Plan: | 't Overrijke |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0304.BPoverrijke-1305 |
De provincie Gelderland bepaalt op hoofdlijnen de verdeling en het gebruik van de ruimte in Gelderland. Waar wonen en werken mensen, en waar krijgt de natuur de ruimte?
Hoe de provincie Gelderland de ruimte wil verdelen en gebruiken staat in de algemene structuurvisie ruimtelijke ordening, voorheen het Streekplan Gelderland 2005. Daarnaast kan de provincie voor bepaalde aspecten van het ruimtelijk beleid een sectorale structuurvisie opstellen.
Algemene structuurvisie (verplicht)
In de verplichte structuurvisie staan de hoofdlijnen van het provinciale ruimtelijke beleid. In dit opzicht is de structuurvisie te vergelijken met het huidige Streekplan Gelderland 2005. In de structuurvisie moet staan hoe het ruimtelijk beleid wordt gerealiseerd. Ook staan in de structuurvisie de instrumenten van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) die hiervoor worden ingezet.
Sectorale structuurvisie (vrijwillig)
Voor bepaalde aspecten van het ruimtelijke beleid kan de provincie Gelderland een vrijwillige structuurvisie vaststellen. Deze structuurvisie bevat de hoofdlijnen van de voorgenomen ontwikkeling van die aspecten. Ook hierin moet weer staan op welke wijze die ontwikkeling wordt gerealiseerd. Sinds 1 januari 2010 zijn de volgende structuurvisies in voorbereiding of vastgesteld:
Conclusie
Het bestemmingsplan is niet in strijd met de structuurvisie van de provincie Gelderland.
De Structuurvisie Bedrijventerreinen en Werklocaties is een aanpassing van het beleid voor bedrijventerreinen van het in 2005 vastgestelde streekplan Gelderland. Op 30 juni 2010 hebben Provinciale Staten de structuurvisie vastgesteld.
De structuurvisie Bedrijventerreinen en Werklocaties is een aanpassing van het structuurvisiebeleid als gevolg van de volgende ontwikkelingen:
Nieuw beleid
Uitgangspunt van het nieuwe beleid is dat er eerst optimaal gebruik wordt gemaakt van bestaande bedrijventerreinen voordat er nieuwe worden ontwikkeld. Voldoende ruimte voor bedrijvigheid blijft beleidsuitgangspunt, maar overschot aan bedrijventerrein moet worden voorkomen. Verder vraagt de provincie Gelderland aan de gemeenten om extra aandacht te besteden aan kwalitatieve aspecten, zoals een goede ruimtelijke inpassing, een zorgvuldigeormgeving en een zo laag mogelijke milieubelasting.
Figuur 3.1: Structuurvisie Bedrijventerreinen met Bedrijventerrein 't Overrijke omlijnd (bron: RO in Kaart, Provincie Gelderland)
Regionaal Programma Bedrijventerreinen
Het nieuwe beleid wordt in overleg met samenwerkende gemeenten op regionaal niveau uitgewerkt en tot uitvoering gebracht. In een Regionaal Programma Bedrijventerreinen (RPB) moet de weerslag van het provinciale beleid zichtbaar worden.
In tabel 3.1 is de voorraad aan bedrijventerrein voor de regio Rivierenland weergegeven.
Voorraad bedrijventerrein in netto hectaren per 31-08-09 | |||||
Bron: IBIS | totaal | in harde plannen | in zachte plannen | ||
Rivierenland | 463 | 144 | 319 |
In tabel 3.2 is de herstructuringsopgave in bruto hectaren voor de regio Rivierenland weergegeven.
Herstructuringsopgave in bruto hectaren medio 2009 | |||||
Bron: IBIS | ha. | periode | |||
Rivierenland | 175 | tot 2013 |
Conclusie
Het plangebied is een lokaal bedrijventerrein en wordt niet specifiek genoemd in de structuurvisie bedrijventerreinen en werklocaties. Het plan zal de bestaande ruimtelijk-juridische mogelijkheden overnemen en actualiseren.
Eventuele toekomstige ontwikkelingen op het terrein zelf sluiten aan op de provinciale visie om optimaal gebruik te maken van bestaande bedrijventerreinen voordat nieuwe locaties worden ontwikkeld.
De structuurvisie gaat niet specifiek in op locatie-eisen ten aanzien van sport. Voor deze functie kunnen gemeenten zelf vanuit het oogpunt van een goede ruimtelijke ordening voorwaarden formuleren.
In de ruimtelijke verordening stelt de provincie regels aan bestemmingsplannen van gemeenten. De provincie richt zich hierbij op onderwerpen die van provinciaal belang zijn. Gemeenten krijgen op sommige terreinen meer beleidsvrijheid, terwijl ze op andere gebieden te maken krijgen met strikte provinciale richtlijnen.
De voorschriften in de ruimtelijke verordening zijn gebaseerd op de provinciale structuurvisie (voorheen Streekplan Gelderland 2005), streekplanuitwerkingen en -herzieningen. De verordening is slechts een juridische vertaling van dit beleid, er is geen nieuw beleid aan toegevoegd.
De onderwerpen die de provincie belangrijk vindt en waarvoor regels in de verordening zijn opgenomen, zijn:
Figuur 3.2: Verordening ruimte Provincie Gelderland, kaartbeeld Verstedelijking met het plangebied rood omlijnd.
Het plangebied 't Overrijke is volgens het kaartbeeld Verstedelijking uit de Ruimtelijke verordening gelegen binnen 'bestaand bebouwd gebied'. Dit houdt in dat binnen het 'bestaand bebouwd gebied' nieuwe bebouwing is toegestaan.
De zuidelijk-oostelijke strook van het plangebied is volgens het kaartbeeld een 'zoekzone wonen en werken'. Dit gebied is momenteel nog onbebouwd maar in de toekomst zijn ontwikkelingen mogelijk. De uitwerking van het voorliggende bestemmingsplan past binnen het bestaande beleid van de provincie.
Conclusie
Het vastleggen van de bestaande planologische situatie past binnen het beleid van de provincie Gelderland. In het voorliggende bestemmingsplan worden ter hoogte van de zoekzone, nieuwe bouwmogelijkheden gerealiseerd. De uitwerking van het voorliggende bestemmingsplan past derhalve binnen het bestaande beleid van de provincie.
De stroomgebiedvisies zijn ontwikkeld onder regie van de provincie, in nauwe samenwerking met het Waterschap Rivierenland en Rijkswaterstaat Directie Oost-Nederland.
Het algemene doel is om vanuit het beleidsveld water een (lange termijn) visie (2050) te geven op bescherming en herstel van het Gelderse regionale (grond)watersysteem, gericht op het 'op orde' brengen en houden van het watersysteem. Hierbij anticiperend op klimaatverandering en ruimtelijke ontwikkelingen. Gestreefd wordt naar een duurzaam en veerkrachtig watersysteem dat tegen een stootje kan. De sleutel om zover te komen, ligt bij een sterkere binding tussen ruimtelijke ordening en waterbeheer (onder meer via de Watertoets).
De deelstroomgebiedsvisie reikt voor deze integratie vanuit water de benodigde informatie aan. Als eerste stap zijn de ambities tot 2015 uitgewerkt in een voorlopig maatregelenprogramma. Deze programma's per visie vormen de Gelderse bijdrage aan het Nationaal Bestuursakkoord Water. Hierin hebben Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen in juli 2003 afspraken gemaakt over de uitvoering van het nieuwe waterbeheer. Tot slot hebben de stroomgebiedvisies tot doel een doorkijk te geven naar wat de implementatie van de Europese Kaderrichtlijn Water voor het Gelderse waterbeheer betekent.
Samengevat worden met de deelstroomgebiedsvisie de volgende doelen nagestreefd:
De stroomgebiedsvisie omvat alle ruimtelijk relevante wateropgaven, waarvoor het waterbeheer in Gelderland zich nu en de toekomst gesteld ziet. Het gaat daarbij om:
In paragraaf 4.7 staat vermeld wat de consequenties zijn voor het plangebied.
Het Waterplan Gelderland (vastgesteld op 11 november 2009) is de opvolger van het derde Waterhuishoudingsplan van Gelderland. Het derde Waterhuishoudingsplan had een planperiode van 2005 t/m 2010. Het Waterhuishoudingsplan was gebaseerd op de Wet op Waterhuishouding. Ook het Waterplan is nog opgesteld onder deze wet, maar is na vaststelling onder het regime van de nieuwe Waterwet komen te vallen. In de Waterwet is opgenomen dat de provincies een of meerdere regionale Waterplannen opstellen met een looptijd van 6 jaar. Voor dit Waterplan Gelderland is dat de periode 2010 tot en met 2015.
Met het Waterplan wordt richting gegeven aan de inrichting en beheer van de waterhuishouding in Gelderland. Het Waterplan Gelderland is tegelijk opgesteld met de water(beheer)plannen van het Rijk en de waterschappen. In onderlinge samenwerking zijn de plannen zo goed mogelijk op elkaar afgestemd.
In het Waterplan is het waterbeleid beschreven aan de hand van een aantal thema's, zoals landbouw, wateroverlast, watertekort, natte natuur, grondwaterbescherming en hoogwater-bescherming. Voor deze thema's is er beschreven welke doelstellingen voor 2007 en 2015 liggen.
In het kort hier de belangrijkste doelstellingen voor de planperiode:
Conclusie
Het beleid dat in dit Waterplan Gelderland is beschreven is bindend voor de provincie, voor de waterschappen is het kaderstellend voor de doorvertaling van dit beleid naar hun waterbeheerplannen.
Het Gelders milieuplan is erop gericht om economische en maatschappelijke ontwikkelingen bij te sturen wanneer deze de omgevingskwaliteit bedreigen. Het milieubeleid treedt op tegen onaanvaardbare aantasting van het leefmilieu, maar keert zich niet tegen economische groei of tegen het gebruik van energie en grondstoffen. De aanpak in het landelijke en stedelijk gebied is gericht op het geven van bescherming waar het nodig is. Het milieubeleid richt zich meer dan voorheen op de kwaliteit van de leefomgeving als geheel.
Uitgangspunten van het Gelders Milieuplan zijn:
In Hoofdstuk 4 staat vermeld wat de consequenties zijn voor het plangebied.
Provincie Gelderland heeft haar cultuurhistorisch beleid vastgelegd in de kadernota Belvoir (2000). De provincie kiest voor een actief beleid met als strategische hoofdlijn 'behoud in ontwikkeling’. De ruimtelijke, economische en cultuurhistorische belangen moeten elkaar daarbij inspireren en versterken. Belangrijke beleidsinzet is het volwaardig integreren van cultuurhistorie in de ruimtelijke planvorming.
Daarnaast biedt de provincie gemeenten de mogelijkheid voor cofinanciering bij het duurzaam in stand houden van cultuurhistorische waarden, waarbij vooral de recreatieve potenties en economische bruikbaarheid beter worden benut.
In paragraaf 4.9 staat vermeld wat de consequenties zijn voor het plangebied.