direct naar inhoud van Artikel 1 Begrippen
Plan: Gameren, Schoolstraat-Oost
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0297.GMRBP20120001-OH01

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan

het bestemmingsplan Gameren, Schoolstraat-Oost van de gemeente Zaltbommel;

1.2 bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0297.GMRBP20120001-OH01 met de bijbehorende regels en eventuele bijlagen.

1.3 aangebouwde bijmassa

een gebouw, dat aan het hoofdgebouw is gebouwd en dat naar aard en indeling is bedoeld voor uitbreiding van en/of aanvulling op de woonfuncties van het hoofdgebouw tenzij in de regels anders is bepaald.

1.4 aan huis verbonden (bedrijfs)activiteiten

het verlenen van diensten c.q. het uitoefenen van ambachtelijke - geheel of overwegend door middel van handwerk uit te oefenen - bedrijvigheid, waarvan de aard, omvang en uitstraling zodanig zijn, dat de activiteit in de woning en/of de daarbij behorende gebouwen, met behoud van de woonfunctie ter plaatse, kan worden uitgeoefend.

1.5 aan huis verbonden beroep

het in een woning met bijbehorende gebouwen beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerp-technisch of hiermee gelijk te stellen gebied, zulks met behoud van de woonfunctie van de betreffende woning.

1.6 aanduiding

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels eisen worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

1.7 aanduidingsgrens

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

1.8 achtergevel

een van de openbare weg en/of fiets- en voetpad afgekeerde gevel van een hoofdmassa.

1.9 achtergrens bouwvlak

een van de openbare weg en/of fiets- en voetpad afgekeerde grens van het bouwvlak.

1.10 bebouwing

één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.

1.11 bestemmingsgrens

de grens van een bestemmingsvlak.

1.12 bestemmingsvlak

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.

1.13 bouwgrens

de grens van een bouwvlak.

1.14 bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.

1.15 bouwperceel

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.

1.16 bouwperceelgrens

een grens van een bouwperceel.

1.17 bouwvlak

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.

1.18 bouwwerk

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.

1.19 bouwwijze

de wijze van bouwen van een hoofdmassa, te weten vrijstaand, twee-aaneen of aaneengebouwd, waarbij:

  • onder 'vrijstaand' wordt verstaan dat de hoofdmassa van een woning niet begrensd is door scheidsmuren van andere hoofdmassa's tenzij in de regels anders is bepaald;
  • onder 'twee-aaneen' wordt verstaan dat de hoofdmassa van een woning naar één zijde door een scheidsmuur van een naastgelegen hoofdmassa is begrensd;
  • onder 'aaneengebouwd' wordt verstaan dat de hoofdmassa deel uitmaakt van een blok van meer dan twee hoofdmassa's die naar twee zijden door scheidsmuren van naastgelegen hoofdmassa's zijn begrensd, met uitzondering van de hoofdmassa's die de aldus gevormde rij beëindigen.
1.20 dak

een gesloten bovenbeëindiging van een bouwwerk.

1.21 detailhandel

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;

1.22 gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

1.23 gevellijn

een naar de openbare weg en/of fiets- en voetpad en/of groenvoorziening toegekeerde lijn waarin de gevel of gevels van de hoofdmassa dient te worden gebouw of waarachter de gevel of gevels van een hoofdmassa dient te worden gebouwd.

1.24 hobbymatig agrarisch gebruik

het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of door middel van het houden van dieren (niet zijnde: een glastuinbouwbedrijf, een champignonkwekerij, een gebruiksgerichte paardenhouderij, een bollenteeltbedrijf of een vis- of wormenkwekerij) op niet bedrijfsmatige wijze en waarbij geen bestrijdingsmiddelen worden toegepast.

1.25 hoofdmassa

een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken.

1.26 infiltratie

een fijnmazige structuur voor waterinfiltratie.

1.27 kap

een geheel of gedeeltelijke niet horizontale dakconstructie gevormd door ten minste twee schuin hellende dakschilden met een hellingshoek van tenminste 35° en ten hoogste 60°.

1.28 levensloopbestendige woning

woning die voorziet in de primaire voorzieningen op de begane grond.

1.29 mantelzorg

het bieden van zorg aan een ieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak, op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband.  

1.30 open erf

het onbebouwde deel van een bouwperceel na realisering van de bestemming.

1.31 overkapping

een voor mensen toegankelijke, overdekte en met maximaal 2 wanden - die al dan niet deel uitmaken van de constructie - omsloten ruimte. De overkapping wordt aangemerkt als een bouwwerk, geen gebouw zijnde.

1.32 parkeervoorziening

stallinggelegenheid ten behoeve van gemotoriseerd verkeer met uitzondering van garages.

1.33 perceelsgrens

de scheiding tussen bouwpercelen, die niet aan éénzelfde eigenaar behoren dan wel niet door éénzelfde gebruiker worden benut.

1.34 prostitutie

het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.

1.35 seksinrichting

een voor publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een (raam)prostitutiebedrijf, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater, een parenclub, een privé-huis of een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar.

1.36 verdiepingen

de bouwlagen van een gebouw gelegen boven de begane grondlaag.

1.37 voorgevel

een naar de openbare weg en/of fiets- en voetpad en/of groenvoorziening toegekeerde gevel of gevels van een hoofdmassa.

1.38 voorzieningen van openbaar nut

voorziening ten behoeve van het openbare net aangesloten nutsvoorziening, het telecommunicatieverkeer, het openbaar vervoer en/of het wegverkeer.

1.39 vrijstaande bijmassa

een niet voor bewoning bestemd voor nachtverblijf bestemd gebouw, behorende bij een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw, waarbij het bijgebouw vrijstaand wordt uitgevoerd.

1.40 vrij beroep

beroep of beroepsmatige dienstverlening op administratief, medisch, paramedisch, sociaal-wetenschappelijk, juridisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch en daarmee gelijk te stellen gebied.

1.41 wettelijke regelingen

indien en voor zover in deze regels wordt verwezen naar wettelijke regelingen c.q. verordeningen e.d., dienen deze regelingen te worden gelezen zoals deze luiden op het tijdstip van de tervisielegging van het ontwerpplan.

1.42 woning

een (gedeelte van een) gebouw dat dient voor de huisvesting van één huishouden.