direct naar inhoud van Artikel 15 Verkeer - Railverkeer
Plan: Kernen Ooy, Oud-Zevenaar en Babberich
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0299.BP99KERNENOOB-VA01

Artikel 15 Verkeer - Railverkeer

15.1 bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - Railverkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. spoorwegen met daarbij behorende voorzieningen;
  • b. bermen en groenvoorzieningen;
  • c. voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding, zoals riolering en waterafvoer;
  • d. watergangen en -partijen;
  • e. ecologische voorzieningen, zoals faunapassages en wildtunnels;
  • f. spoorwegovergang, ter plaatse van de aanduiding 'verkeer';
  • g. ondergeschikte bouwwerken, geen gebouw zijnde, zoals nutsvoorzieningen;
  • h. bij de bestemming behorende bouwwerken, geen gebouw zijnde, zoals duikers, lichtmasten, verkeerstekens.
15.2 bouwregels

Op en in de gronden als bedoeld in artikel 15.1 mogen uitsluitend worden gebouwd:

15.2.1 gebouwen

Gebouwen moeten voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend binnen de bouwvlakken worden gebouwd;
  • b. de goothoogte en de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 12 m, of, in voorkomend geval, niet meer dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot-, bouwhoogte (m) en maximum bebouwingspercentage (%)' is aangegeven;
  • c. in afwijking tot het bepaalde onder a, mogen buiten bouwvlakken ondergeschikte gebouwtjes tot een oppervlakte van 30 m² worden gebouwd tot een bouwhoogte van 4 m, met dien verstande dat van gebouwen ten behoeve van geleiding of de veiligheid van het verkeer met een oppervlakte van minder dan 10 m² de bouwhoogte niet meer dan 12 m mag bedragen;
  • d. in afwijking van het bepaalde onder a, mogen buiten bouwvlakken kunstwerken worden gebouwd tot een bouwhoogte van 5 m.
15.2.2 bouwwerken geen gebouw zijnde

Bouwwerken, geen gebouw zijnde, moeten voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. de bouwhoogte, gemeten vanaf bovenkant spoorstaaf, van
    • 1. bouwwerken, geen gebouw zijnde, ten behoeve van geleiding of de veiligheid van het verkeer met een oppervlakte van minder dan 6 m² mag niet meer dan 12 m bedragen;
    • 2. bovenleidingen mag niet meer dan 15 m bedragen;
    • 3. geluidschermen mag niet meer bedragen dan 4 m, met dien verstande dat indien de sporen verdiept zijn aangelegd de bouwhoogte van geluidschermen niet meer mag bedragen dan 4 m gemeten vanaf peil.