direct naar inhoud van Artikel 8 Wonen
Plan: Heesseltsche Uiterwaarden
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0304.BPbgbheeuiterwaard-1103

Artikel 8 Wonen

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen;
  • b. aan-huis-verbonden-beroepen;
  • c. tuinen, erven en verhardingen;
  • d. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • e. de instandhouding en bescherming van de ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - gemeentelijk monument' aangegeven bouwwerken.
8.2 Bouwregels
8.2.1 Algemeen
  • a. op de voor 'Wonen' aangewezen gronden is één woning per bouwperceel toegestaan tenzij door middel van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' een ander aantal is aangegeven;
  • b. per bouwperceel mag het totale bebouwde oppervlak met hoofdgebouwen, aan- en bijgebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde niet meer bedragen dan zoals aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwd oppervlak (m2)'.
8.2.2 Hoofdgebouwen
  • a. ter plaatse van de aanduiding 'aaneengebouwd' zijn vrijstaande, halfvrijstaande en rijenwoningen toegestaan;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'vrijstaand' zijn uitsluitend vrijstaande woningen toegestaan;
  • c. de afstand van het hoofdgebouw tot de weg is gelijk aan de afstand welke aanwezig is op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp bestemmingsplan;
  • d. de goothoogte respectievelijk bouwhoogte van een hoofdgebouw mag niet meer bedragen dan zoals aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)';
  • e. de inhoud van de woning mag:
    • 1. maximaal 400 m3 bedragen, indien de bestaande inhoud niet meer bedraagt dan 400 m3;
    • 2. maximaal 650 m3 bedragen, indien de bestaande inhoud meer bedraagt dan 400 m3 en minder dan 650 m3;
    • 3. eenmalig worden uitgebreid met maximaal 10%, indien de bestaande inhoud 650 m3 of meer bedraagt;

met dien verstande dat het bebouwde oppervlak welke aanwezig is op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp bestemmingsplan, niet mag worden uitgebreid.

8.2.3 Aan- en uitbouwen en bijgebouwen

Voor het bouwen van aan- en uitbouwen en bijgebouwen bij woningen gelden de volgende bepalingen:

  • a. bij en aan woningen, mogen aan- en uitbouwen en bijgebouwen worden gebouwd, zoals bergingen, garages, dierenverblijven (mits niet in strijd met de APV), werk- en hobbyruimten, hobbykassen en serres;
  • b. aan- en uitbouwen en bijgebouwen mogen uitsluitend op de gronden behorende tot de zij- en achtertuin worden gebouwd;
  • c. in afwijking van het bepaalde onder b., mag op de gronden behorende tot de voortuin per woning één aanbouw, zoals een portaal of een erker worden gebouwd met een oppervlak van ten hoogste 6 m2 en een bouwhoogte van maximaal 4 m, tenzij de woning direct aan de openbare weg is gesitueerd, zonder voortuin, in welk geval deze afwijking van het bepaalde onder b niet is toegestaan;
  • d. de afstand van bijgebouwen tot de voorgevel mag niet minder bedragen dan 3 m;
  • e. de gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen en bijgebouwen per woning mag ten hoogste bedragen:
    • 1. 75 m2 of het bestaande oppervlak aan bijgebouwen, die eertijds zijn opgericht als onderdeel van een agrarisch bedrijf;
    • 2. deze maten mogen niet worden overschreden, met uitzondering van een hobbykas van maximaal 6 m2;
    • 3. een en ander met dien verstande, dat achter de woning een eigen buitenruimte aanwezig moet blijven van minimaal 25 m2;
  • f. de goothoogte van vrijstaande bijgebouwen mag niet meer bedragen dan 3 m en die van aanbouwen mag ten hoogste gelijk zijn aan de hoogte van de begane grondlaag van de hoofdbebouwing;
  • g. de afstand van een vrijstaand bijgebouw tot het hoofdgebouw mag niet minder bedragen dan 3 m, tenzij:
    • 1. het bijgebouw ligt in de hoek, bepaald door het verlengde van de zijgevel en van de achtergevel van het hoofdgebouw;
    • 2. het bijgebouw voor 75% ligt buiten de vlakken bepaald door het verlengde van de zijgevels van de woning en de breedte van het bijgebouw niet groter worden dan 4 m. In dat geval mag de afstand van het bijgebouw tot de woning niet meer bedragen dan 1 m.
8.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  • a. op de gronden voor zover gelegen achter de voorgevel dan wel het verlengde van de voorgevel mag de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde niet meer bedragen dan 2 m, met uitzondering van:
    • 1. pergola's die niet hoger mogen zijn dan 2,50 m;
    • 2. kinderspeelwerktuigen waarvan de hoogte maximaal 3 m mag bedragen;
    • 3. verlichtingsarmaturen, vlaggenmasten en antennes, waarvan de hoogte niet meer mag bedragen dan 5 m, waarbij de belangen van derden in acht moeten worden genomen. Hierbij worden reclamemasten uitgesloten;
  • b. op de gronden voor zover gelegen voor de voorgevel dan wel het verlengde van de voorgevel mag de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde niet meer bedragen dan 1 m, met uitzondering van:
    • 1. pergola's die niet hoger zijn dan 2,50 m;
    • 2. overig tuinmeubilair (zoals genoemd in artikel 43 van de Woningwet), waarvan de hoogte niet meer mag bedragen dan 2 m;
    • 3. verlichtingsarmaturen, vlaggenmasten en antennes, waarvan de hoogte niet meer mag bedragen dan 5 m.
8.3 Specifieke gebruiksregels
8.3.1 Aan-huis-verbonden beroepen

Binnen de bestemming 'Wonen' is de uitoefening van aan-huis-verbonden beroepen toegestaan als nevengeschikte activiteit bij de woning, waarbij de volgende bepalingen van toepassing zijn:

  • a. e omvang van de activiteit mag niet meer bedragen dan 40% van de gezamenlijke vloeroppervlakte van de bebouwing;
  • b. het gebruik mag geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en mag geen onevenredige toename van de parkeerbehoefte veroorzaken;
  • c. detailhandel is niet toegestaan;
  • d. de activiteit wordt uitgeoefend door de bewoner.