Plan: | BUITENGEBIED 2010 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0302.BP01045-vg04 |
Het buitengebied van Nunspeet is van oudsher een agrarisch productiegebied, variërend van bosbouw en schaapskuddes op de Veluwe, tot intensieve veeteelt, melkveehouderij en akkerbouw in de agrarische enclaves, de overgangszone en het weidegebied. De landbouw is de afgelopen decennia sterk van karakter veranderd maar blijft, met uitzondering van het aaneengesloten bosgebied van de Veluwe, de belangrijkste ruimtegebruiker in het buitengebied. Voor het beheer van het buitengebied en behoud van landschappelijke waarden is voortzetting van agrarische activiteiten van groot belang. De landbouw levert tenslotte een belangrijke bijdrage aan natuur en landschapsbeheer. Anderzijds zijn schaalvergroting en ruilverkaveling vaak economisch noodzakelijk, maar kunnen ze leiden tot aantasting van de oorspronkelijke landschapsstructuur en een bedreiging vormen voor biodiversiteit in een gebied.
Nunspeet maakt onderdeel uit van het reconstructiegebied Veluwe (zie ook hoofdstuk 2). In het Reconstructieplan zijn binnen de gemeente extensiveringsgebieden (het CVN, met uitzondering van Elspeet en een gedeelte van de overgangszone) en verwevingsgebieden (overgangszone, enclave Elspeet en weidegebied) aangewezen. Landbouwontwikkelingsgebied of sterlocaties komen binnen de gemeente niet voor.
(Bron: Landschapsontwikkelingsplan Nunspeet)
Grondgebruik
NGE | 0-5 | 5-35 | 35-70 | >70 | Totaal |
Elspeet | 1 | 39 | 21 | 16 | 77 |
Nunspeet | 3 | 18 | 19 | 31 | 71 |
Vierhouten | 0 | 1 | 1 | 0 | 2 |
Hulshorst | 2 | 12 | 14 | 9 | 37 |
Totaal | 6 | 70 | 55 | 56 | 187 |
Tabel: Aantal veehouderijbedrijven gemeente Nunspeet
Ongeveer 33% van de bedrijven kan worden aangemerkt als volwaardig gezinsbedrijf. De verwachting is dat deze bedrijven verder zullen groeien in bedrijfsomvang. Het percentage bedrijven dat kan worden aangemerkt als parttimer bedraagt eveneens circa 33%, evenals het percentage hobbyboeren.
Op basis van de aanvragen die worden gedaan voor functieverandering van agrarische bedrijvigheid naar wonen (circa 30 stuks), is de verwachting dat binnen de planperiode een aantal bedrijven zal stoppen vanwege bedrijfseconomische redenen. Daarnaast zal een deel van de bedrijven stoppen omdat ze niet kunnen voldoen aan de eisen die tegenwoordig aan stallen worden gesteld. Omdat een groot deel van de functieveranderingen intensieve bedrijven betreft, zal het aandeel intensieve veehouderij tijdens de planperiode kleiner worden ten opzichte van de melkveehouderij.