direct naar inhoud van Artikel 9 Wonen
Plan: 't Overrijke
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0304.BPoverrijke-1305

Artikel 9 Wonen

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen;
  • b. aan-huis-verbonden beroepen;
  • c. tuinen, erven en verhardingen;
  • d. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
9.2 Bouwregels
9.2.1 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'vrijstaand' mag uitsluitend het aangeduide type worden gebouwd;
  • b. hoofdgebouwen dienen binnen het aangeduide bouwvlak worden gebouwd;
  • c. de voorgevel moet worden gesitueerd in de voorgevelrooilijn dan wel op een afstand van niet meer dan 2,5 m daarachter;
  • d. de goothoogte van een gebouw mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' is aangegeven;
  • e. de bouwhoogte van een gebouw mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' is aangegeven;
  • f. de afstand van een hoofdgebouw tot de zijdelingse perceelsgrenzen ter plaatse van de specifieke aanduiding 'vrijstaand' mag aan beide zijden niet minder dan 3 m bedragen.
9.2.2 Bijbehorende bouwwerken

Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken bij woningen gelden de volgende bepalingen:

  • a. bijgebouwen en aan- en uitbouwen mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd, met uitzondering ter plaatse van de bouwaanduiding 'Bijgebouwen - uitgesloten';
  • b. de gezamenlijke oppervlakte van bijgebouwen en aan- en uitbouwen, mag niet meer bedragen dan:
    • 1. 40 m², indien het bouwperceel kleiner is van 160 m²;
    • 2. 25% van de oppervlakte van het bouwperceel, indien het bouwperceel een oppervlakte heeft van meer dan 160 m² en minder dan 240 m²;
    • 3. 60 m², indien het bouwperceel groter is dan 240 m²;
    • 4. 75 m², indien het bouwperceel groter is dan 1.500 m²;

en met dien verstande, dat de bovengenoemde maten niet mogen worden overschreden, met uitzondering van een hobbykas van maximaal 6 m² en onder de voorwaarde dat achter de woning een eigen buitenruimte aanwezig moet blijven van minimaal 25 m²;

  • c. de goothoogte van een vrijstaand bijgebouw mag niet meer bedragen dan 3 m;
  • d. de goothoogte van een aanbouw of aangebouwd bijgebouw mag niet meer bedragen dan de hoogte van de begane-grondlaag van het hoofdgebouw;
  • e. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan de bouwhoogte van de woning;
  • f. de afstand van een vrijstaand bijgebouw tot de woning mag niet minder bedragen dan 3 m;
  • g. voor zover de bestaande bijgebouwen en aan- en uitbouwen bij woningen, ten tijde van het ter inzage leggen het ontwerp van dit bestemmingsplan, groter zijn dan deze regels maximaal toelaten, gelden de bestaande maten als maximale maten.
9.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende bepalingen:

  • a. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd.
  • b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 2 m bedragen, met dien verstande dat:
    • 1. de bouwhoogte van pergola's niet meer dan 2,5 m mag bedragen;
    • 2. de bouwhoogte van overkappingen niet meer dan 2,5 m mag bedragen;
    • 3. de bouwhoogte van kinderspeelwerktuigen niet meer dan 3 m mag bedragen;
    • 4. de bouwhoogte van verlichtingsarmaturen, antennes en vlaggenmasten niet meer dan 5 m mag bedragen;
    • 5. de bouwhoogte van bedrijfsinstallaties niet meer dan 8 m mag bedragen.
9.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 9.2.2 onder b voor het vergroten van de gezamenlijke oppervlakte van aanbouwen en bijgebouwen tot maximaal:

  • a. 55 m², indien het bouwperceel kleiner is van 160 m²;
  • b. 35% van de oppervlakte van het bouwperceel, indien het bouwperceel een oppervlakte heeft van meer dan 160 m² en minder dan 240 m²;
  • c. 75 m², indien het bouwperceel groter is dan 240 m²;
  • d. 90 m², indien het bouwperceel groter is dan 1.500 m².
9.4 Specifieke gebruiksregels

Binnen de bestemming 'Wonen' is de uitoefening van aan-huis-verbonden beroepen toegestaan als nevengeschikte activiteit bij de woonfunctie, waarbij de volgende bepalingen van toepassing zijn:

  • a. de omvang van de activiteit mag niet meer bedragen dan 40% van de gezamenlijke vloeroppervlakte van de bebouwing;
  • b. het gebruik mag geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en mag geen onevenredige toename van de parkeerbehoefte veroorzaken;
  • c. detailhandel is niet toegestaan;
  • d. de opvang van groepen verminderd zelfredzame personen is niet toegestaan;
  • e. de activiteit wordt uitgeoefend door de bewoner.
9.5 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 9.1 voor het toestaan van lichte bedrijvigheid als nevengeschikte activiteit bij de woonfunctie, waarbij de volgende bepalingen van toepassing zijn:

  • a. de omvang van de activiteit mag niet meer bedragen dan 40% van de gezamenlijke vloeroppervlakte van de bebouwing;
  • b. het gebruik mag geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en mag geen onevenredige toename van de parkeerbehoefte veroorzaken;
  • c. detailhandel is niet toegestaan;
  • d. de activiteit dient milieuhygiënisch inpasbaar te zijn in de woonomgeving waarbij geldt dat deze past in milieucategorie 1 en 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten;
  • e. de activiteit wordt uitgeoefend door de bewoner.