direct naar inhoud van Artikel 12 Recreatie - Recreatiewoning
Plan: NUNSPEET NOORD-OOST
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0302.BP01095-vg02

Artikel 12 Recreatie - Recreatiewoning

12.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Recreatiewoning' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het recreëren in een recreatiewoning;
  • b. landschappelijke inpassing en/of erfbeplanting;

met daarbijbehorende gebouwen, bijbehorende bouwwerken, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, andere werken, tuinen, erven, groen- en parkeervoorzieningen.

12.2 Bouwregels
12.2.1 Bouwen

Op de voor 'Recreatie - Recreatiewoning' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

12.2.2 Eisen

Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in artikel 12.2.1 gelden de volgende eisen:

  • a. per bestemmingsvlak mag niet meer dan 1 recreatiewoning worden gebouwd;
  • b. een recreatiewoning mag niet dichter bij de weg worden gesitueerd dan de bestaande recreatiewoning;
  • c. er mogen geen kelders worden gebouwd;
  • d. de oppervlakte van een recreatiewoning mag niet meer dan 75 m2 bedragen, tenzij de bestaande oppervlakte groter is, in welk geval de gezamenlijke oppervlakte ten hoogste de bestaande oppervlakte mag bedragen;
  • e. de inhoud mag niet meer dan 300 m3 bedragen, tenzij de bestaande inhoud groter is, in welk geval de inhoud ten hoogste de bestaande inhoud mag bedragen;
  • f. de goothoogte mag niet meer dan 4 m bedragen, tenzij de bestaande goothoogte hoger is, in welk geval de goothoogte ten hoogste de bestaande goothoogte mag bedragen;
  • g. de bouwhoogte mag niet meer dan 7 m bedragen, tenzij de bestaande bouwhoogte hoger is, in welk geval de bouwhoogte ten hoogste de bestaande bouwhoogte mag bedragen;
  • h. de dakhelling mag niet minder dan 15° bedragen, tenzij de bestaande dakhelling lager is, in welk geval de dakhelling ten minste de bestaande dakhelling mag bedragen;
  • i. kelders mogen uitsluitend worden gerealiseerd loodrecht onder de recreatiewoning tot een diepte van niet meer dan 3 m;
  • j. de afstand tot de perceelgrens moet ten minste 3 m bedragen.
  • k. Voor het bouwen van een bijbehorend bouwwerk bij een recreatiewoning gelden de volgende regels:
    • 1. de gezamenlijke oppervlakte van bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 9 m2;
    • 2. de bouwhoogte van een bijbehorend bouwwerk mag niet meer bedragen dan 4 m;
    • 3. de afstand tot de perceelgrens moet ten minste 3 m bedragen.
  • l. Voor het bouwen van een bouwwerk, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:
    • 1. indien zij vóór de voorgevel of een naar de weg gekeerde zijgevel van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan worden opgericht mag de bouwhoogte niet meer dan 1 m bedragen;
    • 2. de bouwhoogte van palen en masten mag niet meer dan 3 m bedragen;
    • 3. in overige gevallen mag de bouwhoogte niet meer dan 2,5 m bedragen.
12.3 Afwijken van de bouwregels
12.3.1 Afwijking

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:

  • a. 12.2.2 onder h ten behoeve van een afwijkende dakvorm, met dien verstande dat het bebouwingsbeeld daardoor niet onevenredig wordt aangetast;
  • b. 12.2.2 onder j en l3 in die zin dat de afstand van een gebouw tot de perceelgrens minder bedraagt dan 3 m, met dien verstande dat geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.