direct naar inhoud van Artikel 15 Recreatie - Recreatiewoning
Plan: BUITENGEBIED 2010
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0302.BP01045-vg04

Artikel 15 Recreatie - Recreatiewoning

15.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ' Recreatie - Recreatiewoning ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het recreëren in een recreatiewoning;
  • b. landschappelijke inpassing en/of erfbeplanting;
  • c. vakantieappartementen, ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van recreatie - vakantieappartement";
  • d. het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de cultuurhistorische waarde, ter plaatse van de aanduiding "cultuurhistorische waarden";

met daarbijbehorende gebouwen, bijbehorende bouwwerken, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, andere werken, tuinen, erven, groen- en parkeervoorzieningen.

15.2 Bouwregels

Op de voor ' Recreatie - Recreatiewoning ' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

15.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van een gebouw gelden de volgende regels:

  • a. per bestemmingsvlak mag niet meer dan 1 recreatiewoning worden gebouwd;
  • b. een recreatiewoning mag niet dichter bij de weg worden gesitueerd dan de bestaande recreatiewoning;
  • c. er mogen geen kelders worden gebouwd;
  • d. de oppervlakte van een recreatiewoning mag niet meer dan 75 m2 bedragen, tenzij de bestaande oppervlakte groter is, in welk geval de gezamenlijke oppervlakte ten hoogste de bestaande oppervlakte mag bedragen;
  • e. de inhoud mag niet meer dan 300 m3 bedragen, tenzij de bestaande inhoud groter is, in welk geval de inhoud ten hoogste de bestaande inhoud mag bedragen;
  • f. de oppervlakte van een vakantieappartement mag niet meer dan 174 m² bedragen;
  • g. de goothoogte mag niet meer dan 4 m bedragen, tenzij de bestaande goothoogte hoger is, in welk geval de goothoogte ten hoogste de bestaande goothoogte mag bedragen;
  • h. de bouwhoogte mag niet meer dan 7 m bedragen, tenzij de bestaande bouwhoogte hoger is, in welk geval de bouwhoogte ten hoogste de bestaande bouwhoogte mag bedragen;
  • i. de dakhelling mag niet minder dan 15° bedragen, tenzij de bestaande dakhelling lager is, in welk geval de dakhelling ten minste de bestaande dakhelling mag bedragen;
  • j. kelders mogen uitsluitend worden gerealiseerd loodrecht onder de recreatiewoning tot een diepte van niet meer dan 3 m;
  • k. de afstand tot de perceelgrens moet ten minste 3 m bedragen.
15.2.2 Bijbehorende bouwwerken

Voor het bouwen van een bijbehorend bouwwerk bij een recreatiewoning gelden de volgende regels:

  • a. de gezamenlijke oppervlakte van bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 9 m2;
  • b. de bouwhoogte van een bijbehorend bouwwerk mag niet meer bedragen dan 4 m;
  • c. de afstand tot de perceelgrens moet ten minste 3 m bedragen.
15.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van een bouwwerk, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:

  • a. indien zij vóór de voorgevel of een naar de weg gekeerde zijgevel van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan worden opgericht mag de bouwhoogte niet meer dan 1 m bedragen;
  • b. de bouwhoogte van palen en masten mag niet meer dan 3 m bedragen;
  • c. in overige gevallen mag de bouwhoogte niet meer dan 2,5 m bedragen.
15.3 Afwijken van de bouwregels
15.3.1 Afwijking

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:

  • a. 15.2.1 onder i ten behoeve van een afwijkende dakvorm, met dien verstande dat het bebouwingsbeeld daardoor niet onevenredig wordt aangetast;
  • b. 15.2.1 onder k en 15.2.2 onder d in die zin dat de afstand van een gebouw tot de perceelgrens minder bedraagt dan 3 m, met dien verstande dat geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.