direct naar inhoud van 4.5 Natuur
Plan: Kern Est
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0304.BPest-0904

4.5 Natuur

4.5.1 Aanleiding en doel

De natuur in Nederland wordt beschermd vanuit twee invalshoeken: bescherming van gebieden en bescherming van soorten. De gebiedsbescherming is geregeld via de Natuurbeschermingswet (Natura 2000-gebieden, Beschermde natuurmonumenten) en het Streekplan (onder andere Ecologische Hoofdstructuur (EHS), weidevogel- en ganzenbeschermingsgebieden). De soortbescherming is geregeld door middel van de Flora- en faunawet.

De verschillende natuurwetgevingen in Nederland hebben als belangrijkste component het zorgplichtbeginsel, dat van elke initiatiefnemer verlangt dat hij zich vooraf op de hoogte stelt van eventuele schadelijke effecten op voorkomende planten en dieren en hun leefomgeving.

4.5.2 Conclusies
  • Het plangebied ligt niet in of in de directe omgeving van beschermd gebied in het kader van de Natuurbeschermingswet (Natura 2000-gebied en Beschermd Natuurmonument) en heeft daarom geen negatief effect op deze gebieden. Nader onderzoek of het aanvragen van een vergunning is niet nodig.
  • Het plangebied ligt niet binnen en heeft geen negatief effect op beschermde gebieden in het kader van het Streekplan (EHS, weidevogel- en ganzengebied). Nader onderzoek is niet nodig.
  • Voor de verdere uitvoering van het plan zijn vleermuizen, vissen en amfibieën soorten waar rekening mee gehouden moet worden. Indien gebouwen gesloopt gaan worden of werkzaamheden aan de watergangen plaatsvinden dan dient nader onderzoek naar deze soortgroepen plaats te vinden. Indien beschermde soorten aangetroffen worden, moet een ontheffing in het kader van de Flora- en faunawet aangevraagd worden en geldt in sommige gevallen een compensatieplicht.

Het is verplicht om de beplanting buiten het broedseizoen (globaal buiten 15 maart – 15 juli) te verwijderen. Is dit niet mogelijk of de verwijdering vindt plaats nabij deze periode dan dient door een deskundige onderzocht te worden of vogels in het plangebied broeden/nestelen. Indien dit het geval is moeten de werkzaamheden zodanig uitgevoerd worden dat de vogels hun jongen kunnen grootbrengen. Een andere mogelijkheid is om het plangebied buiten het broedseizoen ongeschikt te maken voor broedvogels door bijvoorbeeld de beplanting te verwijderen.