direct naar inhoud van Artikel 5 Groen
Plan: Nieuwstad - Stationsplein
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0301.bp0400Nieuwstad-vs01

Artikel 5 Groen

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. parken, groenvoorzieningen, speelvoorzieningen, kunstwerken, oorlogsmonument, watergangen en waterpartijen, voet- en fietspaden en nutsvoorzieningen;
  • b. behoud en herstel van de stadsmuur ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding – stadsmuur';
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen – hertenkamp', een verblijf voor dieren;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - groenstructuur' het behoud en herstel van hoofd- en nevengroenstructuren.

met de daarbij behorende:

  • e. bouwwerken.

5.2 Bouwregels
  • a. Op deze gronden mogen gebouwen worden gebouwd en gelden de volgende regels:
    • 1. uitsluitend gebouwen ten behoeve van het beheer en onderhoud van nutsvoorzieningen mogen worden gebouwd, met dien verstande dat:
      • de inhoud niet meer dan 25 m3 mag bedragen;
      • de goothoogte niet meer dan 3 m mag bedragen;
      • de bouwhoogte niet meer dan 6 m mag bedragen;
    • 2. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - hertenkamp' is het bouwen van gebouwen toegestaan, met dien verstande dat:
      • de oppervlakte niet meer bedraagt dan 50 m2;
      • de goothoogte niet meer bedraagt dan 3,5 m;
      • de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 9 m;
      • de afstand tot de aanduidingsgrens niet minder bedraagt dan 5 m;
    • 3. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen – groenstructuur' is het bouwen van gebouwen niet toegestaan.

  • b. Op deze gronden mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd en geldt de volgende regel:
    • 1. de bouwhoogte mag niet meer dan 9 m bedragen.

5.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden
5.3.1 Verbod

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden van het bevoegd gezag op of in:

  • a. de in lid 5.1 bedoelde gronden de volgende andere werken en werkzaamheden uit te voeren:
    • 1. het ontgronden, vergraven, afgraven, egaliseren, diepploegen, woelen en mengen en ophogen van gronden;
    • 2. het aanleggen, verbreden en verharden van wegen en andere oppervlakteverhardingen;
    • 3. het aanleggen, verdiepen, verbreden en dempen van sloten, watergangen en overige waterpartijen en het aanbrengen van drainage;
    • 4. het aanleggen van ondergrondse of bovengrondse transport-, energie- en/of communicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur;
  • b. de gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen – groenstructuur', in aanvulling van het bepaalde onder a, de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
    • 1. het aanbrengen van straatmeubilair;
    • 2. het kappen van bomen.

5.3.2 Criteria
  • a. De omgevingsvergunning als bedoeld in sublid 5.3.1 onder a. kan slechts worden verleend indien:
    • 1. door de uitvoering van de werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, geen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de waarden en/of functies die het plan beoogt te beschermen, tenzij hieraan door het stellen van voorwaarden voldoende tegemoet kan worden gekomen;
  • b. De omgevingsvergunning als bedoeld in sublid 5.3.1 onder b. kan slechts worden verleend indien:
    • 1. geen onevenredige aantasting van de betreffende groenstructuur plaatsvindt in die zin dat door de werken of de werkzaamheden de conditie, levensverwachting, groeiplaats en de ruimtelijke kwaliteit van de groenstructuur negatief wordt beïnvloed;
    • 2. zwaarwegende maatschappelijke belangen dit vergen;
    • 3. advies is ingewonnen bij de groenadviseur van de gemeente Zutphen.

5.3.3 Uitzonderingen omgevingsvergunningplicht

Het verbod, als bedoeld in sub a en b is niet van toepassing indien de werken of werkzaamheden:

  • a. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende omgevingsvergunning;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van in werking treden van het plan;
  • c. behoren tot het normale onderhoud en beheer van de gronden.