Plan: | BUITENGEBIED 2010 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0302.BP01045-vg04 |
In het buitengebied van Nunspeet neemt het aantal niet-agrarische bedrijfsactiviteiten toe. Veel van deze bedrijvigheid ontstaat in vrijkomende agrarische bedrijfsbebouwing of als een nevenactiviteit bij een agrarisch bedrijf.
De bestaande en legaal tot stand gekomen niet-agrarische bedrijven zijn positief bestemd. Het gaat dan om de bedrijven die in het vigerende bestemmingsplan "Buitengebied" ook een bedrijfsbestemming hadden en/of die voorkomen op de gemeentelijke vergunningenlijst en van voldoende omvang zijn om een bedrijfsbestemming te rechtvaardigen.
Deze bedrijven hebben een passende regeling gekregen, dus of via de bedrijfsbestemming of via een nadere regeling in de woonbestemming (bij de kleinschalige bedrijvigheid). Er is binnen de bestemming "Bedrijf" gekozen voor het toestaan van bedrijven van de lichtste milieucategorieën, dus typen bedrijvigheid uit de milieucategorieën 1 en 2 van de VNG-bedrijvenlijst. In deze lijst is een selectie gemaakt omdat ook van deze lichtste categorieën niet alle bedrijven wenselijk zijn in het buitengebied. Dit heeft bijvoorbeeld te maken met de verkeersaantrekkende werking of de grote buitenopslag van deze bedrijven. Geluidszoneringsplichtige of risicovolle bedrijven zijn uitgesloten.
Binnen een aantal van de bestemmingsvlakken voor bedrijven zijn lpg-stations gevestigd. In verband met de veiligheidszoneringen zijn de vulpunten, reservoirs en afleverzuil van deze tankstations op de verbeelding aangeduid, samen met de bijbehorende aanduidingen voor de veiligheidszones rond deze voorzieningen.
Specifieke bedrijvigheid die aan het buitengebied gebonden is, zoals loonbedrijven, zijn bestemd via de bestemming “Bedrijf – Buitengebied gerelateerd”. Daarbij wordt opgemerkt dat grondverzetbedrijven niet zijn toegestaan, tenzij deze een duidelijk ondergeschikt karakter hebben, wat tot uiting komt in de aard en de intensiteit van de werkzaamheden.
In de planregels is voor deze bestemmingen een afwijking van de bouwregels opgenomen die het mogelijk maakt om de oppervlakte bedrijfsbebouwing te vergroten. De maximale oppervlakte waarmee uitgebreid mag worden, verschilt per gebied. Bedrijven in de EHS of in waardevolle gebieden mogen minder uitbreiden om hiermee te bevorderen dat ze gaan verplaatsen.
De uitbreiding moet vanuit bedrijfseconomische redenen noodzakelijk zijn. Dit moet door de ondernemer worden aangetoond. Ook moet op eigen terrein worden voorzien in eventuele benodigde parkeergelegenheid.
Wanneer de ondernemer een ander type bedrijf op wil zetten, dan dient het bestemmingsplan gewijzigd te worden ten behoeve van een qua milieubelasting vergelijkbare bedrijfsactiviteit of - bij voorkeur - een lichtere vorm van bedrijvigheid.
Andere niet-agrarische bedrijvigheid die voorkomt in het buitengebied zijn de horecabedrijven, recreatiebedrijven (zie bestemmingsplan Recreatieterreinen 2010), detailhandel, tuincentra en maatschappelijke voorzieningen. De horecabedrijven hebben de bestemming "Horeca" gekregen. De detailhandelsbedrijven hebben vanwege hun vaak grote verkeersaantrekkende werking een bestemming "Detailhandel" gekregen. De maatschappelijke voorzieningen, zoals scholen, kerken en buurthuizen zijn via de bestemming "Maatschappelijk" bestemd.
Voor kleinschalige vormen van bedrijvigheid bij de woonfunctie wordt verwezen naar de paragraaf 6.21 over wonen.