direct naar inhoud van Artikel 14 Wonen
Plan: ELSPEET DORP 2011
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0302.BP01067-vg02

Artikel 14 Wonen

14.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het wonen en in samenhang daarmee voor met een aan-huis-verbonden beroep en/of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, al dan niet in combinatie met een praktijkruimte, ter plaatse van de aanduiding:
  • b. een bedrijfsmatige opslag, ter plaatse van de aanduiding:
    verbeelding   aanduiding   omschrijving  
    prr   'praktijkruimte'   praktijkruimte  
    op   'opslag'   bedrijfsmatige opslag  
  • c. recreatiewoningen, ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning', met dien verstande dat per aanduidingsvlak ten hoogste één recreatiewoning is toegestaan;

met bij een en ander behorende gebouwen en voorzieningen zoals wegen, paden, bermen, tuinen, parkeervoorzieningen, waterhuishoudkundige voorzieningen en bijbehorende bouwwerken en andere bouwwerken, zoals palen, masten, verkeers-, reclame- en andere tekens, kunstwerken, technische installaties en terreinafscheidingen.

14.2 Bouwregels
14.2.1 Bouwen

Op de voor 'Wonen' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

14.2.2 Eisen

Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in sublid 14.2.1 gelden de volgende eisen:

  • a. hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen bouwvlakken worden gebouwd;
  • b. ter plaatse van de aanduidingen:

verbeelding   aanduiding   omschrijving  
aeg   'aaneengebouwd'   aaneengebouwde woningen  
tae   'twee-aan-een'   ten hoogste twee-aan-een gebouwde woningen  
vrij   'vrijstaand'   vrijstaande woningen  

mogen hoofdgebouwen uitsluitend zoals omschreven worden gebouwd;

  • c. een recreatiewoning mag uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning' worden gebouwd, met dien verstande dat bij een recreatiewoning geen bijbehorende bouwwerken gebouwd mogen worden;
  • d. de afstand van de niet-aaneengebouwde zijden van vrijstaande en twee-onder-eenkap hoofdgebouwen tot de zijdelingse perceelsgrens bedraagt tenminste 3 m;
  • e. de goot- en bouwhoogte van hoofdgebouwen mogen niet meer bedragen dan de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' aangegeven hoogte;
  • f. de goot- en bouwhoogte van recreatiewoningen mogen niet meer bedragen dan de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' aangegeven hoogte;
  • g. de goothoogte en bouwhoogte van bijbehorende bouwwerken en andere bouwwerken mogen niet meer bedragen dan hierna is aangegeven:
bouwwerken   maximale goothoogte   maximale bouwhoogte  
bijbehorende bouwwerken:   3,50 m   5 m  
pergola's:   -   3 m  
vlaggenmasten:   -   6 m  
erf- en terreinafscheidingen vóór de voorgevel van een woning   -   1 m  
overig erf- en terreinafscheidingen en overige andere bouwwerken:   -   2 m  

  • h. bijbehorende bouwwerken mogen uitsluitend op ten minste 3 m achter de voorgevel van de betreffende woning worden gebouwd;
  • i. van de bij een hoofdgebouw behorende gronden als bedoeld in artikel 14.1, niet meegerekend die binnen het bouwvlak, mag ten hoogste 50% worden bebouwd;
  • j. de gezamenlijke oppervlakte van bijbehorende bouwwerken buiten het bouwvlak mag per hoofdgebouw niet meer dan 60 m² bedragen, tenzij de bestaande (legaal aanwezige) gezamenlijke oppervlakte groter is, in welk geval de gezamenlijke oppervlakte ten hoogste de bestaande oppervlakte mag bedragen, onverminderd het bepaalde onder i.
  • k. ter plaatse van de aanduiding 'verblijfsrecreatie' mag bij de recreatiewoningen op de percelen met de adressen Sluiterweg 8b en Vierhouterweg 27 per recreatiewoning één bijbehorend bouwwerk worden gebouwd waarvoor de volgende regels gelden:
    • 1. de oppervlakte van een bijbehorend bouwwerk bedraagt maximaal 6 m²;
    • 2. de bouwhoogte van een bijbehorend bouwwerken bedraagt maximaal 3 m.
14.3 Afwijken van de bouwregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:

  • a. lid 14.2.2 onder d ten behoeve van het bouwen tot aan de zijdelingse perceelgrens, mits:
    • 1. het woongenot van de naaste buren niet onevenredig wordt aangetast;
    • 2. het bebouwingsbeeld niet onevenredig wordt aangetast;
  • b. lid 14.2.2 onder g ten behoeve van het bouwen van bijbehorende bouwwerken aan hoofdgebouwen tot de goothoogte van het betreffende hoofdgebouw, mits:
    • 1. het woongenot van de naaste buren niet onevenredig wordt aangetast;
    • 2. het bebouwingsbeeld niet onevenredig wordt aangetast;
  • c. lid 14.2.2 onder i en j ten behoeve van het bouwen van een praktijkruimte, als gebouw bij een hoofdgebouw, met dien verstande dat:
    • 1. de gezamenlijke oppervlakte van de praktijkruimten niet meer mag bedragen dan 50% van de gezamenlijke oppervlakte van de het hoofdgebouw en de bijbehorende gebouwen, tot ten hoogste 75 m2;
    • 2. de goothoogte en de bouwhoogte van de praktijkruimte niet meer mag bedragen dan respectievelijk 3,5 m en 5 m.
  • d. lid 14.2.2 onder i en j ten behoeve van het bouwen van bijbehorende bouwwerken tot een gezamenlijke oppervlakte van 75 m2, mits de oppervlakte van de bij het betreffende hoofdgebouw behorende gronden meer dan 600 m2 bedraagt, in welk geval het vereiste dat 50% van de oppervlakte van het erf onbebouwd moet blijven vervalt.
14.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een met het bestemmingsplan strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van gronden en bouwwerken voor detailhandel;
  • b. het gebruik van een woning en de daarbijbehorende bijbehorende bouwwerken voor een aan huis verbonden beroep en/of kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, met dien verstande dat dit is toegestaan indien:
    • 1. ten hoogste 40% van de gezamenlijke oppervlakte van de woning met de daarbijbehorende bijbehorende bouwwerken wordt gebruikt ten behoeve van het aan huis verbonden beroep en/of de kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, mits deze gezamenlijke oppervlakte niet meer bedraagt dan 50 m²,
    • 2. de uitstraling als woning intact blijft;
    • 3. het gebruik geen nadelige gevolgen heeft voor het woon- en leefmilieu;
    • 4. het gebruik geen nadelige gevolgen heeft op de normale ontwikkeling van het verkeer en geen nadelige toename van de parkeerbehoefte veroorzaakt;
    • 5. geen detailhandel wordt uitgeoefend;
    • 6. geen sprake is van reclame-uitingen en buitenopslag;
  • c. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken ten behoeve van bewoning;
  • d. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van verblijfsrecreatieve doeleinden, met uitzondering van de recreatiewoningen voorzover aangeduid en met uitzondering van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'verblijfsrecreatie', in welk geval de gronden ten behoeve van een op hetzelfde perceel aangeduide recreatiewoning mogen worden gebruikt, met dien verstande dat de gronden niet mogen worden gebruikt als standplaats voor kampeermiddelen;
  • e. het gebruik van een woning ten behoeve van de huisvesting van een tweede of derde huishouden.
14.5 Afwijken van de gebruiksregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:

  • a. lid 14.4 onder c ten behoeve van mantelzorg in een vrijstaand bijbehorend bouwwerk of een aparte unit bij een woning, met dien verstande dat:
    • 1. de zorgbehoefte objectief aannemelijk is gemaakt;
    • 2. verzekerd is dat na beëindiging van de mantelzorg het bijbehorend bouwwerk ongeschikt wordt gemaakt voor bewoning ten behoeve waarvan een overeenkomst wordt gesloten;
    • 3. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de verkeerssituatie en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • b. lid 14.4 onder d ten behoeve van bed & breakfast, met dien verstande dat:
    • 1. bed & breakfast uitsluitend mag plaatsvinden in een legaal aanwezige woning, waarbij geldt dat ook de deel van een (voormalige) boerderij wordt geacht deel uit te maken van de woning;
    • 2. de gezamenlijke oppervlakte voor bed & breakfast niet meer mag bedragen dan 40% van de gebruiksoppervlakte van de woning en tevens niet meer dan 120 m², waarbij onder de oppervlakte voor bed & breakfast worden begrepen:
      • slaapkamers;
      • bad-, douche- en toiletruimten, die niet gedeeld worden met bewoners;
      • een gemeenschappelijke ruimte van niet meer dan 30 m2;
    • 3. niet meer dan vier slaapkamers met elk maximaal twee bedden (exclusief kinderbedjes) zijn toegestaan;
    • 4. een kookvoorziening niet is toegestaan;
    • 5. de maximum verblijfsduur per recreant niet meer dan tien dagen achtereen mag bedragen;
    • 6. het gebruik ten behoeve van bed & breakfast geen onevenredige afbreuk mag doen aan:
      • de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
      • de ontwikkelingsmogelijkheden van nabij gelegen bedrijven;
      • het straatbeeld;
      • de verkeersveiligheid;
    • 7. parkeervoorzieningen op eigen terrein moeten worden gerealiseerd, waarbij geldt dat het aantal parkeerplaatsen ten minste gelijk niet zijn aan het aantal slaapkamers dat voor bed & breakfast wordt aangewend;
    • 8. bed & breakfast uitsluitend mag worden geëxploiteerd door de bewoner(s) van de woning;
    • 9. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de verkeerssituatie en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • c. lid 14.4 onder e in die zin dat een woning wordt gebruikt voor meer dan één huishouden ten behoeve van inwoning, met dien verstande dat:
    • 1. deze afwijking uitsluitend wordt toegepast ten behoeve van de huisvesting van een tweede of derde (huishouden van een) persoon;
    • 2. de bestaande bouwmassa van de woning niet wordt vergroot en er geen sprake is van splitsing in meerdere woningen;
    • 3. er sprake blijft van één hoofdtoegang en één aansluiting op de verschillende nutsvoorzieningen en er geen toename van het aantal inritten naar het perceel plaatsvindt;
    • 4. er geen sprake is van kadastrale splitsing van het perceel.