direct naar inhoud van Artikel 7 Maatschappelijk
Plan: Waardenburg-West
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0304.BPwaardenburgwest-1303

Artikel 7 Maatschappelijk

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. maatschappelijke en culturele voorzieningen;
  • b. ter plaatse van de 'specifieke bouwaanduiding - reclamemast' een reclamemast;
  • c. tuinen en erven;
  • d. aan de functie onder a. gebonden parkeervoorzieningen;
  • e. aan de hoofdfunctie ondergeschikte verkeersvoorzieningen;
  • f. groenvoorzieningen en water.
7.2 Bouwregels
7.2.1 Hoofdgebouwen

Op de in lid 7.1 bedoelde gronden mogen hoofdgebouwen ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat:

  • a. Gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd.
  • b. De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' is aangegeven.
7.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Op de in lid 7.1 bedoelde gronden mogen bijbehorende bouwwerken worden gebouwd, met dien verstande dat:

  • a. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd.
  • b. De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, achter de voorgevelrooilijn mag niet meer dan 2 m bedragen, met dien verstande dat:
    • 1. de bouwhoogte van erfafscheidingen 2,5 meter mag bedragen;
    • 2. de bouwhoogte van pergola's niet meer dan 2,5 m mag bedragen;
    • 3. de bouwhoogte van kinderspeelwerktuigen niet meer dan 3 m mag bedragen;
    • 4. de bouwhoogte van verlichtingsarmaturen, antennes en vlaggenmasten niet meer dan 6 m mag bedragen;
    • 5. de bouwhoogte van bedrijfsinstallaties niet meer dan 8 m mag bedragen;
    • 6. De bouwhoogte van de reclamemast ter plaatse van de 'specifieke bouwaanduiding - reclamemast' bedraagt 25 m;
  • c. De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, vóór de voorgevelrooilijn mag niet meer dan 1 m bedragen, met dien verstande dat:
    • 1. de bouwhoogte van pergola's niet meer dan 2,5 m mag bedragen;
    • 2. de bouwhoogte van maximaal één vrijstaande reclamemast per bouwperceel niet meer dan 2 m mag bedragen;
    • 3. de bouwhoogte van verlichtingsarmaturen, antennes en vlaggenmasten niet meer dan 6 m mag bedragen.
7.3 Nadere eisen

Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en afmeting van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. een samenhangend straat en bebouwingsbeeld;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de milieusituatie;
  • d. de sociale veiligheid;
  • e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
7.4 Specifieke gebruiksregels
7.4.1 Parkeren

Bij het oprichten van gebouwen of het veranderen in gebruik dient de inrichting van elk perceel zodanig te zijn dat voldoende ruimte aanwezig is om zowel het parkeren als het eventueel laden en lossen op eigen terrein te kunnen afwikkelen. Op eigen terrein dient voorzien te zijn in voldoende parkeeraccommodatie.

7.4.2 Verboden gebruik

Het is verboden de in deze bestemming begrepen gronden en de daarop voorkomende opstallen te gebruiken of in gebruik te geven of te laten voor een doel of op een wijze strijdig met deze bestemming. Daaronder wordt het volgende in elk geval verstaan:

  • a. risicovolle inrichtingen;
  • b. geluidszoneringsplichtige inrichtingen;
  • c. detailhandel;
  • d. wonen.