direct naar inhoud van 1.4 Milieueffectrapportage (Plan-mer)
Plan: BUITENGEBIED 2010
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0302.BP01045-vg04

1.4 Milieueffectrapportage (Plan-mer)

Sinds september 2006 is de Europese richtlijn voor de Strategische Milieubeoordeling doorvertaald in de Nederlandse wetgeving. De Wet milieubeheer en het Besluit milieueffectrapportage zijn daarmee aangepast op de Europese wetgeving. Dit kan in een aantal gevallen grote gevolgen hebben voor ruimtelijke plannen, plannen die in het verleden niet merplichtig waren moeten nu soms een procedure voor een plan-mer doorlopen.

Het doel van de nieuwe regelgeving is om in een vroeg stadium en op strategisch niveau het 'milieu' in plannen en besluiten over die plannen te betrekken. De doorvertaling van deze Europese richtlijn houdt in dat voor wettelijk of bestuursrechtelijk verplichte plannen een plan-mer moet worden opgesteld.

Het gaat dan om de volgende plannen:

  • Plannen die het kader vormen voor toekomstige projectmer(beoordelings)plichtige activiteiten, zoals bedoeld in onderdeel C en D van het Besluit milieueffectrapportage 1994.

En/of:

  • Plannen waarvoor een passende beoordeling nodig is op grond van artikel 19f, lid 1 van de Natuurbeschermingswet.

Een plan-mer moet dus worden gemaakt voor elk plan dat het kader vormt voor mogelijke mer(beoordelings)plichtige activiteiten zoals de ontwikkeling van agrarische bedrijven. Dat kaderstellende karakter moet - volgens de commissie mer - in de breedste zin van het woord worden opgevat: dus uitgaan van de maximale mogelijkheden die een plan in theorie biedt.

Ook moet een initiatiefnemer een plan-mer maken wanneer een passende beoordeling ten aanzien van een Natura 2000-gebied noodzakelijk is. Het gaat om plannen die significante effecten kunnen hebben op een Natura 2000-gebied.

Voor het buitengebied van Nunspeet geldt dat er mogelijkheden voor een aantal mer(beoordelings)plichtige activiteiten in het bestemmingsplan zijn opgenomen. Het plan biedt bijvoorbeeld de mogelijkheid tot groei van de intensieve veehouderij (alleen mogelijk via afwijking). Het plangebied ligt te midden van natuurgebieden, die op grond van de Natuurbeschermingswet zijn aangewezen als Natura 2000-gebied.

De milieueffectrapportage gaat in op deze onderwerpen en toetst de ontwikkelingen die het bestemmingsplan mogelijk maakt aan de milieueffecten. In paragraaf 4.2 van deze toelichting zijn de belangrijkste conclusies uit de milieueffectrapportage verwoord en is een verantwoording opgenomen over de wijze waarop de milieueffectrapportage is verwerkt in het bestemmingsplan. Het volledige milieueffectrapport wordt samen met het bestemmingsplan ter inzage gelegd.