Plan: | Soesterkwartier |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0307.BP00003-0301 |
De voor "Waarde - archeologie 2" aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en bescherming van de archeologische waarden. Deze bestemming is primair ten opzichte van de overige aan deze gronden toegekende bestemmingen.
Op en in de gronden als bedoeld in lid 1 mogen ten dienste van de bestemming Waarde - archeologie 2" uitsluitend worden gebouwd andere bouwwerken met een maximale bouwhoogte van 4 m.
Op en in de gronden als bedoeld in lid 1 mag ten behoeve van de andere voor deze gronden geldende bestemming(en) slechts worden gebouwd overeenkomstig de regels van die bestemming(en) en mits de aanvrager van een omgevingsvergunning (voorheen bouwvergunning) een archeologisch onderzoeksrapport heeft overgelegd waarin de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag zullen worden verstoord naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate zijn vastgesteld.
Het bepaalde onder 23.2.1 met betrekking tot het overleggen van een archeologisch onderzoeksrapport is niet van toepassing indien de aanvraag betrekking heeft op:
De volgende in lid 2.4 genoemde voorwaarden kunnen door burgemeester en wethouders aan de omgevingsvergunning verbonden worden:
De onder 2.2. bedoelde vergunning kan worden geweigerd indien door de bodemverstoring het belang van de archeologie onevenredig wordt geschaad.
Het is verboden om zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
a. het uitvoeren van grondbewerkingen op een grotere diepte dan 30cm, waartoe ook wordt gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen en aanleggen van drainage;
b. het ophogen van de bodem met meer dan 30cm;
c. het aanleggen, vergraven, verruimen en dempen van sloten, vijvers en andere wateren op een grotere diepte dan 30cm;
d. het aanleggen, verbreden of verharden van wegen, paden, banen of
parkeergelegenheid en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen, zulks indien de diepte van de aan te brengen verharding meer dan 30cm bedraagt;
e. het uitvoeren van heiwerkzaamheden en het op een of andere wijze indrijven
van voorwerpen in de grond op een grotere diepte dan 30 cm;
f. het aanleggen of rooien van bos of boomgaard waarbij stobben worden
verwijderd op een grotere diepte dan 30 cm en het aanleggen van diepwortelende beplanting;
h. het omzetten van grasland in bouwland;
i. het aanleggen van ondergrondse kabels en leidingen en het aanbrengen van
daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur op een
grotere diepte dan 30 cm.