direct naar inhoud van 3.3 Gemeentelijk beleid
Plan: ELSPEET DORP 2011
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0302.BP01067-vg02

3.3 Gemeentelijk beleid

3.3.1 Woonvisie

In 2003 heeft de gemeente Nunspeet de Woonvisie Nunspeet 2003-2015 vastgesteld. Tussen 2003 en heden hebben de ontwikkelingen niet stil gestaan, noch op de woningmarkt, noch in beleidstermen. Het nieuwe gemeentebestuur heeft zich in het Coalitieakkoord 2006-2010 uitgesproken voor een actualisatie van het woonbeleid. Op basis van een nieuwe woningmarktverkenning en van de actuele beleidsuitgangspunten, is de Woonvisie Nunspeet 2020 opgesteld.

De gemeente Nunspeet staat een beheerste groei van het aantal inwoners voor. De groei van de dorpen wordt naast demografische ontwikkelingen ook beperkt door planologische begrenzingen vanwege landschappelijke- en natuurwaarden én in de wens het dorpse en groene karakter van de gemeente te behouden. Het accent wordt in de gemeente gelegd op (jonge) gezinnen met het oog op een evenwichtige bevolkingsopbouw.

In Elspeet is plaats voor ongeveer 170 woningen. Deze worden gerealiseerd in een centrumdorps woonmilieu. Grootste locatie is Elspeet Noord. Daarnaast is ruimte voor woningen op het Vierde Kwadrant en Oranjehof. De invulling van de locaties in Elspeet dient aan te sluiten bij de karakteristieken van de omgeving en de historische agrarische structuur. Het programma in Elspeet sluit aan bij de wens om (aanstaande) Elspeetse gezinnen de kans te geven in Elspeet te blijven (of terug te keren). Dit vraagt om betaalbare woningen in de huur en koop, gecombineerd met enkele middeldure koop- en huurwoningen.

Conclusie ten aanzien van bestemmingsplan: dit bestemmingsplan is overwegend conserverend van aard, de realisatie van extra woningen wordt niet mogelijk gemaakt.

3.3.2 Welstandsnota

Het welstandsbeleid is opgenomen in de Welstandsnota gemeente Nunspeet (2004). De kern Elspeet is als deelgebied 9 opgenomen in de welstandsnota. Ten aanzien van de bebouwing van Elspeet is het behoud van het karakter van het historische dorpsgebied van groot belang voor de identiteit van het dorp als geheel. De karakteristieke verschijningsvorm, samenhang en sfeer zijn waardevol. Ingrepen die tot een verstoring van dit beeld leiden moeten worden vermeden. Het welstandsbeleid is gericht op behoud en waar nodig, versterking van de ruimtelijke karakteristiek. Deze komt vooral tot uitdrukking in de losse opstelling van de bebouwing, in het individuele en kleinschalige karakter van de panden enerzijds en in het samenhangende architectonische karakter van de gevels anderzijds. Verdichting en schaalvergroting, door het dynamische karakter van de centrumfunctie, is slechts in beperkte mate mogelijk. Van belang is dat bij beeldbepalende ruimtelijke veranderingen in het dorp, zoals aan de invalswegen, ingespeeld wordt op de karakteristieke kenmerken van het dorp. Nieuwbouw kan in principe alleen plaatsvinden als vervanging van bestaande woningen. De bouwactiviteiten in de woonwijken zullen voor het merendeel bestaan uit uitbreidingen van de woonruimte.

Het bestemmingsplan is in hoofdzaak conserverend. Perceelsgebonden ontwikkelingen moeten, indien nodig, aan de welstandsnota worden getoetst.

3.3.3 Integrale ruimtelijke toekomstvisie Nunspeet

In de Integrale toekomstvisie Nunspeet 2015 (vastgesteld op 15 april 2003) is het gemeentelijk ruimtelijk beleid op hoofdlijnen beschreven.

3.3.3.1 Ruimtelijke ontwikkeling

De toekomstige ontwikkeling van het dorp moet gericht zijn op een gevarieerd woon- en werkklimaat. De groei blijft in relatie met de dorpse eigenheid van de gemeente en wordt mede bepaald door de landschappelijke kwaliteiten. Er is grote aandacht voor de sociale samenhang onder de bevolking en het eigene van de streek. In de toekomstvisie wordt aan Elspeet (beperkte) uitbreidingsmogelijkheid geboden. Tussen 2003 en 2015 zullen er door middel van inbreiding 10 woningen worden gerealiseerd en 150 als gevolg van uitbreidingen (nieuwbouw). In onderstaande figuur is aangegeven hoe dat in Elspeet wordt vormgegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.0302.BP01067-vg02_0004.png"

Uitbreidingsmogelijkheden Elspeet 2003-2015 (integrale toekomstvisie Nunspeet 2015)

Het dorpscentrum van Elspeet functioneert voor de eigen bevolking en voor toeristisch recreatieve bezoekers als belangrijk centrumgebied. Deze functie van de brink als hart van het centrum in Elspeet wil de gemeente ook in de toekomst nadrukkelijk ondersteunen. De gemeente streeft voor de brink en omgeving een verbetering van de verblijfskwaliteit na. Het verplaatsen van het aan de brink gevestigde garagebedrijf kan hier een belangrijke rol in vervullen. Hiermee in samenhang wordt ernaar gestreefd de brink autoluw te maken en is er aandacht voor de historische kenmerken, de beeldkwaliteit en de functie als oriëntatie- en knooppunt in een netwerk van wandel- en fietsroutes. Om de brink autoluw te maken, is bij de ontwikkeling van een woonwijk in het vierde kwadrant in Elspeet een nieuwe rondweg voorzien.

Echter, inmiddels is gebleken dat de kans klein is dat de rondweg bij Elspeet aangelegd gaat worden. De plannen om de Brink autoluw te maken gaan daarom niet door.

Voor alle vormen van dorpsuitbreiding geldt dat er zorgvuldig moet worden omgesprongen met zowel de ruimtelijke kwaliteit van het dorp als dat van de door bos, heide en de agrarische sector gedomineerde omgeving. Voor stedelijke ontwikkelingen in Elspeet geldt dat er rekening wordt gehouden met de volgende (ruimtelijke) randvoorwaarden:

  • verstedelijkingscontour van het Centraal Veluws Natuurgebied (CVN);
  • historische structuur van de agrarische nederzetting;
  • aanwezige monumentale panden;
  • beeldkwaliteitsniveau van de huidige bebouwing;
  • kenmerkende groene kwaliteiten van het dorp;
  • waterneutraal bouwen.

Het bestemmingsplan past binnen de uitgangspunten en visie zoals verwoord in de integrale ruimtelijke toekomstvisie

3.3.3.2 Ontwikkelingen verblijfsrecreatie

De van oudsher ruim vertegenwoordigde verblijfsrecreatie verdient een kwaliteitsimpuls. Verbetering van de kwaliteit (bijvoorbeeld door investeringen in nieuw voor oud) is de voornaamste ambitie. Dat geldt voor recreatiebedrijven in alle kernen. Wanneer bedrijven naast kwaliteitsverbetering ook functieverbreding willen toepassen om synergie te behalen, bijvoorbeeld in de zin van een koppeling met de congresfunctie, benadert de gemeente dat in principe positief. Verplaatsing van een recreatiebedrijf naar een locatie waar de druk op de natuur minder groot is, past ook in het licht van de kwalitatieve doelstelling. Kwantitatieve groei van seizoens- en trekkersplaatsen is onder voorwaarden toelaatbaar als compensatie voor de economische gevolgen wanneer beleid van andere overheden krimp van de sector zouden opleggen. Belangrijkste voorwaarde is dat de recreatieve en landschappelijke waarden van de groene en stille omgeving hierbij gerespecteerd worden. Voor kwantitatieve groei van de voorraad recreatiewoningen is geen ruimte.

De stagnatie in bezoekersaantallen van de dag- en verblijfsrecreanten op de Veluwe vraagt om investeringen in de diepte (kwaliteit) en minder in de breedte (omvang). Bedrijven hebben de afgelopen jaren te weinig geïnvesteerd in hun voorzieningen ten opzichte van bedrijven in andere delen van het land. Er zijn te weinig aanpassingen gedaan aan de veranderingen in smaak van de huidige consument, zowel in de verblijven zelf als in de activiteiten en voorzieningen. Een kwaliteitsslag is noodzakelijk. Als er geen vernieuwingen plaatsvinden, mist Nunspeet de ‘concurrentieslag’ met andere toeristengebieden in Nederland en neigt de sector ertoe om ‘oubollig’ te worden. Stilstand is achteruitgang.

Om de recreatieve verbinding tussen Nunspeet en het water te herstellen, wordt ingezet op opwaardering van bestaande verblijfsrecreatieve voorzieningen aan (of in) het Veluwemeer onder de noemer ‘Nunspeet aan Zee’. Het gebied tussen de kern Nunspeet en de watersportfaciliteiten biedt aanknopingspunten voor extensieve toeristisch-recreatieve ontwikkeling. In deze verbindingszone is ruimte voor herhuisvesting van verblijfsrecreatieve voorzieningen uit het CVN, extensieve bebouwing en de ontwikkeling van wandel- en fietspaden, mits deze ontwikkeling geen grote aantasting van de natuur- en landschapswaarden veroorzaken.

3.3.3.3 Uitgangspunten verblijfsrecreatie

De gemeente staat een kwaliteitsslag in de verblijfsrecreatie voor, waarbij zij medewerking verleent aan particuliere initiatieven ten aanzien van verbeterde verblijfsaccommodaties en bedrijfsverplaatsing binnen de kaders van het groei- en krimpbeleid. Verstening en/of uitbreiding van bestaande kampeer- en standplaatsen in het CVN wordt uitgesloten en ruimte wordt geboden voor nieuwe ontwikkeling in de overgangszone. In het kader van plattelandsvernieuwing wordt zowel in het weidegebied als de agrarische enclave medewerking verleend aan ontwikkeling van kleinschalige recreatieve (neven)activiteiten, onder voorwaarde dat de agrarische sector en de natuurwaarden daar geen bijzondere schade van ondervinden. Kwantitatief betekent dit: vergroting van de omvang van het huidige aanbod aan overnachtingsplaatsen in de gemeente. Deze uitgangspunten hebben hun vertaling gekregen in dit bestemmingsplan.

3.3.3.4 Functieverandering agrarische bedrijven

In het kader van het bestemmingsplan Buitengebied is beleid opgesteld met betrekking tot functieveranderingen voor agrarische bedrijven. Het bestemmingsplan Buitengebied is, samen met de Notitie ruimtelijke kwaliteit functieverandering agrarische bebouwing naar wonen, op 31 mei 20102 door de gemeenteraad vastgesteld. In bijlage 1 is het beleidstuk opgenomen. Kort gezegd is het beleid ingegeven door het volgende.

Nunspeet kent een bloeiende agrarische sector die net als in andere gemeenten te maken heeft met allerlei ontwikkelingen. Schaalvergroting in de landbouw gaat door, boeren moeten voldoen aan landelijke en Europese regelgeving en moeten steeds vaker concurreren op de wereldmarkt. Daarnaast speelt ook vergrijzing een rol.

Om daarop te anticiperen, zoekt de gemeente samen met stoppende boeren naar oplossingen en alternatieven. Dit betekent dat er ruimte wordt geboden voor functieverandering.

De gemeente wil de functieverandering faciliteren met mogelijkheden in het bestemmingsplan. Onder voorwaarden, gesteld in de betreffende regels, kan de agrarische bestemming worden gewijzigd. De beleidsnotitie gaat in op functieverandering naar wonen. Daarbij wordt met name aandacht gegeven aan de landschappelijke inpassing en inrichting. De notitie geeft de uitgangspunten en randvoorwaarden aan voor het ruimtelijk ontwerp van landschap, erf en bebouwing en laat zien hoe met functieverandering de ruimtelijke kwaliteit en het landschap ter plekke versterkt kunnen worden.

3.3.4 Conclusie gemeentelijk beleid

Het bestemmingsplan is in overeenstemming met het gemeentelijk beleid. Er is in dit bestemmingsplan rekening gehouden met de beleidsuitgangspunten vanuit de integrale ruimtelijke ontwikkelingsvisie. Het bestemmingsplan heeft een conserverend karakter en heeft uitsluitend betrekking op de bestaande bebouwing van het plangebied.