Plan: | STAKENBERGWEG 191-202 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0302.BP01035-vg02 |
Landschappelijke inpassing in groter verband
Met de inrichting van de terreinen en de situering van de nieuwe gebouwen wordt in eerste instantie ingespeeld op het geomorfologische kenmerken van de locatie en het verloop van de Stakenbergweg.
Met behulp van het afgraven van de bovenlaag van het maaiveld ter plaatse van nummers 198 en 202 wordt de oorspronkelijke laagte in het terrein zichtbaar gemaakt. In de binnenbocht van de Stakenbergweg ligt het laagste punt, waar het regenwater van daken en verharding wordt opgevangen. De overstort is naar de duiker onder de Stakenbergweg. Deze laagte zorgt naast het visueel effect voor het langzaam infiltreren van het regenwater in de bodem. Op deze manier wordt het regenwater in het gebied behouden, wordt het niet snel afgevoerd en kan het bijdragen aan enige verhoging van de grondwaterstand, hetgeen het waterschap en de provincie nastreven. Hierover is in oktober 2009 overleg gevoerd met het Waterschap Veluwe.
De onverharde weg ten noorden van perceel Stakenbergweg 195/197, die een verbinding vormde tussen de Stakenbergweg en het onverharde pad langs de gemeentegrens, komt naar verwachting te vervallen. In de buitenbocht ligt de oorspronkelijke poel, waarlangs enkele eiken staan. De aanplant van eiken heeft zijn vervolg op het aangrenzende terrein van nummer 195/197 en langs de kavelgrenzen van dit perceel.
De bebouwing die de te slopen stallen van nummers 198 en 202 compenseren wordt gebouwd op de hoge zijden van de laagte. Dat wil zeggen ter plaatse van de huidige schuren. Vanwege de bocht in de Stakenbergweg en het directe zicht op de huidige stallen en de mogelijke toekomstige woningen met tuinen wordt de voorkeur gegeven aan concentratie van nieuwe woningen ter plaatse van de huidige stal achter Stakenbergweg 202. De exacte situering van de woongebouwen geschiedt zodanig dat de hoogteverschillen in het maaiveld benadrukt worden. Bebouwing in de tuinen worden geweerd. Hiertoe krijgen de schuren en garages enige overmaat. Bovendien worden de schuren per erf zoveel mogelijk gebundeld om zo het aantal gebouwen te beperken.
Doordat de bebouwing geconcentreerd wordt achter 202 wordt de gewenste ontstening visueel zichtbaar. Ruim 2000 m2 aan bebouwing bij nummer 198 verdwijnt en wordt gecompenseerd door twee woongebouwen met een gezamenlijke oppervlakte van circa 250 m2. De nieuwe woningen komen ter plaatse van de huidige grote stal achter 202. De bestaande hoge bomen achter deze stal vormen het decor van de nieuwe woningen en zullen zorgen voor een passende schaal en maatvoering. De bebouwde oppervlakte blijft hier nagenoeg gelijk.
Landschappelijke inpassing per kavel
Op het perceel Stakenbergweg 191 worden twee geschakelde woningen parallel aan de Stakenbergweg gesitueerd. Bovendien zorgt de relatief grote afstand van de rooilijn tot aan de rijweg voor verzachting van de massa in het ruimtelijk beeld. Langs de rijweg worden zes fruitbomen geplant en langs de oprit 2 bomen van de eerste orde.
De inrit naar het perceel Stakenbergweg 195/197 wordt verlegd van de zandweg langs de gemeentegrens naar de Stakenbergweg, nabij perceel 191. De nieuwe gebouwen staan samen met de bestaande schuur rondom een hofje. Langs de perceelgrenzen staan eiken en langs het fietspad staat een haag met losse meidoorns. Aan de westzijde staan al grote volwassen bomen en aan de oostzijde worden ze aangeplant. Ten noorden van dit perceel wordt ter plaatse van de oorspronkelijke zandweg aangesloten bij de bestaande poel en worden eiken en elzen aangeplant. Zo ontstaat in de buitenbocht een duidelijk bosje die daarmee ook de bocht ruimtelijk markeert en verwijst naar de geomorfologische laagte in dit terrein. Op de achtertuin in het zuiden worden 8 fruitbomen aangeplant, passend bij de boerenerven.
Op het perceel Stakenbergweg 198 wordt de oorspronkelijke woning herbouwd, waarbij een groot vloeroppervlakte en een fors volume aan gebouw aangehouden wordt. Bovendien staat hier een twee-onder-éénkapper. Deze woningen met tuinen staan op enige afstand van de zelfstandige woning, zodat een ruime zichtlijn vanaf de Stakenbergweg te zien is naar de achterliggende agrarische gronden. Hier liggen paardenweiden. Zo ontstaat hier licht en ruimte, hetgeen in de bestaande situatie sterk gemist wordt.
Het bestaande bosje bij de te herbouwen woning wordt behouden. Bij de situering van de nieuwe woning met tuin wordt hierop ingespeeld. De bestaande populierensingel in de binnenbocht van de rijweg wordt gekapt en gecompenseerd met de aanplant van eiken. Het zicht onder de kronen van de eiken door wordt in stand gehouden door het hoog opsnoeien van de takken en het handhaven van lage vegetatie onder deze bomen. Rondom de achter- en zijtuinen komen lage beukenhagen.
Achter perceel Stakenbergweg 202 wordt het volume aan bebouwing verminderd en minder massief gemaakt. De bebouwing staat aan een hofje, waarbij het eerste gebouw bestaat uit grondgebonden woningen met terrassen, zonder tuinen. Hierdoor wordt het hoogteverschil in het maaiveld versterkt.
De bestaande bosaanplant blijft gehandhaafd, zodat de hoge kronen als het ware dekking geven aan de woongebouwen. De bestaande weide ten noorden van het bosje wordt ook aangeplant, zodat het bosje volume krijgt en het zicht vanaf en op de huizen langs de Schotkampweg sterk verminderd. Langs het opritpad naar dit hofje komt een minstens 2 meter hoge beukenhaag, zodat het zicht vanaf het bestaande erf naar het hofje verdwijnt.
Voor de bestaande woningen en hun bewoners verandert de situatie volledig. De vrije vestiging, met bedrijfsruimte en zonder directe buren verandert in een woonhofje met medebewoners. In sociaal-maatschappelijk opzicht zal dat voor hen niet gemakkelijk zijn. Met de compositie en oriëntatie van de gebouwen wordt zoveel mogelijk voorkomen dat ze ‘op elkaars lip zitten’. Toch zal dit van de huidige bewoners een behoorlijke aanpassing vergen.