direct naar inhoud van Artikel 17 Sport
Plan: BUITENGEBIED 2010
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0302.BP01045-vg04

Artikel 17 Sport

17.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ' Sport ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. de volgende vormen van sportvoorzieningen op de bestemmingsvlakken van de onderstaande adressen:

adres   toegestane sportvoorziening  
Uddelerweg 96-100   sportvelden  
Nunspeterweg 66, Vierhouten   tennis  
't Frusselt 1, Vierhouten   sportvelden  

  • b. landschappelijke inpassing en/of afschermend groen;

met daarbijbehorende gebouwen, geen bedrijfswoningen zijnde, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, andere werken, terreinen, groen- en parkeervoorzieningen.

17.2 Bouwregels

Op de voor ' Sport ' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

17.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van een gebouw gelden de volgende regels:

  • a. gebouwen mogen niet dichter bij de weg worden gesitueerd dan het dichtst bij de weg gelegen gebouw;
  • b. de gezamenlijke oppervlakte mag bij onderstaande adressen niet meer bedragen dan de daarbij vermelde oppervlakte:

adres   maximale oppervlakte in m2  
Uddelerweg 96-100   2.128  
Nunspeterweg 66, Vierhouten   125  
't Frusselt 1, Vierhouten   125  

  • c. de goothoogte mag niet meer dan 4 m bedragen, tenzij de bestaande goothoogte hoger is, in welk geval de goothoogte ten hoogste de bestaande goothoogte mag bedragen;
  • d. de bouwhoogte mag niet meer dan 8 m bedragen, tenzij de bestaande bouwhoogte hoger is, in welk geval de bouwhoogte ten hoogste de bestaande bouwhoogte mag bedragen;
  • e. de dakhelling mag niet minder dan 15° bedragen, met dien verstande dat:
    • 1. voor een oppervlakte van ten hoogste 100 m2 de dakhelling 0° mag bedragen;
    • 2. indien de bestaande dakhelling lager is, de dakhelling ten minste de bestaande dakhelling mag bedragen;
  • f. de afstand tot de perceelgrens moet ten minste 3 m bedragen.
17.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van een bouwwerk, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van palen en masten mag niet meer dan 6 m bedragen;
  • b. de bouwhoogte van ballenvangers mag niet meer dan 10 m bedragen,
  • c. in overige gevallen mag de bouwhoogte niet meer dan 6 m bedragen.
17.3 Afwijken van de bouwregels
17.3.1 Afwijking

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in

  • a. 17.2.1 onder a in die zin dat een gebouw dichter naar de weg wordt gebouwd dan het dichtst bij de weg gelegen gebouw, met dien verstande dat:
    • 1. dit stedenbouwkundig aanvaardbaar is;
    • 2. uit overleg met de wegbeheerder blijkt dat daartegen uit hoofde van het wegbeheer, de verkeersveiligheid daaronder begrepen, geen bezwaar bestaat;
    • 3. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • b. 17.2.1 onder b ten behoeve van een grotere oppervlakte, met dien verstande dat:
    • 1. de vergroting niet meer mag bedragen dan:
      • 10% van de in 17.2.1onder b genoemde maximale oppervlakte bebouwing, indien de in 17.2.1onder b genoemde maximale oppervlakte bebouwing meer dan 500 m² bedraagt, tot een maximale gezamenlijke oppervlakte van 1.000 m² dan wel tot een maximale gezamenlijke oppervlakte van 750 m² voor bedrijven gelegen in de dubbelbestemming 'Waarde - Randmeerkust' en/of de aanduiding 'ehs';
      • 20% van de in 17.2.1onder b genoemde maximale oppervlakte bebouwing, indien de in 17.2.1onder b genoemde maximale oppervlakte bebouwing minder dan 500 m² bedraagt, tot een maximale gezamenlijke oppervlakte van 500 m², dan wel tot een maximale gezamenlijke oppervlakte van 375 m² voor bedrijven gelegen in de dubbelbestemming 'Waarde - Randmeerkust' en/of de aanduiding 'ehs';
      • 30% van de in 17.2.1onder b genoemde maximale oppervlakte bebouwing indien sprake is van bedrijven die zich richten op recreatie en/of zorg;
    • 2. de maatschappelijke noodzaak moet zijn aangetoond;
    • 3. moet zijn aangetoond dat voldoende parkeermogelijkheden op het eigen terrein aanwezig zijn;
    • 4. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de verkeersveiligheid, de woonsituatie en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • c. 17.2.2 onder a ten behoeve van een hogere bouwhoogte van palen en masten tot ten hoogste 18 m met dien verstande dat:
    • 1. noodzaak is aangetoond;
    • 2. lichthinder en lichtvervuiling tot een minimum wordt beperkt;
    • 3. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de natuurlijke, landschappelijke en cultuurhistorische waarden, de woonsituatie en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.