wc)   wijkcentrum  
    uitvaartcentrum (uv)   uitvaartcentrum  
  • b. horeca van categorie c ter plaatse van de aanduiding “h = c”;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden' (cw): de bescherming en instandhouding van de cultuurhistorische waarden;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' (bw): een dienst- of bedrijfswoning;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'wonen' (w): woningen op de verdieping(en);
  • f. bij een en ander behorende voorzieningen, zoals tuinen en parkeer- en groenvoorzieningen;

met dien verstande dat voorzien dient te worden in voldoende parkeergelegenheid conform de gemeentelijke parkeernormen zoals vastgelegd in de Nota parkeernormen Amersfoort d.d. 27 januari 2009.

11.2 Bouwregels

Op deze gronden zijn uitsluitend gebouwen en andere bouwwerken toegestaan die ten dienste staan van de bestemming en nutsvoorzieningen.

11.2.1 Gebouwen - algemeen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. alleen toegestaan binnen het bouwvlak;
  • b. het bebouwingspercentage mag niet meer zijn dan ter plaatse op de verbeelding is aangegeven, waarbij het bebouwingspercentage 100% is indien ter plaatse niets is aangegeven;
  • c. de goot- en bouwhoogte van gebouwen mogen niet meer bedragen dan ter plaatse op de verbeelding is aangegeven;
  • d. er mogen niet meer bouwlagen worden gebouwd dan zoals aangegeven op de verbeelding;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'kap' mogen gebouwen worden afgedekt met een kap;
  • f. bijgebouwen dienen binnen het bouwvlak of ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' te worden gebouwd.

11.2.2 Bedrijfswoningen

ter plaatse van de aanduiding "bedrijfswoning" gelden naast de regels zoals opgenomen in artikel 11.2.1 ook de volgende regels:

  • a. ter plaatse is één bedrijfswoning toegestaan;
  • b. de inhoud van de bedrijfswoning mag niet meer dan 750 m³ bedragen;
  • c. voor bijbehorende bouwwerken bij een bedrijfswoning gelden de regels zoals opgenomen in artikel 18.2.2, 13.2.2 en 13.2.3;

 

11.2.3 Andere bouwwerken

Voor het bouwen van andere bouwwerken gelden de volgende regels:
de bouwhoogte van andere bouwwerken mag niet meer bedragen dan daarbij hierna is aangegeven:

bouwwerken   max. bouwhoogte  
palen, masten en reclame- en andere tekens   15 m  
verlichtingsmasten en antenne-installaties   15 m  
luifels en ander straatmeubilair   4 m  
andere overkappingen met een open constructie   3 m  
verkeerstekens en beeldende kunstwerken   15 m  
ballenvangers op sportterreinen   6 m  
erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevel   1 m  
overige erf- en terreinafscheidingen en overige andere bouwwerken   2 m  

11.3 Omgevingsvergunning voor het slopen van bouwwerken
  • a. ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden' is het verboden om zonder omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk, een bouwwerk geheel of gedeeltelijk te slopen en/of geheel of gedeeltelijk de voorgevel of dakconstructie te wijzigen. Dit verbod heeft geen betrekking op werkzaamheden in het kader van het normale beheer en onderhoud dan wel werken en werkzaamheden waarmee is of mag worden begonnen ten tijde van het onherroepelijk worden van het plan;
  • b. burgemeester en wethouders verlenen uitsluitend vergunning als bedoeld onder 11.3.a, indien het belang van cultuurhistorie hierdoor niet nadelig wordt beïnvloed;
  • c. alvorens zij beslissen over een vergunning als bedoeld onder 11.3.a, vragen burgemeester en wethouders een schriftelijk advies aan de gemeentelijke monumentencommissie.
11.4 Afwijkingen
11.4.1 ander soort maatschappelijke voorziening

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 11.1, ten behoeve van het toelaten van andere maatschappelijke voorzieningen, zoals onderwijs- en opvangvoorzieningen, mits:

  • a. deze geen onevenredig nadelige gevolgen voor de woonomgeving hebben in de vorm van geluids-, verkeers- of parkeeroverlast; en
  • b. wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid volgens de gemeentelijke parkeernormen zoals vastgelegd in de gemeentelijke parkeernota van 27 januari 2009.
11.4.2 bouwen buiten het bouwvlak

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 11.2.1, onder a ten behoeve van het bouwen buiten het bouwvlak van bijgebouwen en andere bouwwerken ten dienste van de bestemming, zoals bijvoorbeeld bergingen of fietsenstallingen, met dien verstande dat:

  • a. de gezamenlijke oppervlakte niet meer mag bedragen dan 15% van het bouwvlak;
  • b. de goot- en/of bouwhoogte niet meer bedragen dan 3 m;
  • c. de bijgebouwen en andere bouwwerken plat mogen worden afgedekt of met een dakhelling kleiner dan 450 ; indien de dakhelling van het hoofdgebouw groter is dan 450 mogen de aan- en bijgebouwen een dakhelling overeenkomstig het hoofdgebouw hebben.
11.4.3 hogere erf- en terreinafscheidingen

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 11.2.3, ten behoeve van het bouwen van erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevel tot ten hoogste 2 m , mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • b. het straat- en bebouwingsbeeld.