direct naar inhoud van Artikel 16 Algemene afwijkingsregels
Plan: Heesseltsche Uiterwaarden
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0304.BPbgbheeuiterwaard-1103

Artikel 16 Algemene afwijkingsregels

16.1 Algemene afwijkingsregels

Bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken:

  • a. van de in deze regels gegeven maten, afmetingen en percentages tot niet meer dan 10% van die maten, afmetingen en percentages;
  • b. van deze regels en toestaan dat het beloop of het profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of -intensiteit daartoe aanleiding geeft;
  • c. van deze regels en toestaan dat openbare nutsgebouwtjes, wachthuisjes ten behoeve van het openbaar vervoer, telefooncellen, gebouwtjes ten behoeve van de bediening van kunstwerken, toiletgebouwtjes, en naar aard daarmee gelijk te stellen gebouwtjes worden gebouwd, met dien verstande dat:
    • 1. de inhoud per gebouwtje niet meer dan 50 m3 mag bedragen;
    • 2. de bouwhoogte niet meer dan 3,50 m mag bedragen;
  • d. van deze regels ten aanzien van de maximaal toegestane bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en toestaan dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot:
    • 1. ten behoeve van kunstwerken, geen gebouwen zijnde, tot niet meer dan 40 m;
    • 2. ten behoeve van waarschuwings- en/of communicatiemasten tot niet meer dan 50 m;
    • 3. ten behoeve van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tot niet meer dan 10m;
  • e. van deze regels ten aanzien van de maximaal toegestane bouwhoogte van gebouwen ten behoeve van plaatselijke verhogingen, zoals schoorstenen, luchtkokers, liftkokers, lichtkappen en technische ruimten, met dien verstande dat:
    • 1. de maximale oppervlakte van de vergroting niet meer mag bedragen dan 10% van het betreffende platte dakvlak of de horizontale prjectie van het schuine dakvlak;
    • 2. de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 1,25 maal de maximaal toegestane bouwhoogte van het betreffende gebouw.
16.2 Kleinschalige recreatieve voorzieningen

Bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het plan ten behoeve van het toestaan van kleinschalige recreatieve voorzieningen, met dien verstande dat:

  • a. het oppervlak aan recreatieve bouwwerken per voorziening bedraagt maximaal 30 m2;
  • b. de bouwhoogte bedraagt maximaal 3 m;
  • c. aangetoond moet zijn dat geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de milieusituatie, de natuurlijke en landschappelijke waarden, cultuurhistorische en archeologische waarden en de waterhuishoudkundige situatie;
  • d. geen aantasting van de waterveiligheid plaatsvindt;
  • e. belangen van derden niet onevenredig worden geschaad of kunnen worden geschaad;
  • f. er geen onevenredige aantasting van de verkeersveiligheid plaatsvindt;
  • g. er geen onevenredige verkeers- en parkeeroverlast voor de omgeving ontstaat;
  • h. buitenopslag niet is toegestaan.