direct naar inhoud van Artikel 12 Sport
Plan: kernen Lathum, Angerlo en Giesbeek
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0299.BP99KERNENLAG-VA01

Artikel 12 Sport

12.1 bestemmingsomschrijving

De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. sportactiviteiten;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - mast', tevens een zendmast;
  • c. horeca, voorzover deze functie ondergeschikt en ondersteunend aan de bestemming 'Sport' is;
  • d. bij de bestemming behorende voorzieningen waaronder wegen, paden, bermen, parkeerplaatsen, tuinen, groenvoorzieningen en overige voorzieningen, zoals nutsvoorzieningen.
12.2 bouwregels

Op en in de gronden als bedoeld in artikel 12.1 mogen uitsluitend worden gebouwd:

12.2.1 gebouwen

Gebouwen moeten voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend binnen de bouwvlakken worden gebouwd;
  • b. de goothoogte en de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' is aangegeven;
  • c. de goothoogte, bouwhoogte en bebouwingspercentage van het bouwvlak per maatvoeringsvlak, mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m) en maximum bebouwingspercentage (%)' is aangegeven;
  • d. in afwijking van het bepaalde onder a mag buiten het bouwvlak aan de voor- en zijgevel van een bedrijfswoning een erker worden gebouwd:
    • 1. met, uit de betreffende gevel van het gebouw gemeten, een gezamenlijke diepte van ten hoogste 30% van de kortste afstand tussen de betreffende gevel en de bestemmingsgrens evenwijdig aan die gevel, met een maximum van 1,5 m;
    • 2. indien gesitueerd aan de zijgevel dient een afstand van minimaal 1 m tot de zijdelingse perceelsgrens te resteren;
    • 3. tot een gezamenlijke breedte van 3/5 van de breedte van de betreffende gevel van het gebouw, waarbij een erker tot 1,5 m breder dan de breedte van die gevel mag zijn;
    • 4. tot een bouwhoogte van maximaal 3,25 m.
12.2.2 bouwwerken geen gebouw zijnde

Bouwwerken geen gebouw zijnde moeten voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. de bouwhoogte van lichtmasten maximaal 20 m;
  • b. de bouwhoogte voor palen, masten, verkeerstekens, technische installaties maximaal 12 m;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - mast' de bouwhoogte van de zendmast maximaal 12 m;
  • d. erf- of perceelafscheidingen, op ten minste 1 m achter de voorgevelrooilijn en op ten minste 1 m van de weg of het openbaar groen maximaal 2 m;
  • e. overige erf- of terreinafscheidingen maximaal 1 m;
  • f. overige bouwwerken, geen gebouw zijnde maximaal 3 m.
12.3 afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. artikel 12.2.1 ten behoeve van het bouwen van niet voor bewoning bestemde gebouwen buiten het bouwvlak, zoals bergingen en stallingen, tot:
    • 1. een gezamenlijke oppervlakte van 25 m²;
    • 2. een bouwhoogte van maximaal 3 m;

met in achtneming van het bepaalde in artikel 24.2.

12.4 specifieke gebruiksregels

Het is verboden de in artikel 12.1 bedoelde gronden en bouwwerken te gebruiken, in gebruik te geven en/of te laten gebruiken ten behoeve van sporten die veel omgevingslawaai tot gevolg hebben, zoals (model)vliegsport en motorcross.